Home | CV | Links | Madrugada | Adagio | Zakformaat XL | Muziek | Een rustig moment | James Brown R.I.P | Het incident en de perceptie | Fluweel | Toneel | Voor Mariette | 2006 | De auditie | Trut | Leonardo | Het haar van de hond | Confidenties | Aanklacht | Voorjaarsstorm | Het debuut | Scharrelkippen | Misselijk | Grand Cru | Willy | Mirakel | Zappa | 2005 | Engel | Cactusfestival 2004 | Gastheer | File | Zot | Graffiti | Agressie | Gastenboek | Amuse Gueules | Freundin | Gemis | Blankenberge | Dagboek | Schoon | Nostalgie | Protestbrief | Koot en Bie | Herfst | Jasper | 2004 | Voor haar | Topsport | Eerlijk | Slagveld | I.M. : Johnny Cash | Dood | Het proces | Wolfslam | Afscheid | Verkiezingen | Stilstand | Lieg | Jeugdliefdes | De fluit | Sprot | Dilemma | De plekke | Programmaboekjes | Regisseren | 2003 | Brugge 2002 | Vrouwen | Roest | Ongemakken | Piercing | Koe | Onmacht | Prettig gestoord | Huwelijk | De vrouw | Werk | Roken | Stadswandeling | Zij | Ma Beautée | Bezetting | Bezoek | Verjaardagsfeest | Valentijn | Schuldgevoel | Reünie | Stigmata | Rust | Musicals | Cactusfestival | Bejaardenhuis | Erotiek | Vernissage | Zomerliefde | Band | Afspraken | Angst | Brief | Nacht van het boek | Bejaardenbond | Poëzie | Poëzie 2 | Poëzie 3 | Poëzie 4 | Poëzie 5 | Poëzie 6 | Poëzie 7 | Inleidingen 2002 | Inleidingen 2003 | Inleidingen 2004 | Inleidingen 2005 | Inleidingen 2006

Die morgen op het web...

Inleidingen 2005

Hier kun je de inleidende teksten (jaargang 2005) van de home pagina vinden. Het leek me een leuk idee om deze te bewaren.

Op 09 januari 2005 startten wij het nieuwe webjaar met...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte... De feesttafel is geruimd. Het leeggoed is verzameld en het glas is gesorteerd. De indigesties zijn bedwongen. Op een paar resterende recepties na valt alles vanaf nu weer op z’n plooi. 

 

Om het nieuwe jaar op ordentelijke manier in te zetten heb ik mijn boekenkast, mijn cd rekken en mijn DVD verzameling op orde gebracht en ’t is niet te schatten wat ik nog allemaal zal moeten lezen en beluisteren om van mijn eigen muzikale, audiovisuele en literaire rijkdom op de hoogte te blijven. Overdaad schaadt. Volgens mijn vrouw koop ik veel te veel en vooral veel te impulsief. Ze zou wel eens gelijk kunnen hebben, ’t arme schaap. Aan de andere kant, als ik haar kleerkast bekijk overvalt mij ook een bepaalde twijfel. Wanneer zal zij dat bijvoorbeeld allemaal dragen en in hoeverre zal haar stijl haar in contact brengen met andere mannen? En zullen die contacten onze grote verborgen liefde schaden of zal zij haar nieuwe gevoelens afschudden en resoluut kiezen voor zekerheid in dit leven? 2005 wordt duidelijk een filosofisch jaar voor mij want hoewel we er nog maar amper zijn aan begonnen wordt mijn o zo gevoelige schedel nu reeds overstelpt met cruciale vragen.

 

Geen nood echter. Als het me allemaal teveel zou worden dan leg ik mij neer en doe ik een dutje. Mocht dit niet helpen dan drink ik een stuk in mijn kloten. Dronken ben ik immers immuun voor geestelijke chaos en intellectueel kabaal.

 

En ondertussen gaat het gewone leven natuurlijk ook zijn gangetje. Naar aanleiding van het verbod op zichtbare schotelantennes is hier in onze werkmanswijk een andere discussie ontstaan waarover ik de burgemeester per brief heb geïnterpelleerd.

 

Geachte Heer Burgemeester,
 
Ik ben ongelofelijk blij dat u weer helemaal op de been bent want ik zit hier alweer met een kanjer van een vraag waar het onduidelijke antwoorden blijft op regenen. Dat verbod op die zichtbare schotelantennes lijkt me nu geheel duidelijk (de deze van hiernevens deed bijna een attaque toen ze ’t hoorde) maar nu is hier ter plaatse de vraag gerezen of men des zomers nog televisietoestellen op de openbare trottoirs mag plaatsen teneinde in groep naar voetbal, VTM en Focus te kijken. Enfin, een volksbuurt, u kent dat. Waarom er na twaalven altijd zo’n enorme toeloop was richting de zulle van 'Dikke Francois' werd duidelijk toen onlangs bleek dat die over canal+ beschikte. Toen Francois met grote stelligheid beweerde dat het hem en zijn maats om de sport te doen was opperde Imelda Debrez dat er na den twaalven algelijk geen voetbal meer werd uitgezonden… een uitspraak die toen nog tot hevige polemieken heeft geleid. Enfin, een volksbuurt, u kent dat! Daar ik hier de enige ben die in het bezit is van een computer heeft men mij prompt als verbindingspersoon gebombardeerd tussen onze werkmanswijk en uw diensten. U zou mij dan ook ten zeerste verplichten indien u mij per kerende enige duidelijkheid in deze materie zou kunnen verschaffen.
 
Gelieve te aanvaarden, Mijnheer de Burgemeester… enzovoort enzoverder…

 

Een antwoord mocht ik nog niet ontvangen maar het is niet ondenkbaar dat men op het stadhuis eerst zelf de uitgebreide wetteksten aangaande deze delicate materie dient uit te spitten teneinde mij een bevredigend antwoord te kunnen sturen.

 

Alsof wij hier nog geen werk genoeg aan ons hoofd hadden hebben wij ook de lay-out van onze site aangepast. Zoals u ongetwijfeld reeds gemerkt hebt steekt alles in een nieuw jasje. 't Is rustiger en overzichtelijker, zegt de ene. 't Trekt op geen kloten, zegt de andere. Wij hadden dan ook graag UW mening vernomen via ons gastenboek.

 

Ondertussen hebben wij onze site van zijn nieuwe jasje ontdaan en hebben wij hem weer in zijn oude pardesus gehesen. Mijn talrijke lezeressen meldden mij immers dat de strakheid van de nieuwe lay out niet echt paste bij de frivoliteit mijner teksten. Merci Poussin!

 

Op 29 januari 2005 werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte... Ik ben het ‘het Süskind-syndroom’ gaan noemen. Dat ik, telkens als ik zijn ‘Het Parfum’ lees, een onweerstaanbare drang heb om aan alles te ruiken. Ik leende het boek in kwestie minstens tien keer in de bibliotheek en onlangs zag ik het in pocketuitgave liggen voor de belachelijke prijs van zeven euro. Ik kocht het kleinood, zocht één van mijn verloren gelegde leesbrillen (pocketuitgave), herlas het boek en hang de laatste tijd dus weer overal met mijn neus in. Mocht u straks, tijdens een toevallige ontmoeting, mijn neusorgaan plots ongemakkelijk dicht weten naderen dan weet u hoe dat komt. Don't blame my nose. 't Is de schuld van een in 1985 olfactorisch op drift geraakte Süskind.

 

Het zijn drukke tijden. Volgende week (op 4 februari) gaat in Moerkerke ‘Het evangelie volgens Marcus’ in première. Een goeie maand later (op 5 maart) gaat in Assebroek ‘Blankenberge’ in première. Twee stukken waarvan de regie in mijn handen ligt. Onnodig te zeggen dat u geen van beide stukken mag missen. Alle gegevens zijn te vinden in de indrukwekkende link ‘Toneel’. U moest nu eigenlijk al aan de telefoon hangen voor kaarten.

 

Op zoek naar wat rust plukte ik Schubert uit de kast. Het ‘Adagio for String Quartet’, dat u op de achtergrond kunt horen, is één van mijn absolute favorieten. Voor de rest weet ik niet zoveel over deze componerende snuiter. Meer nog, de biografie van Schubert interesseert mij geen fluit. Maar zijn muziek voor strijkers brengt mij bij momenten dus wel degelijk in uiterste vervoering. Qua vervoering kunnen de NMBS en De Lijn hier het obligate punt aan zuigen. Maar goed, wat kan u dat schelen wie of wat mij in vervoering brengt. ’t Zal u waarschijnlijk worst wezen. En u hebt overschot van gelijk.

 

Ik zou zelfs meer durven zeggen. Voor hetzelfde geld flikker ik die Schubert er volgende week af en praat er hier op slag geen mens meer over dat Adagio. Het kan natuurlijk ook dat deze compositie hier een maand blijft staan (want het blijft natuurlijk een meesterwerk). Het zal ongetwijfeld van mijn stemming afhangen. Soms wil ik elke seconde iets nieuws. Op andere momenten berust ik zonder blozen in het oude.

 

Er valt momenteel eigenlijk erg weinig te melden. U vraagt zich waarschijnlijk af waarom ik dan toch het klavier heb uitgeschoven? Naast mijn reclamecampagne voor die twee nakende toneelstukken betreft het hier enkel een kwestie van technisch onderhoud. Als je dat in en uitschuifmechanisme van mijn computertafel niet af en toe gebruikt dan gaat dat ding vreselijk steeg werken. Dat je dat klavier dan met geen mogelijkheid meer deftig uit dat meubel krijgt. Met een laptop heb je dat probleem niet. Die klik je open en je klikt hem daarna gewoon weer dicht. Nooit enige hinder van steeg schuivende mechanismen bij een laptop. Mocht ik rijk zijn, ik kocht er één. Helaas, door armoede gewurgd is mijn lot op dat vlak al heel lang bezegeld.

 

Mocht er alsnog iets schokkends gebeuren in mijn leven dan houd ik u zeker op de hoogte. Dan leest u daar hier alles over. Tot die tijd zal ik zwijgend aan u denken. Of misschien ook niet. Weet ik immers wie hier allemaal leest. Voor 't zelfde geld ken ik u geeneens.

 

Op 06 februari 2005 werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte... Het is vandaag zondag. Gisteren weer eens op totaal onverantwoorde wijze in de Leffe gevlogen met alle gevolgen van dien. Fluwelen kabouters (het kunnen ook smurfen zijn) zwemmen in mijn darmkanaal en groezelige kobolden vreten de binnenkant van mijn schedel kaal. Deze dag zal ongetwijfeld verdampen in het niets. Mijn gedachten zullen over al het leed van deze wereld glijden en de duistere kant van dat lijden zal mijn stemming bepalen.

 

Op zo’n momenten overvalt mij vaak een weemoedigheid die zijn gelijke niet kent in de geschiedenis van de weltschmerz. Een zacht treurige stemming die repetitief door mijn kop kabbelt. Als confetti dwarrelen duistere kleuren over mij neer. Het vreemde is dat ik dergelijke momenten koester. Meer nog, ik durf ze zelfs te voeden met heerlijke muzikale smart. Neil Young, Nick Drake, Lou Reed, Nick Cave, Van Morrison, Tindersticks, Bonnie Prince Billy… het slag van artiesten dat er niet voor terugdeinst om ook hun mistroostigheid aan het vinyl toe te vertrouwen. En genieten dat ik dan doe.

 

Nu dus ook weer. Dat het leven al bij al geen lolletje is. Mocht er mij nu iemand een grap vertellen, ik zou veinzen dat ik de pointe niet snap. Stoor mij alstublieft niet in mijn somberheid. Laat mij alleen en gun mij dit heerlijk verdriet.

