Home | CV | Links | Madrugada | Adagio | Zakformaat XL | Muziek | Een rustig moment | James Brown R.I.P | Het incident en de perceptie | Fluweel | Toneel | Voor Mariette | 2006 | De auditie | Trut | Leonardo | Het haar van de hond | Confidenties | Aanklacht | Voorjaarsstorm | Het debuut | Scharrelkippen | Misselijk | Grand Cru | Willy | Mirakel | Zappa | 2005 | Engel | Cactusfestival 2004 | Gastheer | File | Zot | Graffiti | Agressie | Gastenboek | Amuse Gueules | Freundin | Gemis | Blankenberge | Dagboek | Schoon | Nostalgie | Protestbrief | Koot en Bie | Herfst | Jasper | 2004 | Voor haar | Topsport | Eerlijk | Slagveld | I.M. : Johnny Cash | Dood | Het proces | Wolfslam | Afscheid | Verkiezingen | Stilstand | Lieg | Jeugdliefdes | De fluit | Sprot | Dilemma | De plekke | Programmaboekjes | Regisseren | 2003 | Brugge 2002 | Vrouwen | Roest | Ongemakken | Piercing | Koe | Onmacht | Prettig gestoord | Huwelijk | De vrouw | Werk | Roken | Stadswandeling | Zij | Ma Beautée | Bezetting | Bezoek | Verjaardagsfeest | Valentijn | Schuldgevoel | Reünie | Stigmata | Rust | Musicals | Cactusfestival | Bejaardenhuis | Erotiek | Vernissage | Zomerliefde | Band | Afspraken | Angst | Brief | Nacht van het boek | Bejaardenbond | Poëzie | Poëzie 2 | Poëzie 3 | Poëzie 4 | Poëzie 5 | Poëzie 6 | Poëzie 7 | Inleidingen 2002 | Inleidingen 2003 | Inleidingen 2004 | Inleidingen 2005 | Inleidingen 2006

Die morgen op het web...

Leonardo

Een toneelstuk gebracht door een amateurgezelschap. Een stuk over het leven van een genie. Een geniaal stuk. Even de regisseur een beschouwend briefje schrijven.
 
 

leonardo2.jpg

 

 

Geachte Heer Regisseur,

Toen ik mij vrijdag jongstleden naar de première van ' Leonardo ' begaf had ik er een werkdag van zo maar even 10 uur opzitten. Hier zou eender welke vakbondsorganisatie een flinke kluif aan hebben... hoor ik U denken!

De laatste 2 uur van deze arbeidsmarathon bracht ik door in het gezelschap van 7 minderbegaafde jongeren met een IQ variërend van 40 tot om en bij de 70. Mijn mentale aanwezigheid vijzelde het geheel alsnog naar een totaal van 500.

(Neem er gerust uw zakcalculator bij).

In een poging om deze groep op niveau te animeren greep ik terug naar enkele oude kinderspelen, mij hierbij baserend op het beroemde werk van Brueghel zaliger waarvan u onderaan dit artikel een afbeelding vindt. Van het gezellige 'kakkestoelemeien' over een potje 'kontje dossen' via een rondje 'roede lopen' naar een ontspannend halfuurtje 'neus in aars’!

Toen ging iedereen zich wassen en nadien nuttigden wij het avondmaal.

Nu waren (achteraf bekeken), 'kakkestoelemeien' en 'kontje dossen' niet direct de ideale groepsspelen om zich geestelijk voor te bereiden op 'Leonardo'! Om hier nog maar van 'roede lopen' en het toch wel verderfelijke 'neus in aars' te zwijgen!

Om vijf voor acht spoedde ik mij richting Kino Thor. Het aanvangsuur van de voorstelling indachtig bracht ik mijn autozetel in aërodynamische positie. Nu staat in de handleiding van mijn 12 jaar oude Honda Civic, en ik citeer :

"Uw wagen beschikt over 5 zetelstanden. Deze standen worden ingesteld via de hendel links van uw zitting !"

zetelstanden.jpg

In het legendarische jaar 1977 (de 2de wereldoorlog was toen immers net 22 jaar afgelopen en mijn wagen liep toen van de band) zal mijn wagen waarschijnlijk wel over de beschreven 5 standen hebben beschikt. Het gekartelde uiteinde van de fel besproken hendel zorgde eertijds voor een vlekkeloos behoud van de gekozen stand. Nu weet U, geachte heer regisseur, dat er na verloop van tijd op alles slijt komt... zo ook op gekartelde uiteinden van hendels. Anno 2005 beschikt mijn wagen dus nog over twee zetelstanden, die ik a) de toeristenpositie en b) de aërodynamische positie heb genoemd, (zie figuur)

