Op 09
januari 2005 startten wij het nieuwe webjaar met...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende
gedachte... De feesttafel is geruimd. Het leeggoed is verzameld en het glas is gesorteerd. De indigesties zijn bedwongen.
Op een paar resterende recepties na valt alles vanaf nu weer op z’n plooi.
Om het nieuwe jaar op ordentelijke manier in te zetten heb ik mijn boekenkast, mijn cd rekken
en mijn DVD verzameling op orde gebracht en ’t is niet te schatten wat ik nog allemaal zal moeten lezen en beluisteren
om van mijn eigen muzikale, audiovisuele en literaire rijkdom op de hoogte te blijven. Overdaad schaadt. Volgens mijn vrouw
koop ik veel te veel en vooral veel te impulsief. Ze zou wel eens gelijk kunnen hebben, ’t arme schaap. Aan de andere
kant, als ik haar kleerkast bekijk overvalt mij ook een bepaalde twijfel. Wanneer zal zij dat bijvoorbeeld allemaal dragen
en in hoeverre zal haar stijl haar in contact brengen met andere mannen? En zullen die contacten onze grote verborgen liefde
schaden of zal zij haar nieuwe gevoelens afschudden en resoluut kiezen voor zekerheid in dit leven? 2005 wordt duidelijk een
filosofisch jaar voor mij want hoewel we er nog maar amper zijn aan begonnen wordt mijn o zo gevoelige schedel nu reeds overstelpt
met cruciale vragen.
Geen nood echter. Als het me allemaal teveel zou worden dan leg ik mij neer en doe ik een
dutje. Mocht dit niet helpen dan drink ik een stuk in mijn kloten. Dronken ben ik immers immuun voor geestelijke chaos en
intellectueel kabaal.
En ondertussen gaat het gewone leven natuurlijk ook zijn gangetje. Naar aanleiding van het
verbod op zichtbare schotelantennes is hier in onze werkmanswijk een andere discussie ontstaan waarover ik de burgemeester
per brief heb geïnterpelleerd.
Geachte Heer Burgemeester,
Ik ben ongelofelijk
blij dat u weer helemaal op de been bent want ik zit hier alweer met een kanjer van een vraag waar het onduidelijke antwoorden
blijft op regenen. Dat verbod op die zichtbare schotelantennes lijkt me nu geheel duidelijk (de deze van hiernevens deed bijna
een attaque toen ze ’t hoorde) maar nu is hier ter plaatse de vraag gerezen of men des zomers nog televisietoestellen
op de openbare trottoirs mag plaatsen teneinde in groep naar voetbal, VTM en Focus te kijken. Enfin, een volksbuurt, u kent
dat. Waarom er na twaalven altijd zo’n enorme toeloop was richting de zulle van 'Dikke Francois' werd duidelijk toen
onlangs bleek dat die over canal+ beschikte. Toen Francois met grote stelligheid beweerde dat het hem en zijn maats om de
sport te doen was opperde Imelda Debrez dat er na den twaalven algelijk geen voetbal meer werd uitgezonden… een uitspraak
die toen nog tot hevige polemieken heeft geleid. Enfin, een volksbuurt, u kent dat! Daar ik hier de enige ben die in het bezit
is van een computer heeft men mij prompt als verbindingspersoon gebombardeerd tussen onze werkmanswijk en uw diensten. U zou
mij dan ook ten zeerste verplichten indien u mij per kerende enige duidelijkheid in deze materie zou kunnen verschaffen.
Gelieve te aanvaarden, Mijnheer de Burgemeester… enzovoort enzoverder…
Een antwoord mocht ik nog niet ontvangen maar het is niet ondenkbaar dat men op het stadhuis
eerst zelf de uitgebreide wetteksten aangaande deze delicate materie dient uit te spitten teneinde mij een bevredigend antwoord
te kunnen sturen.
Alsof wij hier nog geen werk genoeg aan ons hoofd hadden hebben wij ook de lay-out van onze
site aangepast. Zoals u ongetwijfeld reeds gemerkt hebt steekt alles in een nieuw jasje. 't Is rustiger en overzichtelijker,
zegt de ene. 't Trekt op geen kloten, zegt de andere. Wij hadden dan ook graag UW mening vernomen via ons gastenboek.