 

Als je in zo’n stemming toevallig op de website van het Brugse carnavalscollectief “De Totentrekkersgarde” terecht komt dan ga je je van de weeromstuit plaatsvervangend de ballen uit je broek schamen. Ik heb dat hele carnavalgedoe eigenlijk nooit goed verstaan. Waar komt bij dat volk toch die onhebbelijke gewoonte vandaan om jaarlijks één of andere pipo tot 'prins' te willen kronen? Als ik op televisie zo’n prins door het beeld zie schrijden dan trekt mijn kerf in duizend plooien. Wie maakt nu in godsnaam van belachelijkheid zijn levensdoel? Mocht het nog bestaan, je zou op zo’n momenten toch prompt via een aangetekend schrijven je kijk en luistergeld terug eisen van de overheid? God zal ongetwijfeld van elke soort zijn getal nodig gehad hebben maar op zo’n momenten vraag ik mij soms luidop af welke soort hij bij dergelijke sujetten in gedachten had.

 

Maar bon, we wijken af. Waar ging het ook alweer over? Over mijn weemoedigheid, juist. En dat ik op zo’n momenten dus geen enkele boodschap heb aan welke artificiële vreugde ook. Leve de zwartgalligheid. Ik omhels de neerslachtigheid. Als het morgen over zal zijn dan zal ik mij glimlachend tot u wenden. Tot zover is het, gedrenkt in zelfbeklag, troosteloos genieten geblazen.

   

En dan nu, geachte bezoeker, tijd voor het oude zeer. Mijn pogingen om u massaal naar mijn gastenboek te drijven mislukt keer op keer. Mijn vrouw vroeg me onlangs nog kurkdroog wat het ding eigenlijk nog staat te doen op mijn site als er toch bijna niemand in schrijft. En ik zei haar: "Liefste, ik geef de mensheid nog tot Pasen de tijd... daarna vervang ik dat gastenboek door een vijg!" Mijn antwoord scheen haar niet geheel te bevredigen want ze zuchtte en zei: "Seffens een vijg tegen uw oren!" 

 

Op 12 februari 2005 werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte... Sinds Raymond Van Het Groenewoud zich in de ontwapenende warmte van Sigrid Spruyt heeft genesteld (bron: Humo) hoor ik maar weinig meer van hem. Of dit aan Sigrid ligt valt ten zeerste te betwijfelen want vóór hun vermeende affaire hoorde ik eigenlijk ook nooit iets van Raymond. Misschien heeft die mens wel andere dingen aan zijn hoofd dan ganser dagen contacten te leggen met briljante schrijvers zoals ik. Nu, om eerlijk te zijn, u zou mij waarschijnlijk ook maar weinig meer horen mocht ik de lakens met Sigrid mogen delen. ’t Is je dus vergeven, Raymond. Vergeten en vergeven, zoals ze dat hier zeggen. Zand erover. Meer nog, ik zal de mensheid hier eens met hun neus op ‘Alles Vergeten’ duwen. Die prachtige song die op je voorlaatste CD ‘Tot Morgen’ staat te blinken. Naar mijn persoonlijk aanvoelen was het van ‘Brussels By Night’ geleden dat je nog eens zo’n schitterende intro uit je muzikale mouw schudde.

 
Maar goed, to the point. Wat zit ik hier in ‘s hemelsnaam over en tegen Raymond Van Het Groenewoud te lullen! Ik ken die mens geeneens. Ja, wel eens voorbij zien passeren op een fiets in het Brugse. In de tijd toen hij nog geen Borsalino’s en maatpakken droeg maar mutsen en trainingspakken van de Berca. Naar verluidt was Sigrid toen ook al één van zijn fans. ’t Kan soms raar gaan in ’t leven. Dat ze nog lang en gelukkig… Enfin, dat u zich daar eigenlijk geen zak van aan te trekken hebt, van heel die affaire. En ik nog minder. Ik zal mij een beetje bezighouden met de doorlichting van de amoureuze avonturen van BV's! Op dat vlak heeft de doorsnee riooljournalistiek aan mij geenszins een groot licht verloren (om het maar eens eufemistisch uit te drukken).

 

Bon, ondertussen zit u naar die intro te luisteren en geef toe: hij mag er wezen. U moet hem voor de aardigheid eens proberen mee te fluiten. Ik weet het, ’t is onbegonnen werk. Hij zit dusdanig uitgekiend in elkaar dat u eigenlijk een piano, een drummachine, een jachthoren en een vrouwenkoor van doen hebt om de sfeer ook maar een beetje te benaderen. (Instrumentaal doe ik hier een pure gok, zoals de kenners waarschijnlijk al zullen gemerkt hebben.) Intro’s, ze zouden ze nog langer moeten maken want ik kan er uren naar luisteren. Neem nu bijvoorbeeld die intro van ‘Manifesto’ van Roxy Music. Uren kan ik daarnaar luisteren. ’t Probleem in deze is natuurlijk dat je na enkele minuten luisteren algelijk de song in kwestie aan je rekker hebt. Er zouden compilatie CD’s moeten worden gemaakt waarop enkel en alleen indrukwekkende intro’s staan. Een gratis gouden tip voor platenmaatschappijen. Een gat in de markt ter grootte van de reet van Louis Michel en Jean Luc Dehaene samen. Maar denkt ge dat die oelewappers luisteren? Wat zouden ze!  

 

Roxy Music, waar is de tijd. Die flamboyante Bryan Ferry heeft destijds ook menig vrouwelijke intieme doos in een gezond vloeiende binnenvaart getransformeerd. Weinig flamoes bleef immers onverschillig als deze dandy zijn opwachting maakte. Hoe ik dat allemaal weet? U had er indertijd eens moeten bijzijn toen mijn drie zusters in onze kalfslederen driezit netjes naast elkaar naar Top Pop zaten te kijken. Eén en al vaginaal geweld tijdens zo’n clip met Bryan Ferry. (Aan Ad Visser daarentegen had geen van de drie een boodschap!) Enfin, dat intiem jolijt en die hormonale kermis duurde doorgaans tot mijn vader omstreeks kwart voor acht zijn opwachting voor het scherm maakte en ordonneerde dat het tijd was voor Armand Pien. Via zijn weerpraatje zorgde de immer vrolijke Pien doorgaans voor kalmerende depressies en geruststellende droogte aan de kust. In onze driezit was het ondertussen dweilen geblazen. Tegen dat Pien ons ter afscheid weer eens had vergast op één of andere uit zijn voegen gebarsten suikerbiet zaten mijn zusters allang op hun kamer. Wat zich op zo’n momenten achter die drie gesloten deuren afspeelde is voor mij altijd een groot geheim gebleven.

 

Alles vergeten

elke daad en elk gelaat

niet meer weten

welke kant de aarde draait

eindelijk vrij!

 

Op 12 maart 2005 werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte... Ik heb er hier de laatste dagen nog niet teveel aan doodgedaan. De reden van dit nietsdoen valt niet te achterhalen of het zou moeten zijn dat mijn overvolle agenda mij danig in zijn ban hield dat ik met moeite wist wat eerst te doen. Dat ik dus hopen dingen aan mijn hoofd had (denk in deze bijvoorbeeld aan mijn wollen muts vanwege het late winteroffensief, de laatste dagen) waardoor mijn site efkes moest wachten. Maar eigenlijk doet het er niet toe wat of wie mij weerhield van enige actie. Het belangrijkste is dat er hier eindelijk weer wat beweging komt. Mouvementen, gelijk dat de mensen zeggen. Letters door elkaar zwierelen en hopen dat daar plots een leuke zin uit voortvloeit.

 

Zoiets als: de tulpen in mijn tuin staren mij ontroerd aan en ergens in de verte fluit een lijster vol heimwee zijn lied. Hoe ik nog nooit werd gevraagd als tekstschrijver voor het betere Vlaamse lied is mij een raadsel. Er is nochtans duidelijk een gebrek aan degelijke tekstschrijvers in de muziekwereld. Waarom denkt u dat James Last altijd instrumentaal van zijn lat geeft? "Van z’n eigens dadde, die mens vindt gewoon geen geschikte tekstschrijver.", roept er ene die denkt dat hij het weet. Maar hij weet het niet. Ik zal u hier een geheim verklappen: meneer Last wil simpelweg geen tekstschrijver vinden. Meneer Last is nog graag aan zijn gemak op dat vlak. En ik kan het weten want toen ik hem in het najaar van 1979 mijn kandidatuur liet geworden schreef hij mij bijna onmiddellijk terug en zei: “Laat maar, ik ben het nu azzo gewend.” Van zo’n redeneringen zou een mens toch van de weeromstuit van de slappe gaan schijten? Zoniet meneer Last. Hij is het nu "azzo gewend"!

 

Ik kan daar soms in een Franse colère van schieten, van mensen die niet vooruit willen in het leven. Ik moet mij dan altijd een moment neerleggen tot mijn colère over is en na een kwartier is daar doorgaans niets meer van te merken. Ik ben een gemakkelijke mens op dat vlak. Mijn vrouw zegt het ook vaak. Dat ze ver zou mogen zoeken om een gemakkelijkere mens als ik te vinden. Ik ben zo geboren. Ik kan daar ook weinig aan doen.

 

Maar het moet dus wel degelijk vooruit gaan in het leven. Dat een velocyclist met een platte band plots niet meer vooruit geraakt, tot daar aan toe, die mens kampt met een technisch probleem. Of iemand met griep die drie maanden in zijn bed moet blijven, van zo iemand kan een mens ook moeilijk straffe stoten verwachten. Maar dat een kerngezond iemand constant ter plaatse blijft trappelen daar kan ik met mijn beperkt verstand niet bij. Een mens zou er moedeloos van worden ware het niet dat die hele James Last mij eigenlijk geen barst kan schelen. Dat komt dus nog goed uit. Voor ’t zelfde geld mocht ik mij hier weer een kwartier neerleggen vanwege een colère-aanval.

 

Soms gebeuren er ook vreemde dingen op dat vlak. Soms gaat er plots iets vooruit waarvan een mens gehoopt had dat het nooit meer zou bewegen. Ik heb ooit een vriend gehad die absoluut niet kon schrijven. Een goeie mens hoor, maar een regelrechte ramp als het om het geschreven woord ging. Zo'n typ waarvan je hoopt dat hij zijn eigen beperktheden zal inzien en dat hij dientengevolge nooit meer iets aan het papier zou toevertrouwen. Awel, uitgerekend die mens komt nu aan de kost als tekstschrijver. Hij schrijft wetteksten, de klootzak. Dat die krengen voor een normale mens totaal onleesbaar zijn dat is zijn schuld. Als ik mij op het werk weer eens door één of andere wettekst moet wurmen dan denk ik dikwijls “Fons,” denk ik dan “ge hebt er weer wat van gemaakt, me dunkt!” En dan voel ik het komen en dan moet ik mij onverwijld een poos te ruste leggen want zoniet keil ik mijn computer door het eerste beste openstaande raam. En dan zijn ze verwonderd dat een mens achterstand oploopt op zijn werk.

 

Voor de rest gaat alles prima met mij, dank u.

 

Mocht u altemets ooit één leesbare wettekst tegenkomen in uw leven, wees dan zo goed om hem integraal in mijn gastenboek achter te laten. Tenzij u liever gedichten schrijft want daar ben ik namelijk ook zot van, van flarden poëzie in mijn gastenboek.

 

Op 31 maart 2005 werd deze inleiding vervangen door... 