Die avond de zetel in aërodynamische positie dus. Het voelt als plaats nemen in een Formule1 wagen. Onze dierbare Directeur, die mijn bedoelingen doorziet, maant me aan het kalm te doen. Ik zwier de pook in eerste, onder de kap brullen ongeduldig 1100 welwillende PK's. Gierende banden maken de parkeerstrook tot een puinhoop... opspattend grint... een Directeur blijft gekwetst liggen. "Op naar Leonardo!" brul ik in mijn theatraal enthousiasme !

Om mij alsnog een beetje op te warmen jaag ik 'Mona Lisa' van Nat King' Cole door de geluidsinstallatie van de wagen. Bij gebrek aan een parkeerplaats vlak bij de zaal plaats ik mijn voertuig noodgedwongen op zeker 1000 meter van het gebeuren. Baal ik even! Het was mij, tijdens de zoektocht naar een vrije parkeerplaatsje niet ontgaan dat Noël Stoofs (beige Lada FUT 203) en Guido Vinck (vaalgroene VW-Polo GUT 69) zich, zonder enige rechtsmatige reden, op 'voor gehandicapten voorbehouden' plaatsen hadden gezet. Nu trekt Noël wel een beetje met zijn been en heeft Guido een merkwaardige zenuwtrek aan het linkeroog, maar deze kwalen kunnen hen onmogelijk een handicap van 66% hebben opgeleverd!

Enigzins ontstemt door het asociale gedrag van het publiek dat dit stuk schijnt aan te trekken stap ik de Thor binnen. De portier, die mij waarschijnlijk voor een inspecteur van SABAM houdt (zo'n over ijverige lul die de titels komt noteren van de liederen die ten berde worden gebracht als achtergrondmuziek), staart mij giftig aan en vraagt of ik m'n jas wil ophangen.

De duidelijk ondermaats bewaakte vestiaire schrikt mij enigszins af en ik bedank. Als ik me weg draai voel ik instinctief, achter mijn rug, een middelvinger de hoogte in gaan. Nog geen 10 seconden later duwt een ongegeneerd heerschap mij een programma in de handen en beveelt mij anderhalve euro armer. Ik wil mij niet nog krenteriger tonen dan ik daartsraks al was bij de vestiaire en betaal. Evenwel met tegenzin.

Wanneer ik mij door een kluwen van kwetterend volk heb geworsteld kom ik bij de kaartentafel waar een keurige heer en mijn gereserveerde kaart op mij liggen te wachten. Die heer lag eigenlijk niet, hij zat. Vijf euro later is ook dit kleinood het mijne.

"N° 208 BENEDEN" staat voor alle duidelijkheid op de kaart. Moesten de nummers ook zo duidelijk op de stoelen staan vermeld, er zou een hoop miserie vermeden worden.

Na heel wat geharrewar - stoelengang in en telkens weer uit vanwege niet mijn rij! - beland ik uiteindelijk waar ik wezen moet... op nummer 208. Ik zit nog niet helemaal neer of het gedonder begint al. Achter mij zitten twee aan hoogheidwaanzin leidende, vrouwelijke dwergen fluisterend tegen elkaar te jammeren dat ze op die manier niets meer kunnen zien. Ik draai mij om en vraag licht geïrriteerd : "En ben ik daar de oorzaak van ?". Zij beamen mijn vraag met een hautaine hoofdknik.

'The sound of music' is een film dewelke in beperkte mate een invloed op mijn leven heeft gehad. De prent zorgde ervoor dat ik niet in de misdaad verzeilde, dat ik af en toe aardig ben voor mijn medemens en dat ik zo nu en dan zelfs enig mededogen kan betuigen.

Dankzij deze film verplaats ik mij van de 208 naar de 222. Een stoel vlak naast de zijgang waar het relatief rustig toeven blijkt. Van hieruit kan ik eindelijk een blik werpen op het decor. Kalmte dringt bij mij binnen... afscheid van wanorde... rust zoeken in wat rest wanneer adem en voorwerp zich vermengen in elkaar... al de helderste sneeuw van een winter aangespoeld in dit decor... 4 generaties wit en evenveel onbeweeglijke personages baren positieve bewondering in mij... dompelen mij in een aangename kalmte. "Een familieverpakking valium!"