Ondertussen hebben wij onze site van zijn nieuwe jasje ontdaan en hebben wij hem weer in
zijn oude pardesus gehesen. Mijn talrijke lezeressen meldden mij immers dat de strakheid van de nieuwe lay out niet echt paste
bij de frivoliteit mijner teksten. Merci Poussin!
Op 29 januari 2005 werd deze inleiding vervangen door...
Beste
vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte... Ik ben het ‘het
Süskind-syndroom’ gaan noemen. Dat ik, telkens als ik zijn ‘Het Parfum’ lees, een onweerstaanbare drang
heb om aan alles te ruiken. Ik leende het boek in kwestie minstens tien keer in de bibliotheek en onlangs zag ik het in pocketuitgave
liggen voor de belachelijke prijs van zeven euro. Ik kocht het kleinood, zocht één van mijn verloren gelegde leesbrillen (pocketuitgave),
herlas het boek en hang de laatste tijd dus weer overal met mijn neus in. Mocht u straks, tijdens een toevallige ontmoeting,
mijn neusorgaan plots ongemakkelijk dicht weten naderen dan weet u hoe dat komt. Don't blame my nose. 't Is de schuld van
een in 1985 olfactorisch op drift geraakte Süskind.
Het zijn drukke tijden. Volgende week (op 4 februari) gaat in Moerkerke ‘Het evangelie
volgens Marcus’ in première. Een goeie maand later (op 5 maart) gaat in Assebroek ‘Blankenberge’ in première.
Twee stukken waarvan de regie in mijn handen ligt. Onnodig te zeggen dat u geen van beide stukken mag missen. Alle gegevens
zijn te vinden in de indrukwekkende link ‘Toneel’. U moest nu eigenlijk al aan de telefoon hangen voor kaarten.
Op zoek naar wat rust plukte ik Schubert uit de kast. Het ‘Adagio for String Quartet’,
dat u op de achtergrond kunt horen, is één van mijn absolute favorieten. Voor de rest weet ik niet zoveel over deze componerende
snuiter. Meer nog, de biografie van Schubert interesseert mij geen fluit. Maar zijn muziek voor strijkers brengt mij bij momenten
dus wel degelijk in uiterste vervoering. Qua vervoering kunnen de NMBS en De Lijn hier het obligate punt aan zuigen. Maar
goed, wat kan u dat schelen wie of wat mij in vervoering brengt. ’t Zal u waarschijnlijk worst wezen. En u hebt overschot
van gelijk.
Ik zou zelfs meer durven zeggen. Voor hetzelfde geld flikker ik die Schubert er volgende
week af en praat er hier op slag geen mens meer over dat Adagio. Het kan natuurlijk ook dat deze compositie hier een maand
blijft staan (want het blijft natuurlijk een meesterwerk). Het zal ongetwijfeld van mijn stemming afhangen. Soms wil ik elke
seconde iets nieuws. Op andere momenten berust ik zonder blozen in het oude.
Er valt momenteel eigenlijk erg weinig te melden. U vraagt zich waarschijnlijk af waarom
ik dan toch het klavier heb uitgeschoven? Naast mijn reclamecampagne voor die twee nakende toneelstukken betreft het hier
enkel een kwestie van technisch onderhoud. Als je dat in en uitschuifmechanisme van mijn computertafel niet af en toe gebruikt
dan gaat dat ding vreselijk steeg werken. Dat je dat klavier dan met geen mogelijkheid meer deftig uit dat meubel krijgt.
Met een laptop heb je dat probleem niet. Die klik je open en je klikt hem daarna gewoon weer dicht. Nooit enige hinder van
steeg schuivende mechanismen bij een laptop. Mocht ik rijk zijn, ik kocht er één. Helaas, door armoede gewurgd is mijn lot
op dat vlak al heel lang bezegeld.