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte… Het toneelseizoen is achter de rug. Dat betekent dat ik weer volop tijd heb voor allerhande andere dingen. Gisterenochtend zette ik mij met een heerlijke kop sterke koffie aan mijn keukentafel, ik keek ontspannen voor me uit en ik sloeg aan het mijmeren. Mijn gedachten vliegen tijdens zo’n moment alle kanten uit maar dergelijke denkprocessen leiden zelden tot iets essentieels.  Mijn vrouw, die als geen ander de waardeloosheid van zo’n onproductief moment kan inschatten, vroeg mij langs haar neus weg of het geen tijd werd om de keuken eens een fris laagje verf te geven. “Ge kunt tijdens dat schilderen al mijmeren wat ge wilt maar ge zult tenminste iets nuttigs hebben gedaan”, voegde ze er een beetje sarcastisch aan toe.

 

Onze keuken. Ik heb hem in gedachten al zo’n zeven keer geschilderd, de laatste drie maanden. Want dat heb ik dus ook, dat ik tijdens mijn mijmeringen mezelf van alles zie doen dat nog gedaan zou moeten worden. Als ik niet oplet dan transformeer ik op zo’n momenten in een vrouw, waan ik mij Marie Arena en plaats ik in al mijn overmoed een douche van om en bij de zesduizend euro. Eén mijner buurvrouwen zou mij afgunstig aanstaren en ik zou haar toefluisteren dat ik toch ergens mijn oksels aan een dagelijks groot onderhoud moet kunnen onderwerpen. Zij zou mij ongetwijfeld onbegrijpend aankijken want naar de walm te oordelen zijn haar oksels een ongemoeide broeikast voor schimmels en zweet. Dat ge de natuur maar beter haar gang kunt laten gaan, meneer.

 

Maar goed, afgezien van het sarcasme in mijn vrouw haar voorstel ging er ook een soort dwang vanuit. Ik dus naar de Gamma om een borstel en een pot verf. Ge kunt van de Gamma al zeggen wat ge wilt maar niet dat ze hun cliënteel niks te bieden hebben. Hun aanbod is schier eindeloos! Een doorwinterde doe-het-zelver komt volgens mij meermaals tot een orgasme als hij zich door dit walhalla drumt. Ik val in zo’n handelszaken van de ene verbazing in de andere. Ge kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat iets voor. Het grootste gevaar van dergelijke klusparadijzen is het feit dat klunzen als ik zichzelf na enkele rayons ook vakmannen gaan wanen en zich daardoor gaan bezondigen aan de aanschaf van allerhande volkomen overbodig materiaal. Wanneer ik ooit die zelfreinigende verstekzaag, die volautomatische kolomboormachines of die haakse slijpmachine zal gebruiken is mij een raadsel, laat staan dat ik weet wanneer ik ooit die verchroomde sifonkap zal installeren.

 

Maar goed, mijn afwasbare satin (gebroken wit) van De Keyn (anno 1840) siert sedert gisterenavond wel mijn keukenmuren en deze morgen heb ik koffie gedronken in een prachtige herschilderde keuken. Het probleem in deze is nu natuurlijk dat je nu veel duidelijker ziet dat de living ook een likje zou kunnen gebruiken. En hoewel mijn vrouw ook wel beseft dat ze niet met een superman is getrouwd voelde ik haar deze morgen smekend in mijn richting kijken. Morgen gaan wij die living te lijf. Misschien kan ik dan ook in één moeite door met die zelfreinigende verstekzaak eindelijk eens dat verraderlijk uitsteeksel van ons TV meubel uit ons leven zagen. Morgen weliswaar. Vandaag neem ik een rustdag.

 

Voor ik het vergeet, mevrouw Arena, ik heb prachtige douchecabines zien staan. De prijzen varieerden van 500 tot 2500 euro (geplaatst èn van stromend water voorzien). In die laatste kon zich, mijns inziens, een volledig kabinet tegelijkertijd volledig schoon schrobben.

 

Op 17 april werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte…

 

Ik ben een groot voorstander van de lente maar het aanslepende slechte weer stemt mij zeer droevig. Regendruppels kletsen in formatie tegen het raam en de duiven schuilen onder elkanders vleugels. Onze kat valt van de veranda en komt geheel tegen de heersende normen in op haar staart terecht. Op de radio zingt een vrouw een vergeten lied waarvan ook ik mij de titel niet meer kan herinneren. Ze heeft een geschoolde stem met een zeer welluidende galm. Een ochtendsirene of iets in die aard. Als de laatste noten van het lied zijn uitgestorven volgt het weerbericht. Frank Deboosere wauwelt iets over aanhoudende neerslag met droge periodes in de Ardennen. Ze zullen aan de Baraque Fraiture hun grote met stoversaus en dubbele mayonaise in een bain de soleil kunnen nuttigen, gaat het heel even door mijn hoofd maar lang sta ik hier niet bij stil.

 

Onze broodrooster maakt een klikgeluid maar de geroosterde boterhammen springen er niet uit. Wij hebben sinds drie jaar een technisch mankement aan onze broodrooster. Een soort onoplosbaar euvel aan het uitwerpmechanisme. Je moet de boterhammen in kwestie dus eigenhandig uit die gleuven pulken en dat is geen sinecure want het is ochtend en mijn handelingen verlopen nog niet optimaal. Er gaat iets mis met het pulken en ik krijg een stroomstoot door mij heen. Geen dodelijk voltage maar toch flitst een fameuze schok door mijn lijf en leden.

 

Er volgt een ontbijt met toast, zacht gekookte eieren en koffie met een wolkje melk. Ik huiver bij de gedachte dat bepaalde mensen hun koffie zwart drinken. Ik drink mijn koffie nooit zwart. Ik heb een gloeiende hekel aan mensen die geen melk in huis hebben als je op hun koffie bent uitgenodigd. Iemand op de radio zegt dat het wel eens slecht zou kunnen aflopen met de metaalverwerkende industrie in ons land. Dit bericht schokt mij geenszins. Ik heb met de metaalverwerkende industrie niks te maken en het maakt mij dientengevolge dus ook niet uit of het nu slecht dan wel goed afloopt met deze tak van onze wonderbaarlijke industrie.

 

Ik ruim de tafel op en daarna rook ik een eerste sigaret. Vroeger, toen men de burgers nog niet had verteld dat roken op de nuchtere maar erg schadelijk is, durfde ik er wel eens eentje roken voor ik had ontbeten. Sinds dat bericht in kwestie dus nooit meer. De berichten over schadelijke dingen zijn tegenwoordig schering en inslag. Zowat alles wat wij eten, drinken, snuiven, inhaleren of aanraken blijkt uit niks dan kankerverwekkende stoffen te bestaan. Het leven zit met andere woorden vol gevaar. Sidderen en beven doe ik niet echt maar ik ben er toch ook geen honderd procent gerust op. Dat mag u rustig weten. Ik ben geen held.

 

Plots begint de hond uitzinnig te blaffen. Dat zal de postbode zijn. Ik haal mijn krant uit de bus en begin verwoed te lezen. Ik lees dat de voorzitter van de Opec heeft aangekondigd dat het oliekartel de productie vanaf volgende maand met 500.000 vaten per dag zal opvoeren. Het moge duidelijk zijn dat bij dergelijk heugelijk nieuws mijn dag niet meer stuk kan.

 

Of toch? Vanuit het weerstation meldt men ons immers het volgende: 

Om de luchtdrukverdeling op aarde beter te kunnen begrijpen, verbindt men op de weerkaarten alle plaatsen met dezelfde luchtdruk door lijnen, die men isobaren noemt. Als de isobaren dicht bij elkaar liggen, is er een groot drukverschil. De te verwachten wind zal deze drukverschillen moeten opheffen en zal dus krachtig zijn. Liggen de isobaren ver uit elkaar, dan is er weinig drukverschil (drukverval) en zal de wind zwak zijn.

 

Voorzichtigheid blijft mijns inziens dus in elk geval geboden.

Laten we voor de gein maar eens een opbeurend plaatje draaien.

 

Op 1 mei werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte… 

 

Ik zou aanvankelijk begin deze week mijn site van een nieuw inleidend woord hebben voorzien maar ik voelde mij niet helemaal lekker. Een soort buikgriep waarbij de slappe mij nader stond dan de harde. Een karrenvracht Motilium gevreten en voor de rest wat op mijn voeding gelet.

 

’s Ochtends beschuiten met veenbessenconfituur van Damhert, ’s middags magere platte kaas van Danone en ’s avonds een kom rijst met een lapje kippenfilet. Behalve uiterst geschikt voor het vreemd functionerend darmkanaal is het ook een eetpatroon om vol op te schijten. Honger dat ik de hele dag door had. Zoiets is onbeschrijfelijk. En maar lonken naar al dat fraaie lekkers dat in onze opbergkasten was opgeslagen. Gelukkig heb ik een karakter om kerken, kloosters, kathedralen en andere monumentale shit op te bouwen.

 

Vandaag is mijn toestand nog niet echt om over naar huis te schrijven maar daar ginds toch niemand op een brief van mij zit te wachten hoort u mij ook in deze alsnog niet klagen. Ik ben geenszins een klager. Klagen is iets voor zwakke mensen. Ik klaag nooit. Mijn gebit mag uit mijn muil waaien bij 9 beaufort, ik zal er hoogstens eens luid om vloeken maar daarmee is de grens van mijn ongenoegen dan ook doorgaans bereikt. De ombudsvrouw zult u mij nooit zien bellen. Ik ken niet eens dat mens haar nummer.  Waarom zou ik mij met mijn kleine klachtjes immers wenden tot zo’n officieel aangestelde functionaris op wie de burger beroep kan doen, als hij door een beslissing van de overheid onbillijk meent te zijn behandeld en als een beroep op de rechter niet mogelijk of niet gewenst is. Ik denk niet dat zo’n wijf ook de afhandeling van een kwalijke draai in het leven behandelt. Zo’n rij tanden die uit je bek wapperen door een onvoorspelbare windhoos, daar kun je toch moeilijk de overheid mee opzadelen?

 

Maar goed, dit gezegd zijnde wil ik hier dus ook graag gewag maken van mijn nakende genezing. Na ontlasting moet ik niet meer meteen met de Harpic het email van de pot te lijf en dat wijst op zijn minst op één of andere ernstige beterschap. Straks kan ik weer Bourgondisch gaan leven en dat stemt mij vrolijk. Een echt vrolijke Frans zal ik wellicht nooit worden maar toch stroomt momenteel enige blijdschap door mijn herstellende lijf. Mocht u mijn opgewekte stem willen horen dan belt u mij maar eens. De kans is niet gering dat ik u de grap van het schaap en de welwillende edelman vertel. Gieren en brullen en dat allemaal aan een telefoon. Een mens valt in dit harde bestaan dus ook soms van de ene leuke verbazing in een ander kolderiek moment. Dat de pret bij manier van spreken dus heel even niet op kan.

 

Hoe deed men dat toch in de middeleeuwen toen men zich nog staande moest weten te houden met het bont der velden, een bundel vers gesneden rapen en een roedel zelfgekweekte kwartels. Je houdt het anno 2005 niet meer voor mogelijk maar ooit was het leven een lijdensweg om calvarie tegen te schreeuwen. Waarom zouden wij dan moeten zitten klagen?

 

Kop op dus, beste medemens. Bewaar uw waardigheid in daad en gedachten. Schenk aandacht aan het kleine en laat het grote voor wat het is want het is toch schier ongrijpbaar. Reik mij uw hand en ik zal u over deze of gene hindernis helpen met een menslievendheid die u ongetwijfeld van vreugde zal vervullen.

 

Volgende keer zal ik hier een giller van formaat plaatsen. Billen zullen worden gekletst en slips zullen worden vol gezeikt tijdens het lezen. Er zal vreugde heersen en er zal geen plaats zijn voor artificiële gevoelens, misplaatste angst of verlammende melancholie.

