"Norma,
zet je alstublieft die muziek wat zachter, ik ben aan 't schrijven !"
Norma, een vriendin van mijn vrouw, loopt een beetje doelloos rond in ons huis.
Om de
wachttijd tussen nu en de nakende thuiskomst van mijn wederhelft te overbruggen heeft
ze een plaat van Biohazard opgezet en dat is niet direct muziek die een
mens zich als passende omkadering droomt terwijl hij aan het schrijven is. Een CD die, bij manier van spreken, al vervaarlijk
gromt als hij nog in z'n doosje zit. Ze mag dan al naar een opera zijn genoemd, haar muzikale smaak verraadt duidelijk een
teveel aan ijzer in haar bloed. "Zet iets op van Cohen, wil je schat ?" Ze vloekt voor zich uit dat Cohen een melancholische
zak is maar ruilt toch braaf Biohazard voor Cohen.
Norma komt één van haar vele problemen bespreken met mijn levensgezellin. Aan haar manier van doen te oordelen is
het deze keer waarschijnlijk een blaasblessure. Ze is minstens al vier maal naar het WC geweest maar haar urinewegen blijven
haar parten spelen. 't Zou natuurlijk ook iets hormonaal kunnen zijn. Met vrouwen weet je immers nooit.
Norma's ongedurigheid houdt mij echter wel van het schrijven af. Probeer
maar eens iets deftig op papier te krijgen als een hormonaal hysterisch wicht zich constant al ijsberend van de ene kant naar
de andere kant van je living verplaatst. Neem nu het beeld van zo'n dolle koe, zie je het een beetje voor je? Awel, maak van
die koe nu een mens en de toestand is geschetst. Klein momentje dus, ik maak dat kind een kop koffie, doe er desnoods een
cognacje bovenop en probeer haar straks in de zithoek te posteren.
Ondertussen, een
half uur later.
Het is gelukt. Bovendien is
mijn geliefde ondertussen thuisgekomen. Die twee zitten momenteel druk te keuvelen
over alles en nog wat. Ik hoor flarden conversatie. Dat het waarschijnlijk die nieuwe pil is die het haar lapt want dat zij
daarvoor, aan een andere pil zijnde, nog nooit last heeft gehad van datgene wat haar leven momenteel ondragelijk maakt. Ik
vraag me af waarom Norma in 's hemelsnaam nog een pil van doen heeft. Ze is verdomme
al twee maanden lesbisch! Heeft ze dus onlangs ontdekt, dat ze liever met een vrouw dan met een man de koffer induikt. Voor
mij niet gelaten want die ex van haar, die Martin, dat was pas een droplul. Die
heeft mij ooit, in mijn eigen huis, voor een kast met meer dan duizend steengoede CD's gevraagd of ik toevallig niks van "The Cats" had zitten. Nou moe, bij dergelijke stompzinnige vragen trekt mijn sluitspier
stante pede in rimpels. "The Cats", godbetert! Dat
die Martin met andere woorden bij mij meteen had afgedaan. Is me dat toch een slampamper. Een non-valeur eerste klas. En ge
zult het nooit anders zien maar op de koop toe nog aan de drank ook. Hele dagen
zo zat als een kanon. Ik heb Martin maar één keer nuchter geweten, die ochtend toen hij binnen moest voor een kleine medische
ingreep. Er diende een vetbol te worden verwijderd ter hoogte van z'n linkeroor. Ze hadden er naar mijn bescheiden mening beter
meteen z'n hele hoofd afgezet. Zo'n groot verschil zou dat niet zijn geweest. Martin bestond eigenlijk voornamelijk uit een
idioot alcoholisch lijf met daar rond een weerzinwekkende zweetgeur. Zelfs onze
hond heeft hem nooit in de kuiten gebeten, en daarvoor moet je al behoorlijk enkele uren in de wind stinken. Neen, waarom
zo iemand een hoofd van doen heeft daar heb ik alleen maar het raden naar! Geen wonder ging Norma plots een heel andere toer
op.
Ik
ben momenteel danig uit mijn ritme door de gebeurtenissen dat ik dat verhaal later wel zal schrijven. Het moest immers een
verhaal worden over de helende, rustgevende werking van een vrouw in huis. Ik denk dus dat dit geenszins het goeie moment
is om daarover op een neutrale manier te schrijven. Wat meer is, Norma en mijn vrouw zitten aan de Pinot Gris en ik heb plotseling
ongelofelijk veel zin om een glas met hen mee te drinken. Ik verwed er mijn hoofd op dat Biohazard vanavond alsnog
in de gleuf belandt.
Urbain Alpain.