Mocht er alsnog iets schokkends gebeuren in mijn leven dan houd ik u zeker op de hoogte.
Dan leest u daar hier alles over. Tot die tijd zal ik zwijgend aan u denken. Of misschien ook niet. Weet ik immers wie hier
allemaal leest. Voor 't zelfde geld ken ik u geeneens.
Op 06 februari 2005 werd deze inleiding vervangen door...
Beste
vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte... Het is vandaag
zondag. Gisteren weer eens op totaal onverantwoorde wijze in de Leffe gevlogen met alle gevolgen van dien. Fluwelen kabouters
(het kunnen ook smurfen zijn) zwemmen in mijn darmkanaal en groezelige kobolden vreten de binnenkant van mijn schedel kaal.
Deze dag zal ongetwijfeld verdampen in het niets. Mijn gedachten zullen over al het leed van deze wereld glijden en de duistere
kant van dat lijden zal mijn stemming bepalen.
Op zo’n momenten overvalt
mij vaak een weemoedigheid die zijn gelijke niet kent in de geschiedenis van de weltschmerz. Een zacht treurige stemming die
repetitief door mijn kop kabbelt. Als confetti dwarrelen duistere kleuren over mij neer. Het vreemde is dat ik dergelijke
momenten koester. Meer nog, ik durf ze zelfs te voeden met heerlijke muzikale smart. Neil Young, Nick Drake, Lou Reed, Nick
Cave, Van Morrison, Tindersticks, Bonnie Prince Billy… het slag van artiesten dat er niet voor terugdeinst om ook hun
mistroostigheid aan het vinyl toe te vertrouwen. En genieten dat ik dan doe.
Nu dus ook weer. Dat het leven
al bij al geen lolletje is. Mocht er mij nu iemand een grap vertellen, ik zou veinzen dat ik de pointe niet snap. Stoor mij
alstublieft niet in mijn somberheid. Laat mij alleen en gun mij dit heerlijk verdriet.
Als je in zo’n stemming
toevallig op de website van het Brugse carnavalscollectief “De Totentrekkersgarde” terecht komt dan ga
je je van de weeromstuit plaatsvervangend de ballen uit je broek schamen. Ik heb dat hele carnavalgedoe eigenlijk nooit goed
verstaan. Waar komt bij dat volk toch die onhebbelijke gewoonte vandaan om jaarlijks één of andere pipo tot 'prins'
te willen kronen? Als ik op televisie zo’n prins door het beeld zie schrijden dan trekt mijn kerf in duizend plooien.
Wie maakt nu in godsnaam van belachelijkheid zijn levensdoel? Mocht het nog bestaan, je zou op zo’n momenten toch prompt
via een aangetekend schrijven je kijk en luistergeld terug eisen van de overheid? God zal ongetwijfeld van elke soort zijn
getal nodig gehad hebben maar op zo’n momenten vraag ik mij soms luidop af welke soort hij bij dergelijke sujetten in
gedachten had.
Maar bon,
we wijken af. Waar ging het ook alweer over? Over mijn weemoedigheid, juist. En dat ik op zo’n momenten dus geen enkele
boodschap heb aan welke artificiële vreugde ook. Leve de zwartgalligheid. Ik omhels de neerslachtigheid. Als het morgen
over zal zijn dan zal ik mij glimlachend tot u wenden. Tot zover is het, gedrenkt in zelfbeklag, troosteloos genieten
geblazen.
En dan nu, geachte bezoeker,
tijd voor het oude zeer. Mijn pogingen om u massaal naar mijn gastenboek te drijven mislukt keer op keer. Mijn vrouw vroeg
me onlangs nog kurkdroog wat het ding eigenlijk nog staat te doen op mijn site als er toch bijna niemand in schrijft. En ik
zei haar: "Liefste, ik geef de mensheid nog tot Pasen de tijd... daarna vervang ik dat gastenboek door een vijg!"
Mijn antwoord scheen haar niet geheel te bevredigen want ze zuchtte en zei: "Seffens een vijg tegen uw oren!"
Op 12 februari 2005 werd deze inleiding vervangen door...