 

U hebt al bij al geluk dat ik u doodgraag zie. Wie zou anders die droefheid uit uw ogen wrijven? Wie reikt u heden nog belangloos zijn schouder om op uit te huilen?

 

Vlijmscherp aan beide kanten

het schuurpapier vol zwarte woorden

de haat en het kwaad

er heerste nood aan verlossing.

 

Hij kwam onverwacht

zaaide vreugde en

werd ’s ochtends uitgewuifd.

 

Op 22 mei werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Hoewel mijn BBQ al helemaal staat opgeblonken voor een zomer vol aangebrand en kankerverwekkend vlees straalt hij nog steeds een zielige werkloosheid uit. Het weder wil alsnog niet mee. Mei loopt ten einde en we hebben in dit land nog steeds een klimaat waarin pinguïns en ijsberen zich ongetwijfeld te pletter zouden amuseren. En dan die klimatologen met hun pseudo-wetenschappelijke baardgroei waar altijd wel wat aan scheelt maar blijven mekkeren en lullen dat de aarde aan het opwarmen is. Het is 20 mei en we zitten midden de winter. Zo is dat en niet anders.

 

Het werkt allemaal vreselijk op mijn gemoed hoor. Hoewel ik vorige keer een belofte had gedaan hoeft u hier alweer niet veel vrolijkheid te verwachten. Een mens bereidt zich godverdomme voor op de zomer en dan blijkt die er niet te komen!

 

Zo kocht ik in april alvast een prachtige zwembroek. Een soortement tangamodel met luipaardmotief. Daar zou ik wel even mijn buurvrouw mee imponeren. Helaas, het sexy kleinood ligt nog steeds in de oorspronkelijke verpakking opgeborgen. Mijn vrouw waarschuwde nog dat de aanschaf van dergelijk belachelijk model alleen maar voor oneindig veel klimatologische wraak zou zorgen en ze blijkt nog gelijk te gaan krijgen ook.

 

Ik kocht ook een Ray Ban zonnebril want ik wilde op mijn prachtig aangelegd terras in stijl de ene literaire klassieker na de andere lezen. Omdat ik trendy en hip en speciaal wilde doen schafte ik mij het nodige leesvoer aan. ‘Ulysses’ van ‘James Joyce’, 'De verzamelde gedichten' van 'Leonard Nolens',  The naked lunch’ van 'William S. Burroughs', 'On the road' van 'Jack Kerouac'... allemaal boekwerken die ongetwijfeld mijn buurvrouw nog meer zouden imponeren dan mijn zwembroek dat al deed maar helaas, de vernoemde werken zullen moeten wachten op beter weder.

 

U zult zich ongetwijfeld afvragen of het dan echt al kommer en kwel is wat mij treft heden ten dage. Awel, ’t scheelt niet veel want benevens de bekakte klimatologische toestanden volg ik sinds kort ook een waterkuur om af te slanken. Mijn lichaam bestaat al uit een oneindig percentage water en toch giet ik sinds een week elke dag drie liter Evian door mijn keelgat. De grammen vliegen eraf maar ik snak wel naar Leffe, Duvel, Orval en Westmalle. Ondertussen ben ik wel de gezondste mens van mijn parochie en ik kan u alleen maar aanraden om ook voldoende vocht tot u te nemen. Want wat las ik onlangs in een zeer gerenommeerde gezondheidsbrochure die vakkundig in een sixpack Evian was geschoven?

 

Uitdrogingsverschijnselen ingevolge watertekort spelen een belangrijke rol in nagenoeg alle chronische gezondheidsproblemen, van hernia en gewrichtstoestanden over hoge bloeddruk en cholesterol tot en met dementie, depressie en astma.

 

Het zijn duidelijk geen uilen daar op de PR afdeling van Evian. Met dergelijk onheilspellend gezeik jaag je de mensen de bomen in en doe je ze vanop een tak onverwijld naar een fles water grijpen.

 

Tjonge, water dat ik al gezopen heb de laatste tijd, je houdt het niet voor mogelijk. En zeiken dat een mens daarvan moet doen. Overal waar ik kom loop ik het toilet plat en stroel ik brillen in de vernieling. Als ik straks dus ongelofelijk gezond oog dan weet u alvast hoe dat komt. Als u mij een vraag stelt, en u blijkt voldoende vocht in uw lijf te hebben dan is de kans dat ik antwoord niet gering. Als ik niks zeg dan zit ik in een waterdepressie, want dat bestaat ook. Dat je hele dagen water loopt te zuipen terwijl je goed weet dat er honderden lucratievere dranken bestaan in het leven. En dat je van zo’n dingen van de weeromstuit in een mentaal dal geraakt van heb je me daar.

 

Maar niet getreurd, beste lezer, al bij al valt mijn toestand mee. Hier en daar wel een vermolmde rat tussen mijn getormenteerde stoelgang maar mijn urine is helder en da’s ook al veel in omstandigheden als deze.

 

Op 28 mei werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Is me dat toch een miserie in dit klotenland. De ene dag meent een mens nog de winter te ontwaren en de volgende dag is het koekenbak. Een niets en niemand ontziende hitte waarbij een mens zich afvraagt of het niet allemaal wat gematigder zou kunnen want je weet op voorhand dat zo’n exhiberend tropisch weer hier geen lang leven is beschoren.

 

Ik schrijf graag over het weder omdat ik een voorstander ben van middelmatigheid binnen de schrijverij. Over het weer kun je lullen tot je toeter er blauw van ziet want het is elke dag anders. ’t Probleem in deze is dat je eerder geschreven klimatologische novelles geen lang leven beschoren zijn. Op 20 mei schrijf je dat het winter is en precies acht dagen later lijkt zo’n uitspraak volledig achterhaald. Dames, mijne heren, het is vandaag zomer!

 

Zo’n lekker weertje roept het kind in mij naar boven. Benevens het zwembad daarstraks ook enkele verdwaalde kikkers opgeblazen. Ik heb mezelf te water gelaten – daar kwam net geen industriële hijskraan aan te pas – en met een gekoeld glas Pinot Gris lig ik hier gelaten en goedgezind de hitte te trotseren. Die toestanden aan zee zullen mij aan mijn toeter roesten, ik lig hier goed en comfortabel. Ik zal een beetje al die debielen en mongolen op de dijk van Blankenberge trotseren als ik hier in mijn eigen biotoop gelukkig kan liggen wezen.

 

Nu dient u niet te gaan denken dat mijn huidige leven over rozen gaat. Ik ben momenteel weliswaar niet geheel ongelukkig maar ook nu blijven de moeilijkheden mij koppig achtervolgen. Ik zou vanuit mijn opblaasbaar bad ‘Het jaar 1901’ van ‘Louis Paul Boon’ lezen maar de felle zon speelt mij parten. Enerzijds dien ik een zonnebril te gebruiken maar anderzijds ben ik sinds een jaar veroordeeld tot gebruik van een leesbril. Zit ik hier dus met twee brillen boven elkaar en dat is geenszins een sinecure. Die brillen lijken met elkaar te duelleren en donderen dientengevolge voortdurend van mijn neus en dan is het grabbelen geblazen in het bad en als zo’n malheuren zich blijvend voordoen dan kan zulks op den duur vreselijk op de zenuwen gaan werken. Ik heb mij ook vandaag dus tot enig gebruik van Valium moeten wenden teneinde in the mooth te blijven. Geen wonder blijft de farmaceutische industrie ook tijdens zomerse dagen floreren.

 

Ondertussen neem ik hier het hele tafereel in mij op en zit ik te denken wat hier nu eigenlijk het meest is opgeblazen, dat bad of mijn buik. En terwijl deugddoende zonnestralen mijn huid verwennen vraag ik mij af of er op de hele wereld überhaupt één dieet zou bestaan dat mij naar een slanker postuur zou kunnen leiden. Wil de meest gerenommeerde diëtiste van dit land mij alstublieft eens bellen? Mijn nummer kunt u vinden in de gele gids onder de rubriek ‘doemdenkers’.

 

PS: 'Het jaar 1901' van L.P.Boon is een juweeltje van een schrijver die als geen ander zijn stiel verstaat. Een hilarische, soms rauwe doch altijd beklijvende beschrijving van het alledaagse wel en wee van het gewone volk van Aalst op de drempel van de twintigste eeuw.

 

Op 17 juni werd deze inleiding vervangen door...

 

 Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Soms vraag ik mij af waarom ik de hele tijd op andermans weblog zit te leuteren in plaats van hier mijn talrijke woorden te dumpen. Achteraf gezien had ik misschien ook beter zo’n druk interactief weblog uit de grond gestampt in plaats van zo’n ouderwetse website waar waarschijnlijk geen mens iets aan heeft.

 

Aan de andere kant, iemand met een weblog wordt geacht om elke dag iets te schrijven en ziet u mij al elke dag met een ander schrijfsel naderen. U zou mij waarschijnlijk zien komen! Ik van mijn kant ga mij een beetje zitten uitsloven om u dagelijks een stuk leesvoer te bezorgen. Tarara Farilde! Ik ben goed maar alsnog niet gek. Over die laatste stelling zou mijn dokter u ongetwijfeld een heel ander verhaal kunnen vertellen.

 

Om de aanhoudende leegte in mijn gastenboek wat op te vullen heb ik de laatste tijd  het krankzinnige idee opgevat om af en toe een brief aan mezelf te schrijven. U hoort het goed, beste lezer, ik schrijf in mijn eigen gastenboek. Weliswaar onder allerhande schuilnamen maar toch. Ik ben een beleefde mens dus beantwoord ik ook braaf mijn eigen brieven. Mijn huisdokter, die tevens tot voor kort hoofdsponsor van deze site was, stelde onlangs een geheel nieuw medicament tegen schizofrenie voor maar daar heb ik - via een keurig uitgevoerde uppercut tegen zijn tanden - voor bedankt. Die tanden vlogen alle kanten uit want mijn dokter bleek eigenaar van een erg fragiel gebit. Ik heb dus, benevens behoorlijk wat last van spoken in mijn hoofd, ook heel wat andere dringende zaken aan mijn kop. Op zoek gaan naar een nieuwe hoofdsponsor voor deze site is één van die urgente bezigheden.

 

Ooit werd ik gesponsord door een gekend merk van chocopasta tot die schlemielen in de gaten kregen dat ik eigenlijk eerder een diehard fan van smeerkazen was. De bruine geldkranen werden terstond dichtgedraaid en bij navraag bleken die andere hufters - die losers van de lachende koe dus - bleken die dus over geen budget te beschikken voor het sponsoren van websites. Nochtans, ze hebben al een fortuin aan mij verdiend, die afgelebberde mongolen. Mocht u de dozen smeerkaas die ik in mijn leven al heb gevreten op een rij zetten, u zou er internationale snelwegen mee kunnen plaveien. Maar goed, ik vermoed in u geen wegwerker dus laten we dat hele gedoe met dat plaveien maar vergeten.

 

Tot ik de ware mecenas heb gevonden leest u dus een ongesponsorde website. Dat heeft voordelen maar ook nadelen. Het voordeel is dat een mens ongebonden is aan verplichtingen jegens zijn sponsor. Ik kan hier elke multinational zitten uitschijten tot er een mesthoop ontstaat, het scheelt niks aan m’n inkomsten. Misschien krijg ik hier en daar een proces aan mijn broek wegens smaad en laster en al van die vreemde dingen maar financieel maakt het dus geen enkel verschil. Tenzij ik een boete van 1000 euro aan mijn broek krijg genaaid. Maar ach, wat is 1000 euro voor een man als ik? Juist, een enorme som geld die ik nooit zou kunnen betalen. En zo zijn we pardoes ook bij de nadelen van een niet gesponsorde website. Dat je er niet zomaar zonder slag of stoot Jan en alleman kunt op zitten uitschijten. Dat gerecht en mede zijn rechters vallen geenszins te onderschatten.