Mijn rust is echter van korte duur. Plots wordt met luid gekraak de 220 ingepalmd. Naast mij nestelt zich een fortuinlijk gevleesde dame in schreeuwend 'schots geruit'. Haar trillende neusvleugels verraden onrust. Zij schuift nerveus heen en weer op haar stoel.

"Last van hemorroïden?" informeer ik nieuwsgierig.

De dame in kwestie kijkt mij vragend aan.

"Dit zijn besvormige uitzettingen der aderen bij de aars!" verduidelijk ik mezelf.

"Neen, dank U!" zegt zij enigszins geschokt. "Maar weet U, meneer, dat U behoorlijk uit uw onbeschofte bek stinkt?" gaat ze opeens heel agressief in de aanval.

"Maar mevrouw..." probeer ik er stamelend uit te krijgen. Voor de eerste keer die avond raak ik behoorlijk in paniek. Niets is erger dan in een theaterzaal uit het bekje te ruiken. Men weet immers maar nooit met wie of wat je op dergelijke avond nog allemaal ter bekje kunt gaan. Immers, het was een heldere nacht en er hing een warm gevoel rond mijn bekken. Toen reeds!

"Niets te maren, meneer, als ik zeg dat U behoorlijk stinkt dan stinkt U ook behoorlijk, neem dat maar van mij aan!" terroriseert het mens geworden nijlpaard mij nu volkomen.

Mijn hand glijdt in m'n jaszak op zoek naar de onafscheidelijke mondspray (een middel waar rokers zich wel meer aan vergrijpen) en naar de onlangs aangeschafte ozonvriendelijke okselroller van Mennen. En zie, in m'n jaszak ontwaar ik de inderhaast weggemoffelde kunstneus na het partijtje 'neus in aars'! Het onding is inderdaad een zeer kwalijke geur gaan verspreiden.

Ik excuseer mij uitvoerig tegenover mijn buurvrouw, spoed me naar het toilet, wikkel de kunstneus in een (oorspronkelijk voor maandverbanden bedoeld) papieren zakje en werp het geheel door het toiletraampje.

Terwijl ik weer naar mijn plaats sukkel contrasteert het rood mijner kaken fel met het zachte wit van het decor. "Een zonnebankfanaat" meent een onbeschamende vlegel uit het publiek laconiek te moeten opmerken... het levert hem een elleboogstoot in de maagstreek op. Ik ben goed voor mijn medemens maar niet gek!

Ik merk dat het nijlpaard zich gelukkig verplaatst heeft. Ik geniet van de eenzaamheid tijdens toneeluitvoeringen. Ik hoef mijn mening over een stuk, tijdens de voorstelling, aan niemand kwijt. Ik lijk een spons en absorbeer. Tijdens Leonardo krijg ik amper een kans deze spons uit te wringen.

In een hels tempo worden monologen, dialogen en triologen op mij afgevuurd en ik twijfel van de weeromstuit of ik dit zal kunnen blijven volgen. Ik doe mijn uiterste best maar er is de overvloed. Bij vele teksten smeek ik om wat verteringsruimte. Die ruimte wordt mij nauwelijks gegund. Mooie taal gaat verloren in een overvloed.

Toch blijven enkele dingen kleven. Er is de manier waarop Mona Lisa Leonardo verwijt dat hij tijdens haar portret haar 'zijn' heeft opgeschort. (Enkele dagen later hoor ik in het journaal Italiaanse onderzoekers beweren dat de mysterieuze glimlach te wijten zou zijn aan de stand van de tanden die aangetast zijn door het gebruik van kwik... een middel tegen syfilis !!) Hoe het kind heel infantiel en schuldloos de complexe dingen speelt die door volwassenen zijn bedacht.

Het spel van Jacopo. hij sluipt zich gracieus door ruimtes en vormen. Sommige vormen zijn doorwaadbaar, andere zijn het niet, of minder. Een pond ijzer is gelijk aan een pond veren. In een repetitie liep Jacopo zich dood op het ijzer... tijdens de première wist hij zich enkel omringd door veren. Hij maakt mij ook ergens jaloers. Ik ben 47 en tel de rimpels naar de 50. Mijn fysieke verschijning laat te wensen over (toch alleszins in zwembroek!)

Jacopo is een engel. Maar jaloersheid slijt. Zoals vroeger, hoe jaloers ik was op het water dat zich, onder zichzelf, langer in stand hield dan ikzelf. Later werd ik één met dit water. Daarom draagt mijn zaad ook altijd een vochtig karakter!