Beste
vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte... Sinds Raymond Van
Het Groenewoud zich in de ontwapenende warmte van Sigrid Spruyt heeft genesteld (bron: Humo) hoor ik maar weinig meer van
hem. Of dit aan Sigrid ligt valt ten zeerste te betwijfelen want vóór hun vermeende affaire hoorde ik eigenlijk ook nooit
iets van Raymond. Misschien heeft die mens wel andere dingen aan zijn hoofd dan ganser dagen contacten te leggen met briljante
schrijvers zoals ik. Nu, om eerlijk te zijn, u zou mij waarschijnlijk ook maar weinig meer horen mocht ik de lakens met Sigrid
mogen delen. ’t Is je dus vergeven, Raymond. Vergeten en vergeven, zoals ze dat hier zeggen. Zand erover. Meer
nog, ik zal de mensheid hier eens met hun neus op ‘Alles Vergeten’ duwen. Die prachtige song die op
je voorlaatste CD ‘Tot Morgen’ staat te blinken. Naar mijn persoonlijk aanvoelen was het van ‘Brussels
By Night’ geleden dat je nog eens zo’n schitterende intro uit je muzikale mouw schudde.
Maar
goed, to the point. Wat zit ik hier in ‘s hemelsnaam over en tegen Raymond Van Het Groenewoud te lullen! Ik ken
die mens geeneens. Ja, wel eens voorbij zien passeren op een fiets in het Brugse. In de tijd toen hij nog geen Borsalino’s
en maatpakken droeg maar mutsen en trainingspakken van de Berca. Naar verluidt was Sigrid toen ook al één van zijn fans. ’t
Kan soms raar gaan in ’t leven. Dat ze nog lang en gelukkig… Enfin, dat u zich daar eigenlijk geen zak van
aan te trekken hebt, van heel die affaire. En ik nog minder. Ik zal mij een beetje bezighouden met de doorlichting van de
amoureuze avonturen van BV's! Op dat vlak heeft de doorsnee riooljournalistiek aan mij geenszins een groot licht verloren
(om het maar eens eufemistisch uit te drukken).
Bon, ondertussen zit u naar die intro te luisteren en geef toe: hij mag er wezen. U moet hem voor de aardigheid
eens proberen mee te fluiten. Ik weet het, ’t is onbegonnen werk. Hij zit dusdanig uitgekiend in elkaar dat u eigenlijk
een piano, een drummachine, een jachthoren en een vrouwenkoor van doen hebt om de sfeer ook maar een beetje te benaderen.
(Instrumentaal doe ik hier een pure gok, zoals de kenners waarschijnlijk al zullen gemerkt hebben.) Intro’s, ze zouden
ze nog langer moeten maken want ik kan er uren naar luisteren. Neem nu bijvoorbeeld die intro van ‘Manifesto’
van Roxy Music. Uren kan ik daarnaar luisteren. ’t Probleem in deze is natuurlijk dat je na enkele minuten luisteren
algelijk de song in kwestie aan je rekker hebt. Er zouden compilatie CD’s moeten worden gemaakt waarop enkel en alleen
indrukwekkende intro’s staan. Een gratis gouden tip voor platenmaatschappijen. Een gat in de markt ter grootte van de
reet van Louis Michel en Jean Luc Dehaene samen. Maar denkt ge dat die oelewappers luisteren? Wat zouden ze!
Roxy Music, waar is de tijd. Die flamboyante Bryan Ferry heeft destijds ook menig vrouwelijke intieme doos
in een gezond vloeiende binnenvaart getransformeerd. Weinig flamoes bleef immers onverschillig als deze dandy zijn
opwachting maakte. Hoe ik dat allemaal weet? U had er indertijd eens moeten bijzijn toen mijn drie zusters in onze kalfslederen
driezit netjes naast elkaar naar Top Pop zaten te kijken. Eén en al vaginaal geweld tijdens zo’n clip met Bryan Ferry.