 

Ooit zal ik culinaire studies volgen en na mijn diplomering als meesterkok zal dat hele gerecht wel weten waar het aan toe is. De moeilijkheid in deze is dan natuurlijk weer dat ik op zoek moet naar een vijf sterren restaurant en of een mens zoiets bewerkstelligt zonder sponsoring valt ten zeerste te betwijfelen.

 

En als u mij dan nu wilt excuseren, er dient dringend een konijn geslacht en een gros pruimen getrokken want overmorgen is het zondag, en dan sta ik achter het fornuis. Ik mag dan momenteel nog wel geen gediplomeerde kok zijn, mijn “konijn met pruimen op wijze van de chef” is onovertroffen in een straal van duizend mijlen onder zee. En dan zou u mijn vispannetjes eens moeten meemaken! Of mijn gefileerde orka in de room. Of in het groen. Zo’n Orka blijft al bij al een soepele materie. Dit in schril kontrast met de Oost Indische Slijkforel maar dit is dan ook een geheel andere vissoort  over dewelke ik u in de nabije toekomst nog wel eens een novelle ten geschenke zal doen.

 

Op 02 juli werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Doorgaans ben ik één en al somberheid maar vandaag voel ik een vleugje blijheid. Helemaal vrij van lichamelijke ongemakken ben ik nooit maar die kunnen vandaag blijkbaar mijn voorzichtig optimisme niet verhinderen . Het kan aan die scheut reggae en aan dat kleine geurende dingetje liggen waarop ik mezelf zojuist trakteerde. Hoe dan ook, ik let wel op voor algehele vreugde en in mijn vrieskast bewaar ik angstvallig een pot chrysanten voor het geval ik plots door het dolle heen zou raken qua blijdschap en zo. In diezelfde vrieskast zitten ook ijsblokjes. Ik laat er twee van in een glas Ricard glijden, sluit mijn ogen, snuif de mix van geuren, laat de muziek tot me doordringen en waan me op een tropisch eiland. U zult waarschijnlijk denken: “Makkelijk zat, in dit prachtige weer!”, maar vergist u zich niet, beste lezer, want het is hier immers sinds twee dagen weer gaan regenen. U begrijpt dat de inleving mijnerzijds van een optimisme getuigt waar menig cliniclown een punt zou kunnen aan zuigen.

 

Maar goed, TerZake! En in het bijzonder de opmerkelijke verschijning van ene Phara de Aguirre in dit actualiteitenmagazine. Daar ik nooit een grote fan van actualiteiten ben geweest gaat mijn aandacht tijdens het bekijken van dit programma doorgaans uit naar Phara zelve. Sjonge, is me dat toch een stoot, die Phara! Daar gaat mijn toeter meteen de allerhoogste tonen van fluiten. Of ze het nu over de politieke instabiliteit in Irak heeft, of ze snijdt één of ander kwalijk gevolg van een hittegolf aan… altijd weer een fluitconcert in mijn broek waar Bobbejaan Schoepe alleen maar kon van dromen gedurende zijn actieve carrière.  En dan te bedenken dat de vrouwelijke TerZake-kijkers het moeten stellen met Siegfried Bracke. Dat is op sensueel vlak toch de minst aangename vlag waar onze nationale omroep in de laatste 250 jaar mee gezwaaid heeft? Als je bij die man niet over je toeren geraakt van zijn haarsnit dan brengt zijn eeuwige strik je alsnog in shocktoestand! Ga daar als vrouw maar eens uit je sneetje van zitten zweten. De nood zou volgens mij al erg groot moeten zijn. Neen, dan denk ik dat je als lesbische meerwaardezoeker beter af bent bij TerZake. Ik mag dan al geen lid zijn van het roze legioen, ik denk dat Phara ook in die kringen in menig bovenste schuifje ligt. Leer mij lesbiennes kennen, ik ben nog een tijd hulpkinesist van Martina Navratilova geweest.

 

Wabliefteru? Dat de nationale omroep nog zolang niet bestaat? Ja, van eigens dat de nationale omroep nog zolang niet bestaat, België bestaat pas 175 jaar. Maar we gaan daar toch niet moeilijk over doen zeker? Dat was gewoon bij manier van overdrijven, die 250 jaar. En los van het feit dat ik hier een bewuste fout maakte denkt u toch niet dat ik bij alles wat ik hier schrijf data en feiten zal gaan uitpluizen. Alstublieft zeg, ik heb nog niet genoeg aan mijn hoofd!

 

Neem nu mijn rug. Daar huist momenteel sinds twee dagen een hernia, een lumbago of nog iets anders waar een mens ook ontzettende kan van afzien. Een juiste diagnose werd nog niet gesteld omdat het weekend is. Er is met name niet één gerenommeerd rugspecialist die werkt tijdens het weekend. Eén bende luie vlerken zijn het! Ik zal dus moeten wachten tot maandag om de juiste schade aan mijn skeletmuskulatuur te laten opmeten. Ondertussen draai ik hier de ene Dorsilon na de ander in mijn orgel omdat dit medicament het Mephenoxalone bevat. Dit is een originele werkzame stof die de specifieke eigenschap heeft om spiercontracties en musculaire krampen op te heffen. Hoe ik dat allemaal weet? Ik vertelde u toch eerder dat ik nog een tijd hulpkinesist van Martina Navratilova ben geweest?

 

Volgens de bijsluiter zijn secundaire nevenwerkingen zeldzaam maar behoren misselijkheid, hoofdpijn, sidderingen, duizeligheid en allergische reacties tot de mogelijkheden. Reden te over dus om mij enorm veel zorgen te maken want ik ben een beetje azzo… enorm gevoelig voor bijwerkingen allerhande. Ik vraag me trouwens af of die plotse hardnekkige rode vlekken in mijn halsstreek normaal zouden zijn. Kwestie ben ik al niet één en al nevenwerking, bedenk ik, en op slag begin ik te duizelen en slaat mijn hoofd open en toe.

 

Op 18 juli werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Er zijn nogal wat klachten gekomen van mensen die deze site één grote warboel vinden. Vele van die mensen liggen nu een beetje te bekomen in een ziekenhuis van die uppercut die ze na hun opmerking moesten incasseren. Ja, die agressie in mij loopt een beetje hand in hand met mijn onvermogen om kritiek te aanvaarden. Ik wens die mensen van hieruit ook veel beterschap en wil me vooral excuseren voor mijn wangedrag.
 
Het hele eieren vreten in deze is natuurlijk dat die mensen gelijk hebben in hun kritiek. Als je maar om de zoveel tijd deze site betreedt dan blijft het inderdaad een raden naar welke geschriften nieuw zijn en welke hier al jaren staan te blinken.

 

Bepaalde goede zielen (waarom dwalen mijn gedachten hier plots naar Lode Zielens, waarom?)  proberen mij al maanden via een zeer ingewikkeld technisch jargon op het juiste spoor te zetten maar het probleem in deze is dat ik daar de ballen van snap en dat ik tijdens hun prachtig discours dus wel vaker in mezelf zit te murmelen: "Weet ge wat ge doet, bende bargoense bavianen, steek heel uw jargon in uw gat!”. Ik weet het wel, dit is niet erg netjes van mij maar ik ben een digibeet pur sang en tijdens een al te veredelde, technische uitleg, gedraag ik mij bij vlagen erg rudimentair en derhalve ongemanierd.

 

Ik ben dus volledig overgeleverd aan de goodwill van mijn provider in deze prangende materie en ik probeer er het beste uit te halen. De diensten van zo’n aanbieder vergelijk ik een beetje met een gebruiksaanwijzing van een videorecorder. Ik haal uit alles maar 5% van wat erin zit. Zo heeft het zes maanden geduurd eer ik een noot muziek op mijn site kreeg! Ik vermoed dat de techneut in mij zich ophield in mijn nageboorte. Vrouwen die van een vleugje cosmetische crême van mijn placenta hebben genoten herken je dan ook aan hun uitstraling, hun attitude en hun opmerkelijke intelligentie.

 

Ikzelf ben daar dus van verstoken gebleven. Ik moet het hebben van pure logica en ga dus systematisch tewerk. In de navigatiebalk heb je de drie eerste items die nooit veranderen. “Home” – “CV” – “Links”. Het vierde icoontje is altijd het nieuwste wat er te lezen staat. In feite een zeer simpel systeem en dat een mens er algelijk maar moet opkomen. “Aanklacht” is dus de laatst geplaatste vertelling. Terwijl "Voorjaarsstorm" dan weer het op één na laatst geplaatste verhaal is. Een historie waarvoor mijn grootmoeder mij trouwens een proces aandeed. Van je eigen familie moet je het hebben!

 

Het kan dus allemaal heus zo moeilijk niet zijn, zit ik dan te denken!

 

Ik ben er me van bewust dat Tripod nog heel wat meer technische mogelijkheden biedt maar die kan ik met mijn beperkt intellect dus niet vatten. Het ware goed dat kenners (van het vrouwelijke geslacht uiteraard) zich hier achter de computer naast mij vleiden en mij die onbeperkte en verborgen mogelijkheden stap voor stap uitlegden. De kans dat ik zo’n bereidwillige vrouw vind die ook nog van mijn placenta heeft genoten is uiterst gering.

 

Ik vrees dus dat u het in deze nog een tijdje met de huidige opmaak zult moeten stellen.

 

Het is momenteel zo’n 25°, een late, deugddoende zon streelt mijn lijf, een glas champagne spuwt zijn bubbels, op de BBQ ligt een côte à l’os naar mij te lachen en de hond vraagt mij kwispelend ten dans. Hij is dan ook verwekt door een Argentijnse reu en heeft de tango in zijn bloed.  U zult ongetwijfeld begrijpen dat ik hier geen moment langer achter dit klavier kan blijven zitten. La vie en rose en zo!! 

 

Op 26 juli werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Ik sta met de handen op de rug door het raam te staren en droom weg naar exotische stranden waar de zon nooit stopt met schijnen. Helaas, this is Belgium. Regen valt onophoudelijk vanuit een grijs wolkendek op mijn terras. Twijfelend tussen Nick Cave en Tom Waits schuif ik uiteindelijk 'Cemetery Shoes' van 'Johnny Dowd' in de CD en klik meteen door naar nummer tien. 'Dylan’s coat'. Ik ben een vat vol verrassingen.

 

Wat een verademing, zo’n luchtig muziekje tussen al die klimatologische ellende door. Om de vijf seconden tikt mijn voet speels een maatje mee. ’t Lijkt wel een walsje om met iemand op te dansen die al zes maanden is overleden. Het juiste tempo proberen aan te houden met een hoop verbleekte botten in je handen. Stijldansen op het plaatselijke kerkhof. Plaats zat want in de zomer sjokt er weinig volk tussen de verpauperde zerken. Rond november kun je er op de koppen lopen maar tijdens de zomer is het er rustig. De grond is wel oneffen en het lijkt me moeilijk om daar in stijl op te dansen.

 

Laat ik me nu maar niet meeslepen door sombere gedachten aan de dood en de verrotting. Laat ik mij maar eens concentreren op dat stijldansen zelf.

 

Het meest prangende probleem in deze kwestie is wellicht dat ik het stijldansen niet machtig ben. Ik weet trouwens niet of het iets voor mij zou zijn, dat zwierig zwaaiend schuiven op een blinkende parketvloer. Ik heb simpelweg geen gevoel voor gedeelde ritmes. Het juiste tempo bepalen, de juiste snelheid inschatten, de gewenste beweeglijkheid bereiken… het lijkt technisch allerminst simpel, zo’n stijldans. Daarnaast is er natuurlijk ook de vestimentaire kant van de zaak. Ziet u mij al in zo’n lachwekkende maillot met een vrouwelijke medemens statig door een danszaal schuifelen? Neen, dat dacht ik ook niet.