Hoe scherp het kleurencontrast van Caterina en de vader in het vergankelijke wit van de andere personages...

Aan de pauze bevat mijn hoofd alles, maar van niets het meest... een gevoel van 'intens genoten' maar 'veel niet gesnapt' ! Ik waan mezelf heel even dom en schrijd in de menigte waardig naar een drankje. Aan de bar staan de twee, aan hoogheidwaanzin leidende dwergen, heftig te pretenderen dat ze alles gesnapt hebben.

Het nijlpaard lijkt mij eerlijker en gewaagt van een 'verbaal zeer moeilijk stuk' maar 'evenzeer aangrijpend'... Ik deel haar mening... voor het eerst in mijn leven wint een nijlpaard mijn sympathie. Zelfs in de zoo van Antwerpen is zulks mij nimmer overkomen.

Ik heb mijn echtgenote beloofd de avond in een totale abstinentie door te brengen. Mijn geest wil zich echter psychedelisch verruimen, een belofte gaat teloor in de bestelling van een pils...

Ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn programma te doorsnuisteren en stuit op Genesis van Pietro Pizzoti. Ik lees het, herlees het en vind het mooi. Pietro heeft Italiaans bloed. Italiaans bloed is doorgaans vergiftigd van een drang naar leven, een drang naar passie.

Zij was 18 en ik 22. Omdat het nooit meer terugkomt herinner ik het mij nog heel goed. Zij moest terug naar Italië en kwam afscheid nemen. Hoe zij zich tegen mij aandrukt, keer op keer : de verschrikkelijke weelde van al dat lange donkere haar.

Zij pelt van mij de stof die ons nog scheidt. Haar nakende eeuwige afwezigheid ontgaat mij totaal.

Een dronkaard moet zich zeer ongelukkig voelen tijdens toneelpauzes... ik ben amper 4 slokken verder als flikkerend licht mij waarschuwt voor deel twee.

Het tweede deel grijpt mij van begin tot eind naar de keel... als een pluchen pitbullterriër. Alles is klaar als water, er heerst rust en orde en ik kan genieten van elk woord, van elke hoek van het decor.

Leonardo sterft op aandoenlijke wijze en met zijn dood glijdt het stuk in z'n einde. Ik veins een pluisje in mijn oog... echte mannen wenen niet. Na een stuk valt het doek of het valt niet. Dit keer valt het niet. Het leeft een beetje verder: Uitgaand van wat er niet meer is probeer ik het terug te harken. Ik wil niet uitgekeken raken, nog niet. Op blote voeten bewegend wit in stilstaand wit

Het decor leent zich gewillig voor een receptie. Alles verloopt eerlijk. Men omhelst elkander en deelt complimenten uit... en men wacht... op u, geachte heer regisseur. Later komt u onder luid applaus binnen en men bejubelt U... terecht mijnheer de regisseur.

Na de receptie volgt nog een stuk. Het speelt zich niet af op een scène. Het is een stuk vol menselijke warmte. Het speelt zich af in Torhout, gelegen ten zuiden van Brugge (ik zeg dat hier nu wel om het geheel acceptabel te doen klinken, maar ik weet eerlijk gezegd aan geen kanten of het wel ten zuiden ligt !).

Later in de Kelder wint het zwijn het van de salonpoedel in mij. Nog later drinken wij om beurten, steeds weer dezelfde weerkerende dranken. Nog later (het is dan al echt laat geworden) laven wij ons mateloos aan liefde en tederheid van handen en huid en pakweg 'een dozijn eerlijke zoenen' !

U lag toen al te bed, geachte heer regisseur... ergens jammer. Het vakmanschap had zich ten ruste gelegd op het bejubelde plein van herinnering. Ik had U graag wat dieper leren kennen.

Als ik op een veel te laat uur huiswaarts rij, bedenk ik in Zedelgem dat het een onvergetelijke avond zal zijn geweest. Later in Brugge doe ik alles nog eens over. Ik speelde niet mee, had geen rol in het geheel van uw spelers en groep, kon mij op niets baseren qua herinnering... zij het op de première... en toch voel ik : dit is een hechte groep.

Soms is het alleen maar stemloos spreken, over vergeten dingen en nauwelijks tederheid ontwaren in wat wordt gezegd. Die avond was het helemaal anders. Ik heb hem gekoesterd!

Genegen, Urbain.

breughelkinderspelen.jpg
Klik op de foto voor groter formaat.