(Aan Ad Visser daarentegen had geen van de drie een boodschap!) Enfin, dat intiem jolijt en die hormonale
kermis duurde doorgaans tot mijn vader omstreeks kwart voor acht zijn opwachting voor het scherm maakte en
ordonneerde dat het tijd was voor Armand Pien. Via zijn weerpraatje zorgde de immer vrolijke Pien doorgaans voor kalmerende
depressies en geruststellende droogte aan de kust. In onze driezit was het ondertussen dweilen geblazen. Tegen dat Pien ons
ter afscheid weer eens had vergast op één of andere uit zijn voegen gebarsten suikerbiet zaten mijn zusters allang op hun
kamer. Wat zich op zo’n momenten achter die drie gesloten deuren afspeelde is voor mij altijd een groot geheim gebleven.
Alles vergeten
elke daad en elk gelaat
niet meer weten
welke kant de aarde draait
eindelijk vrij!
Op 12 maart
2005 werd deze inleiding vervangen door...
Beste
vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte... Ik heb er hier de
laatste dagen nog niet teveel aan doodgedaan. De reden van dit nietsdoen valt niet te achterhalen of het zou moeten zijn dat
mijn overvolle agenda mij danig in zijn ban hield dat ik met moeite wist wat eerst te doen. Dat ik dus hopen dingen aan mijn
hoofd had (denk in deze bijvoorbeeld aan mijn wollen muts vanwege het late winteroffensief, de laatste dagen) waardoor mijn
site efkes moest wachten. Maar eigenlijk doet het er niet toe wat of wie mij weerhield van enige actie. Het belangrijkste
is dat er hier eindelijk weer wat beweging komt. Mouvementen, gelijk dat de mensen zeggen. Letters door elkaar zwierelen en hopen dat daar plots een leuke zin uit voortvloeit.
Zoiets als: de tulpen in mijn tuin staren mij ontroerd aan en
ergens in de verte fluit een lijster vol heimwee zijn lied. Hoe ik nog nooit werd gevraagd als tekstschrijver voor het betere
Vlaamse lied is mij een raadsel. Er is nochtans duidelijk een gebrek aan degelijke tekstschrijvers in de muziekwereld. Waarom
denkt u dat James Last altijd instrumentaal van zijn lat geeft? "Van z’n eigens dadde, die mens vindt gewoon geen
geschikte tekstschrijver.", roept er ene die denkt dat hij het weet. Maar hij weet het niet. Ik zal u hier een geheim
verklappen: meneer Last wil simpelweg geen tekstschrijver vinden. Meneer Last is nog graag aan zijn gemak op dat vlak.
En ik kan het weten want toen ik hem in het najaar van 1979 mijn kandidatuur liet geworden schreef hij mij bijna onmiddellijk
terug en zei: “Laat maar, ik ben het nu azzo gewend.” Van zo’n redeneringen zou een mens toch van
de weeromstuit van de slappe gaan schijten? Zoniet meneer Last. Hij is het nu "azzo gewend"!
Ik kan daar soms in een Franse colère van schieten, van mensen
die niet vooruit willen in het leven. Ik moet mij dan altijd een moment neerleggen tot mijn colère over is en na een kwartier
is daar doorgaans niets meer van te merken. Ik ben een gemakkelijke mens op dat vlak. Mijn vrouw zegt het ook vaak. Dat ze
ver zou mogen zoeken om een gemakkelijkere mens als ik te vinden. Ik ben zo geboren. Ik kan daar ook weinig aan doen.
Maar het moet dus wel degelijk vooruit gaan in het leven. Dat
een velocyclist met een platte band plots niet meer vooruit geraakt, tot daar aan toe, die mens kampt met een technisch
probleem. Of iemand met griep die drie maanden in zijn bed moet blijven, van zo iemand kan een mens ook moeilijk straffe
stoten verwachten. Maar dat een kerngezond iemand constant ter plaatse blijft trappelen daar kan ik met mijn beperkt verstand
niet bij. Een mens zou er moedeloos van worden ware het niet dat die hele James Last mij eigenlijk geen barst kan schelen.
Dat komt dus nog goed uit. Voor ’t zelfde geld mocht ik mij hier weer een kwartier neerleggen vanwege een colère-aanval.