 

‘Dylan’s Coat’ rolt over in ‘Rip Off’, een vrolijk instrumentaal ketelmuziekje waar ik wel pap van lust. Alsof Dowd plots in een obscure tweedehands platenzaak een LP van The Shadows heeft ontdekt. (Als u nu nog even geduld oefent dan kunt u straks dat nummer horen... komt meteen aansluitend op deze 'Dylans Coat'!) Bij zoiets hoort een sigaretje en een glaasje porto. Van het ene glaasje komt het andere en na een halfuur en vier glaasjes port kan het mij geen fuck meer schelen of het nu regent of hagelt of sneeuwt.

 

Plots krijg ik zin om iets heel banaals te schrijven. Zo’n tekst waarin iemand door zijn venster staat te kijken terwijl het regent bijvoorbeeld. En dan wordt dat personage onder invloed van porto plots volledig onverschilig voor het klimaat. Dat soort 'schrijvelingetje' dus.  

 

Niet getreurd, beste lezer, morgen schijnt de zon ongetwijfeld weer volop en kunnen wij als vanouds grillige melanomen en andere huidaandoeningen kweken. Voor de kweek van echte champignons is een kelder aangewezen.

 

Op 13 augustus werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Weinig mensen weten dat, want het is mij ook niet aan te zien maar ik heb behoorlijk de pest in omdat de zomer dit jaar kwakkelt dat het niet mooi meer is. Ik ben een ecologist pur sang en in mijn drang om het milieu van alle kwaad te vrijwaren leef ik al mijn hele leven op zonne-energie. Met zo'n zomer kan een mens het dan wel schudden. Mijn tred is dramatisch, mijn blik vertroebeld, mijn mond verkrampt en mijn gevoel voor humor sijpelt grap na grap in een diepe duistere spelonk, een soort afgrond waar zelfs een Tiroler zijn hoed met pluim zou voor afnemen. Sjonge, sjonge, is me dat eventjes een afgrond. Wie over de rand in die diepte loert krijgt het op slag benauwd of gaat hyperventileren van 't vaderland weg. Laat aanrukken, die plastieken zakken en die yogadocenten!

 

Soms, als het tegen de avond opklaart en de zon schuchter door het wolkendek tuurt kan ik mijn vreugde niet op. Dan ga ik op een stoel op mijn terras zitten en schenk ik mezelf een glas vocht. Dat kan vanalles zijn. Als er ook maar een greintje percentage alcohol in zit dan zult u mijn keel nooit weten refuseren. Een simpele Jupiler, een kuip Duvel, een teil Bruine Leffe, een vat rode wijn... enfin, als het maar vloeit. Terwijl ik drink bekijk ik de hond die het mos van tussen de klinkers wroet. Mochten er truffels tussen mijn klinkers groeien dan zou ik ongetwijfeld erg veel aan dat diertje hebben. Nu bezorgt hij me alleen een hoop werk. Ik dien immers dat mos samen te vegen na zijn strapatsen. Dit is helaas niet alles. Als hij een vierkante meter heeft omgewoeld dat gaat hij voldaan en met een tevreden grijns op de bek een bolus zitten draaien. En wie mag die kunstzinnig gedraaide bruine hoopjes opruimen? Juist, bibi dus.

 

De strontschep van dienst is een soort plastieken lepelklem die wij ooit gratis kregen bij de aankoop van een slakom. Die slakom zelf is ook al een hele tijd geen slakom meer maar doet nu dienst als vergaarbak van onuitgespoelde verfborstels. Ik weet niet of u dat ook heeft maar elke keer als ik mij met fel gekleurde acrylverf uitleef dan blijkt er achteraf nooit een druppel white spirit in huis te zijn. De kleine huis- tuin- en keukenprobleempjes, zeg maar.

 

Maar goed, we hadden het over de zomer of het gebrek daaraan. Dat ik dus maar niet opgeladen raak en dat zoiets natuurlijk nefast is voor mijn dagelijks functioneren. Mijn wankele tred zorgde er zelfs voor dat ik onlangs op de festivalweide van Dranouter onderuit ging. Door een eerdere stortbui was de weide verworden tot een spekgladde modderpoel waardoor ik plots met mijn 95 kilo vol tegen de grond smakte. Mijn rijstschoteltje dat ik net gekocht had kwakte uit mijn handen en spetterde alle kanten op. Het gedaver van mijn val sloeg zelfs Lou Reed uit zijn muzikale lood waardoor diens optreden in een neerwaartse spiraal belandde. 't Ging van kwaad naar erger met Ome Lou. Wat een draak van een optreden was dat! Pseudo-musicologen gewaagden achteraf van een sterk intimistisch optreden. En zo hebben die lullen altijd wel wat te lullen.

 

Wie ook wat te lullen had was die man die mijn rijstschoteltje over zich heen had gekregen. Die bleek helemaal niet gediend met de gratis Indische douche en terwijl hij de pikante saus van zijn bril stond te wrijven begon hij mij te confronteren met mijn verantwoordelijkheid in die zaak.  Of ik al eens goed naar zijn das had gekeken? Ja, dat had ik. Dat iemand met een das door het leven stapt kan mij niet schelen maar wie op een folkfestival ronddwaalt met een plastron met embleem van Lacoste om zijn veel te dikke nek die vraagt er mijns inziens toch een beetje om. Ik had geen zin in een discussie. Ik keek hem diep in de ogen, haalde langzaam adem en zei: “Ik geef uw krokodil te eten en u bent mij niet eens dankbaar, barbaar die ge zijt!” Er moet iets dreigends van mijn blik zijn uitgegaan want zijn vrouw zei: “Kom, Jean-Louis, laten we terug naar de VIP ruimte gaan, het is daar veiliger.” Terwijl ze zich uit de voeten maakten zwaaide ik hen uit en murmelde: “Take a walk on the wild side, klaplopers!”

 

Van ’t één kwam ’t ander en na een wijle raakte ik dronken. Wat is dat toch met mij!

 

Op 09 september werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Overdag worden wrede veldslagen uitgevochten met de demonen en 's avonds ontmoeten wij onze engelen. Gevleugelde momenten van schoonheid waar warmte en tederheid vanaf stralen. Tegen de ochtend nemen wij hen zachtjes bij de lenden, openen het raam en geven hen een zetje. Met knipperende oogleden vanwege het felle zonlicht vliegen zij weg van ons en laten ons achter in staat van verwarring. Het bloed sijpelt uit onze wonden en wij likken elkanders schade.

 

Geruisloos daal ik de trap af op weg naar nergens. Zij blijft achter. Dit mag geen bitter afscheid worden. Ge moogt niet huilen. Dit is geen drama. Dit is wat er later zal van resten.

 

En dan, een wijle later, komt zij zich langzaam nestelen. Wees welkom, gij zoetste herinnering. Ge smaakt naar gesuikerd deeg. Ge maakt het geluid van duizend kleine woorden. Ge geurt naar de dauw in het poldergras die daartsraks nog mijn voeten likte.

 

Later zal de bel gaan. Er zal mij een man komen melden dat de aarde zal vergaan. Het einde van de wereld zal verkondigd worden. Het is immers niet voor niets zondag.

 

En ik, ik zal zeggen dat ik er bijna klaar voor ben. En ondertussen zal ik gewoon blijven leven met diep in mij de verborgen gedachte dat ik weer een stuk rijker ben geworden.

 

Op 06 oktober werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Teneinde onze dienstverlening te verbeteren hebben wij heden besloten om u via deze de juiste lottocijfers voor zaterdag 8 oktober te laten geworden. Zullen derhalve uit de majestueuze trommel rollen, en wij sommen ze hier gemakshalve even in juiste volgorde voor u op:

 

7 – 11 – 18 – 23 – 33 – 40 

 

Aangaande het reservegetal was er enige onduidelijkheid maar het kwam vervaarlijk dicht in de buurt van een negen.

 

Het spreekt natuurlijk voor zich dat de redactie niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor eventuele inschattingsfouten vanwege Omer Scholzwier, onze lotto analyticus. Die mens is ondertussen drieënnegentig jaar, hij is stekeblind en af en toe vertoont hij licht dementerende trekjes. Als hij zich ten kantore ontlast dan kun je er drie van de vier keer gif op innemen dat hij na het schijten gladweg vergeet om z’n gat af te vegen. Omer stinkt een uur in de wind maar hij is vrijwilliger en dient derhalve niet betaald te worden. Dat scheelt de spreekwoordelijke slok op een borrel en zolang hier niemand een neusbreuk oploopt vanwege de reuk nemen wij dit ongemak er gewoon bij. Echt enthousiast zin wij niet over deze gang van zaken maar à la guerre comme à la querre.

 

Jezus Christus nog aan toe, wat een mist deze morgen. Het zicht werd danig beperkt dat ik zelfs Irma Vlierschoot niet had opgemerkt. Irma rijdt in een vaal roodbruine wagen waaraan ik tot op heden nog steeds geen merknaam kan koppelen. Het voertuig neigt naar een prototype van de eerste Lada en is duidelijk vervaardigd in Altynkul, een achterlijk gehucht in Oesbekistan, maar zekerheid hieromtrent is er allerminst. Elke ochtend zwaait zij mij welgemutst een goedendag aan de brug van Steenbrugge. Ik zwaai lang niet altijd terug. Er zijn dagen waarop mijn bezwaard gemoed mij verhindert om zomaar naar andere mensen te zwaaien. Soms ben ik één en al jolijt en dan kan een zwaai voor mijn medemens er vanaf. Meer nog, ik moet mij op zo’n momenten een beetje inhouden of voor ’t zelfde geld zwaai ik in dergelijke euforische gemoedstoestanden mijn arm uit de kom. Van die uitersten, weet u wel!

 

Wabliefteru? Waarom wildvreemde vrouwen naar mij zwaaien en waarom ik soms ook terugzwaai? In feite gaat dat u niks aan maar ik zal het toch maar even duiden. Er is immers al achterklap genoeg in de wereld. U moet weten: Irma is niet zomaar een vreemde voor mij. Wij hebben jaren samen met de trein naar Torhout gespoord. Irma wilde altijd kaarten en tijdens de vele opwindende spelletjes "Broek van 't gat" gebruikten we haar schotse rok als bijzettafeltje. Irma neigde lichamelijk een beetje naar Omer (onze lotto-analyst) want ze stonk ook behoorlijk indringend. Elke dag opnieuw de wilde geur van ongedweilde slachthuisgangen rond dat hele lijf van haar. Vooral vanonder de rok woei af en toe een kadaverlucht om "konijn-in-verre-staat-van-ontbinding" tegen te zeggen. Daar kon Irma echter niks aan doen, dat scheen iets medisch te zijn. Benevens een lijfgeur had Irma ook een wrat op haar neus die bij winst tijdens het kaarten naar frivool roze neigde. Als ze verloor werd die wrat paars en stond hij wat gespannen zodat je als toeschouwer dikwijls bangelijk dacht dat er elk moment anderhalve kilo jus uit dat geval kon spuiten. Dat was geenszins een wrat om grappen rond te verzinnen. Het was een soort tijdbom die ons behoorlijk beangstigde.

 

En toen mocht Irma op een dag deelnemen aan Beautiful op VT4 en als ze op heden naar me zwaait denk ik telkens dat Miss Oostkamp naar me wuift. ’t Is een echt konijn in staat van opwinding geworden. Er zijn mannen, ja zelfs vrouwen, die een arm zouden willen afstaan om gewoon eventjes naast Irma te mogen zitten. Niet doen! Sta liever uw neus af, beste mensen. Want die reuk hebben ze er nooit uitgekregen. Vijfentwintig wereldvermaarde olfactorische specialisten ten spijt. Als Irma bijgevolg op heden de brug van Steenbrugge over rijdt dan hebben de bladeren van de bomen in het Lappersfortbos de neiging om massaal te vallen, ook al is het hartje zomer.  

 

Benevens die hardnekkige mist en de wuivende Irma gebeurde er vandaag geen bal. Er zijn nu eenmaal van die dagen.

 

Op 20 oktober werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Wie onze hier neergeschreven belevenissen ten kantore een beetje volgt (zie inleidingen 2005) zal hebben gemerkt dat Omer Scholzwier, onze lotto analyticus, er vorige keer in slaagde om geen enkel juist lottocijfer te voorspellen. Dat leverde een resem boze lezersbrieven op van bezoekers die gebruik hadden gemaakt van onze gepubliceerde cijfers om hun lottoformulier in te vullen. Ge moet enerzijds goed zot zijn om uw lottogeheimen van deze site te willen plukken maar de protesten waren dermate talrijk dat wij ons anderzijds toch verplicht zagen om Omer de deur te wijzen.

 

Toen ik Omer meldde dat hij zijn C4 op het bureau in ontvangst mocht komen nemen dacht die minkukel nog even dat het de sleutels van een bedrijfswagen van het merk Citroën betrof. Toen hij de ware toedracht had vernomen vloekte Omer binnensmonds, mompelde dat zijn ontslag hem verdroot, liet een laatste kwaad geurende edoch krakende wind, sloeg nog een beetje woedend met enkele deuren en verliet toen wijselijk maar weliswaar met veel misbaar het kantoor. Hij dreigde schreeuwend dat hij veel connecties had bij de vakbond en toen ik vroeg welke vakbond zei hij me dat het me geen kloten aanging. Ging die eikel een beetje onbeleefd gaan doen tegen zijn ex werkgever.

 

“Je zou zo’n crapuul toch meteen een peer tegen zijn smoel verkopen”, zei Debbie Vandrachten, onze typiste klasse D, onderwijl hevig met haar pas gelakte nagels wapperend.

“Zet hier liever een raam open in plaats van u met het naakte ontslag van een niet naar behoren presterende werknemer te moeien!” zei ik haar zakelijk.

 

Als die achterlijke geit meende zich met de interne keuken te kunnen bemoeien dan was ze aan het verkeerde adres. Ze haastte zich om mijn bevel uit te voeren en enkele tellen later was de hinderlijke geur van Omers wind uit het kantoor gedwarreld. Het kwam me voor dat op het balkon een duif onwel werd van de stank. Een duif is lang niet altijd dat onverwoestbaar gevogelte waarvoor hij in menig duivenmelkermilieu wordt versleten. Dit laatste natuurlijk geheel terzijde, wij zullen ons hier een beetje de duivensport ter harte nemen. Tarara! 

 

Bon! Waar waren we gebleven? Eigenlijk nog nergens, merk ik nu ook net. Ik heb u tot hier enkel gewezen op het ontslag van Omer en verder was ik me dunkt nog niet gekomen. Ik belde Debbie en vroeg haar mij het dossier “Inleidende Woorden” te laten geworden. Debbie kijkt altijd weer vreemd op als ze mijn stem aan de telefoon hoort. Daar zij recht tegenover mij aan het bureau zit ontgaat mij niks van haar “doening”.

 

Omdat ik weet dat hier soms ook Nederlanders meelezen moet ik nu natuurlijk het woord “doening” uitleggen. Je zou soms denken dat het een zegen is om buitenlanders onder je lezers te hebben maar dat is lang niet altijd een lolletje, dat zuiders geteisem.

 

“Doening” is een West Vlaams woord voor “gedrag”. Dat ik dus ten kantore uitstekend geplaatst zit om Debbie’s gedrag na te gaan. Veel bezoekers van ons kantoor vragen mij tijdens de obligate open bedrijvendag waarom ik mijn typiste bel als ze vlak voor me zit. Ik antwoord dan doorgaans dat het van meer klasse getuigt te bellen dan de te contacteren ondergeschikte gewoon aan te spreken. Een telefonische oproep behoedt de nodige afstand tussen werkgever en werkneemster.

 

Als je zomaar tegen elkaar aan gaat zitten lullen op kantoor dat kun je evengoed de kroeg induiken. Dan vervagen de normen als het ware. Ik ben een behoorlijk conservatieve mens en mijn denken verloopt doorgaans archaïsch.

 

Debbie is eigenlijk niet bepaald de juiste typiste om hele dagen recht tegenover te zitten als overste. Als ik langer dan één minuut naar haar kijk dan zit ik met een knoert van een erectie in mijn broek. Sjonge, wat heeft dat kind me daar een koppel tieten onder die bloes! Die bloes staat altijd drie à vier knopen open en dat draagt van eigens geen soutien. Mocht ik zo conservatief niet zijn, ik vroeg haar over de middag mee naar een bruine kroeg alwaar ik haar zou tongzoenen tot ze er het noorden en haar fatsoen bij verloor. Enfin, een mens mag al eens dromen.

 

Dromen mogen dan al bedrog zijn, ondertussen zit ik hier dus wel de hele dag door met een stijve toeter van jewelste in mijn ribfluwelen pantalon. Ik hoef u waarschijnlijk geen konde te doen van het feit dat zulke hormonale frivoliteiten het zware redactionele werk er niet makkelijker op maken.

 

En toch zijn er nog steeds mensen die mij menen te moeten vragen waarom er zo weinig literaire beweging in mijn site zit. U moet zelf eens proberen om een vrolijke vertelling uit uw pols te schudden terwijl er in uw broek een soort vlezige vulkaan zijn hitsige lava vanuit uw lenden naar de toppen van uw tenen stuwt! Hoe denkt u dat zoiets voelt? Alsof een Spaanse gitana u wild en dierlijk gepassioneerd trakteert op een auditieve blow job, zo voelt dat en niet anders!

 

Ik zou u willen vragen, gun mij eerst dat bord passionele Paella en daarna ga ik als vanouds aan het werk! 

 

En op den duur geraakt een mens die Spaanse muzikale gestes moe en belicht hij de liefde vanuit een andere auditieve hoek. En hij stottert: "Es ist schon lange her dat ik haar liefde voelde… haar warme lust die als een geut trip hop tergend traag langs mijn benen naar boven kruipt en mij doet verdwalen in haar wirwar van beweging en klank."

Op 09 november werd deze inleiding vervangen door...
 
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...
 
U kon het hier ten kantore de laatste tijd bezwaarlijk een hectische toestand noemen. De rust straalde er waarlijk in hectoliters vanaf. Terwijl de onlangs ontslagen Omer Scholzwier scheldend van op de stoep met stenen naar ons raam stond te gooien - die mens is zijn ontslag nu blijkbaar nog altijd niet te boven gekomen - zaten Debbie en ikzelf op onze luie krent te niksen. Nou ja, niksen is veel gezegd. Debbie vijlde met de nodige finesse haar nagels terwijl ikzelf het lifestylemagazine Playboy aan een uitvoerig onderzoek onderwierp. Die toestand hield nu alweer een hele ochtend aan en kon bijgevolg niet blijven duren.

 

Ik ben immers een man van actie en omdat de rust mij nog niet lichtjes de strot uitkwam schoot ik plots in actie en riep de beheerraad bijeen voor een spoedvergadering. Nu moet u die beheerraad niet al te ruim zien want ik ben het enige zetelende lid. In een mum van tijd opende ik de vergadering en schoof meteen het idee naar voor om onze virtuele activiteiten uit te breiden en naast deze website ook meteen maar een weblog te gaan bestieren.

 

Hoe zo’n beslissingen het levenszicht zien dat wilt u niet weten want dat komt dus allemaal uit dat ene hoofd van mij. Dan ga ik voor een spiegel staan, ik kijk naar mijn spiegelbeeld, ik trek een ernstig gezicht en ik neem resoluut een beslissing. Daar ik het enige zetelende lid ben wordt dat besluit dan doorgaans met éénparigheid van stemmen goedgekeurd.

 

U zult zich misschien met enige bezorgdheid afvragen of ik heden nog weet waar mijn hoofd staat maar vergist u zich niet; ik ben een man van actie.

 

‘Debbie,’ beval ik fluks ‘maak onmiddellijk een einde aan dat manicuren en wrijf uw polsen in met hoogwaardige uiercrème want ik heb u enige logs te dicteren!’ De luie trien zuchtte danig ongeïnteresseerd dat de gordijnen ervan wapperden maar nadat ik een wijle met een C4 had gezwaaid zat zij kaarsrecht achter de PC en tikte de ene mooie zin na de andere op onze nieuwe weblog.

 

 

U wordt bij deze dus allen van harte uitgenodigd om een kijkje te nemen op

 

Ubain heeft jeuk 

 

Het is natuurlijk de bedoeling dat u met z’n allen massaal aan het reageren slaat. Ik wil namelijk tegen 2006 de meest opzienbarende blogger van Vlaanderen en Nederland worden. Mocht deze groots opgezette strategie niet lukken dan trek ik mij terug in een hut op het strand van Wenduine om aldaar als medium te fungeren voor verloren gevaren visserssloepen en olietankers.

 

Op 20 november werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Wij hebben zonet onze tuin winterklaar gezet. Vier tuinstoelen, een tuintafel en een barbecue binnen gehaald en klaar was Kees. Onze tuinkabouter is een vorstvrij exemplaar en kan dus mooi buiten blijven staan. Ik mag er immers niet aan denken om dit creatuur van slechte smaak straks ook binnenshuis tegen het lijf te lopen. Neen, geeft u mij dan maar onze Appel aan de muur en onze staande lamp van een aan aids overleden Italiaans designer.

 

Ook ons weblog komt stilaan van de grond en her en der krijgen wij zelfs een bemoedigend schouderklopje voor dit literaire pareltje. Toen onze typiste Debbie vorige week vanuit het niets een telefoontje kreeg van Hugo Claus met felicitaties aangaande haar gekozen lettertype kon haar dag niet meer stuk. Ze kreeg zelfs een beetje kapsones. Prompt begon ze, nota bene tijdens de kantooruren, te doen alsof ze ‘Het verdriet van België’ aan het lezen was. Debbie, de Flairveterane die plots Claus ter hand ging nemen. Ware het niet geweest dat zulks allemaal tijdens de diensturen gebeurde, ik had er eens smakelijk mee kunnen lachen.

 

Nu dreigde ik ermee om haar wedde een ferm verdriet aan te doen als ze dat verdomde boek niet onmiddellijk terzijde legde. Ik ben de laatste werkgever bij wie de boog altijd gespannen moet staan maar er zijn grenzen. En zeker voor een typiste wens wedde op een paar euro na die van directiesecretaresse benadert.

 

Hugo Claus! Kunt u het geloven? Ik heb met die knakker trouwens nog een ei te pellen en mocht u daar zin in hebben dan kunt u de reden van deze prangende onenigheid hier lezen. Niet dat Claus hier zelf iets van af weet maar als regelmatig bezoeker van mijn site kan hij nu misschien zelf inschatten waarom ik hem aan de telefoon nooit zelf te woord sta. Ik hoop dat het allemaal een beetje in de minne geregeld kan worden en dat die rechten onverwijld op mijn rekening worden gestort want ik heb geen zin in lang lopende gerechtelijke procedures.

 

Maar goed, wat zit ik hier te zeiken over procedures en een typiste die van geen kanten wil deugen. Er zijn me dunkt andere katten te geselen. Met name het doornemen van de promotionele sinterklaasbrochures die sinds geruime tijd de brievenbus in dwarrelen. Jongens toch, wat een opgeklopte commercie. En geld dat die dingen allemaal moeten kosten! Je zult heden maar ouder van enkele meerlingen zijn. Daar lijden toch moeiteloos twee stevige maandwedden schipbreuk door, als je een kroostrijk gezin een beetje glimlachend aan de schouw wilt treffen op 6 december.

 

Ik was naar de Playstation 3 op zoek die mijn petekind op het verlanglijstje had staan en tot mijn grote vreugde merkte ik dat het ding, naar alle waarschijnlijkheid, pas in 2006 door zijn ontwerpers op de markt zou worden gegooid. Sony hoopt met de PS3 een beest van een machine neer te zetten en de geraamde kostprijs is dan ook beestachtig duur. Om en bij de 400 euro! Ik viel haast uit mijn aërodynamische bureaustoel van het opgedane verschot. Gelukkig deden de volautomatische armsteunen hun automatisch omklemmende werk en behoedden mij aldus voor een smak. Die stoel, die zo’n slordige 1000 euro heeft gekost, is zijn geld meer dan waard. Dat is nog eens wat anders dan zo’n veel te duur geprijsde spelconsole.

 

Ik denk dat mijn petekind naar die spelconsole zal mogen fluiten. Zoals elk jaar ga ik voor een keurig etui kleurstiften van Grande Arche. Vijfenveertig schitterende tinten voor 9 euro en 99 cent. Dat is nog eens een betaalbare prijs voor zoveel lekkers. Later, als hij ruim aanzien en respect zal genieten binnen de obscure wereld van de schilderkunst zal hij nog vaak terugdenken aan zijn peter die via fijn uitgekiende geschenken de basis legde voor zijn ongeëvenaard kunstenaarsschap. Van Gogh, Monet, Dali, Cezanne en zo’n Frans Hals, ze zullen nog niet tot aan zijn enkels reiken!

 

Het zou mij trouwens verbazen mocht er tegen die tijd nog sprake zijn van spelconsoles! Wie in kunst investeert zit echter altijd goed.

 

 

Op 04 december werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Er hangt een gespannen sfeer in huis. Dat komt door mijn vrouw. Zij heeft gisteren, zonder mij daarbij vooraf te raadplegen, onze Appel in het tuinhuis gehangen en de tuinkabouter heel ostentatief in de living gezet. Ze heeft hem zowaar midden de lichtstraal van onze staande lamp gezet, de gloeiende geit! Pas op, ik mag zulks niet luid zeggen. Mocht ze horen dat ik haar een geit noem, ze splijt gegarandeerd mijn bakkes in vieren. Ik ken haar. Het is een crème van een vrouw maar je gaat er beter niet mee in discussie. Hoewel zij geen anglofiele trekjes vertoont vermoed ik soms een vleugje Margaret Tatcher in haar bloed. Aderen van ijzer en een eigen gedacht om duizelig van te worden.

 

Je mag er van zeggen wat je wil (als ik er niet bij ben uiteraard) maar zo’n gespannen sfeer blijft ook buitenshuis in je vel hangen. Als ik ergens ten lande pinten sta te zuipen dan zuip ik ze driftiger dan ooit. Dat een mens uit frustratie gaat staan salamanderen.  

 

Mijn gemoedsgesteldheid weegt ook zwaar op Debbie, mijn typiste. Dat kind krijgt ervan langs dat het een aard heeft. Aan de andere kant is het ook altijd wat met die kalle. Geen wonder dien ik doorgaans streng op haar te zijn. Ze heeft de laatste tijd de lelijke gewoonte aangenomen om uren met Hugo Claus te telefoneren. Hoe die Claus dat uithoudt is mij een compleet raadsel. Als je drie zinnen met Debbie wisselt dan begint ze over nagellak, huidcrèmes of fond du teint te emmeren. Of over de modekleur van een seizoen dat nog moet komen. Ik persoonlijk krijg er het vliegend schijt van als vrouwen in de winter over de zomer gaan zitten lullen. ‘Mens, kruip onder een zonnebank en laat mijn hoofd met rust!’, denk ik dan.

 

Zoiets kan ik natuurlijk niet tegen Debbie zeggen. Ze is verdomme in staat om prompt de werkvloer te verlaten en zich tijdens de kantooruren te gaan nestelen onder één van de banken van ‘Het Zunneke’, een zonnecentrum hier vlak in de buurt. Geef dat een vinger en ze pakt uw voet. Dat wijf is zo langzaam de nagel aan mijn erotisch denken geworden. Nu zijn mooi zitten wezen en sensualiteit uitstralen au fond geen onverdienstelijke eigenschappen voor een typiste maar het is meegenomen als er ook nog wat werklust van af straalt.

 

Dat werk ligt hier immers in onoverzichtelijke stapels op ons te wachten. Ons weblog dient elke dag van verse schrijfsels te worden voorzien en het is mooi meegenomen als er ook op deze website af en toe wat beweegt. Daarnaast dienen dagelijks honderden mails en evenveel handgeschreven brieven te worden beantwoord. Het is me wat, die stroom van fan en haatbrieven. Mocht ik zelf niet dagelijks met die hele rompslomp worden geconfronteerd, ik zou misschien ook denken dat er hier schromelijk wordt overdreven.

 

En dan ga ik nu even om een grote pak friet met stoofvlees, een gebakken lookworst en vierdubbele mayonaise. Zolang de spanning in huisje weltevree niet is weggeëbd is de kans immers klein dat het fornuis wordt gebezigd. Als een mens op voet van oorlog leeft met een Tatcher dan moet hij zijn plan leren trekken.

 

À propos, het nummer dat u op de achtergrond hoort is een plaatje dat mijn moeder aanvroeg voor haar zuster, tante Marcella, die momenteel op de zevende verdieping van het St.Janshospitaal, herstellende is van een verwijderde vleesboom in één van haar onderkinnen. Nog een viertal bomen te gaan en tante Marcella is weer helemaal de oude.

 

Tante Marcella. Ze gelijkt een beetje op de huidige Marianne Faithfull en ze heeft ook al heel haar leven een blauwe regenfrak.

 

Dan hadden wij het ter afsluiting van deze inleidende tekst nog graag even gehad over ons gastenboek. Als verwoed lezer kent u ongetwijfeld dat heerlijke hoekje waarin éénieder zijn grote of kleine boodschap kwijt kan. We naderen zo stilaan het 125ste bericht. Nog een paar literaire geuten van uwentwege en het is zover. Moge wij u nu al verklappen dat wij iets speciaal in de aanbieding hebben voor die 125ste boodschap? Wat het precies is laten wij hier nog even in het midden maar ik wil u wel al meegeven dat Debbie haar ogen er niet van af kan houden. En u kent onze typiste, een luie trien XXL maar een smaak om heel modieus Parijs mee omver te blazen. Zeg straks dus niet dat u van niks wist.

 

Op 24 december werd deze inleiding vervangen door...

 

Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...

 

Geheel ontregeld qua darmstelsel nemen wij kennis van het feit dat Kerstmis achter de rug ligt. Mens toch, geschranst en gezopen dat wij weer hebben. Onze internist maande ons zonet aan tot kalmte want de lever is vervaarlijk gezwollen, de maag vertoont beginnende scheuren en in onze darmen bruist een inhoud waarbij geconcentreerd mosterdgas zou verbleken als betrof het een geutje reukwater.

 

Bij elke wind die ik hier ten kantore laat vliegen gaan de branddetectoren spoorslags loeien en bewasemen de vensters. Gelukkig is onze typiste Debbie afwezig. Mocht een dergelijke vlaag in haar neus dwarrelen, ’t schaap kreeg ongetwijfeld een toeval. Op mijn aanraden heeft zij een week verlof genomen om op bedevaart te gaan naar Lourdes alwaar zij zal bidden tot de heilige maagd ter genezing. Debbie dient immers genezen te worden van een buitensporige adoratie voor Hugo Claus. Dat kind functioneerde simpel weg niet meer omdat ze van een godganse dag aan niemand anders meer kon denken dan aan die schrijvende schlemiel.

 

Voor haar kerstmis heb ik haar ‘Het Goddelijke Monster’ van Tom Lanoye gekocht. Deze literaire parel ligt op Debbie's bureau op haar terugkomst te wachten. Ze zal mij ongetwijfeld dankbaar zijn. De heer Lanoye is een zeer gerenommeerd schrijver en tevens is die vlegel de Griekse beginselen toegedaan. De kans dat Debbie op een homo valt is gering want ze is allergisch voor leder, snorren en tepelpiercings. Nu is de heer Lanoye een zeer onopvallende homo maar dat weet Debbie niet. Zij heeft zo haar vastgeroeste principes aangaande minderheidsgroepen. Mocht ge ooit een trut van doen hebben, neem dan Debbie.

 

Zoals u ongetwijfeld zult hebben gemerkt heeft iemand ons onlangs het 125ste bericht laten geworden via het gastenboek. Hij luisterde naar de naam Max Molovich wat al meteen niet veel goeds deed vermoeden. Ten eerste bleek het om een nederlander te gaan, ten tweede staat zijn gestreken wezen helemaal niet in verhouding tot de verweerde smoel van John Malkovich en ten derde bleek die stoethaspel vals te hebben gespeeld door in de rapte negen reacties na elkaar te plaatsen. Dat hij nu al maar een nieuwe neus bestelt want als ik hem ooit tegen het lijf loop dan trakteer ik hem op een muilpeer van jewelste.

 

Edoch, belofte maakt schuld dus werd de heer Molovich via een plechtig schrijven op de hoogte gebracht van zijn gewonnen prijs. Het betrof hier een midweekverblijf in Berlijn met mijn moeder. Bij het schrijven werd een foto van mijn moeder gevoegd. Tot op heden mochten wij geen nieuws van de heer Molovich ontvangen. Mijn moeder is bijgevolg nog niet lichtjes in haar gat gebeten. het reisbureau 'Het Vliegerken', die de prijs bekostigde, houdt zich voorlopig afzijdig.

 

Mocht de prijs in kwestie worden afgewezen dan valt hij ten deel aan de 200ste bezoeker van ons gastenboek. Geen probleem zo groot of ik weet er een oplossing voor te bedenken. Ge kent mij.

 

En dan zult u mij nu moeten excuseren want er dienen hier nog een hoop zaken te worden geregeld tegen dat het jaar op zijn einde loopt. Wij dienen derhalve te presteren maar om eerlijk te zijn: de omstandigheden zijn niet erg gunstig. Onder ons kantoor bevindt zich immers een winkelgallerij en vandaag wordt aldaar een nieuw eroticacenter geopend. De uitbaters hebben voor de gezelligheid een Roemeens dweilorkest uitgenodigd en die dekselse fezdragers maken een lawijt dat horen en zien hier van tijd tot tijd vergaan. Ik vrees dat er van werken nog weinig in huis zal komen en ik neem me dan ook voor om me straks even te laten zien op die openingsreceptie van die erotheek. Kwestie van de connecties aan te scherpen. Wie weet verander ik nog van gedacht en leg ik benevens "Het goddelijke monster" ook een dildo met zeefdruk voor Debbie klaar. 't Is tenslotte nieuwjaar.

 

't Is nauwelijks te bevatten maar zaterdag wuiven wij alweer een jaar uit. Dat zulks hier ten kantore gepaard gaat met oorverdovend feestgedruis hoeft geen betoog. Daar wij benevens de hele buurt ook het voltallige personeelsbestand van die nieuwe erotheek hebben uitgenodigd behoort een orgie tot de mogelijkheden. 

 

Wil de laatste wel de lichten doven en de deuren sluiten. Wij danken die brave ziel bij voorbaat.