Soms gebeuren er ook vreemde dingen op dat vlak. Soms gaat er
plots iets vooruit waarvan een mens gehoopt had dat het nooit meer zou bewegen. Ik heb ooit een vriend gehad die absoluut
niet kon schrijven. Een goeie mens hoor, maar een regelrechte ramp als het om het geschreven woord ging. Zo'n typ waarvan
je hoopt dat hij zijn eigen beperktheden zal inzien en dat hij dientengevolge nooit meer iets aan het papier zou toevertrouwen.
Awel, uitgerekend die mens komt nu aan de kost als tekstschrijver. Hij schrijft wetteksten, de klootzak. Dat die krengen voor
een normale mens totaal onleesbaar zijn dat is zijn schuld. Als ik mij op het werk weer eens door één of andere wettekst moet
wurmen dan denk ik dikwijls “Fons,” denk ik dan “ge hebt er weer wat van gemaakt, me dunkt!” En dan
voel ik het komen en dan moet ik mij onverwijld een poos te ruste leggen want zoniet keil ik mijn computer door het eerste
beste openstaande raam. En dan zijn ze verwonderd dat een mens achterstand oploopt op zijn werk.
Voor de rest gaat alles prima met mij, dank u.
Mocht u altemets ooit één leesbare wettekst tegenkomen in uw leven, wees dan zo goed om hem integraal in mijn
gastenboek achter te laten. Tenzij u liever gedichten schrijft want daar ben ik namelijk ook zot van, van flarden poëzie in
mijn gastenboek.
Op 31 maart 2005 werd deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden
en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte… Het toneelseizoen is achter
de rug. Dat betekent dat ik weer volop tijd heb voor allerhande andere dingen. Gisterenochtend zette ik mij met een heerlijke
kop sterke koffie aan mijn keukentafel, ik keek ontspannen voor me uit en ik sloeg aan het mijmeren. Mijn gedachten vliegen
tijdens zo’n moment alle kanten uit maar dergelijke denkprocessen leiden zelden tot iets essentieels. Mijn vrouw, die als geen ander de waardeloosheid van zo’n onproductief moment kan inschatten, vroeg
mij langs haar neus weg of het geen tijd werd om de keuken eens een fris laagje verf te geven. “Ge kunt tijdens dat
schilderen al mijmeren wat ge wilt maar ge zult tenminste iets nuttigs hebben gedaan”, voegde ze er een beetje sarcastisch
aan toe.
Onze keuken. Ik heb hem in gedachten al zo’n zeven
keer geschilderd, de laatste drie maanden. Want dat heb ik dus ook, dat ik tijdens mijn mijmeringen mezelf van alles zie doen
dat nog gedaan zou moeten worden. Als ik niet oplet dan transformeer ik op zo’n momenten in een vrouw, waan ik mij Marie
Arena en plaats ik in al mijn overmoed een douche van om en bij de zesduizend euro. Eén mijner buurvrouwen zou mij afgunstig
aanstaren en ik zou haar toefluisteren dat ik toch ergens mijn oksels aan een dagelijks groot onderhoud moet kunnen onderwerpen.
Zij zou mij ongetwijfeld onbegrijpend aankijken want naar de walm te oordelen zijn haar oksels een ongemoeide broeikast voor
schimmels en zweet. Dat ge de natuur maar beter haar gang kunt laten gaan, meneer.
Maar goed, afgezien van het sarcasme in mijn vrouw haar voorstel
ging er ook een soort dwang vanuit. Ik dus naar de Gamma om een borstel en een pot verf. Ge kunt van de Gamma al zeggen wat
ge wilt maar niet dat ze hun cliënteel niks te bieden hebben. Hun aanbod is schier eindeloos! Een doorwinterde doe-het-zelver
komt volgens mij meermaals tot een orgasme als hij zich door dit walhalla drumt. Ik val in zo’n handelszaken van de
ene verbazing in de andere. Ge kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat iets voor. Het grootste gevaar van dergelijke klusparadijzen
is het feit dat klunzen als ik zichzelf na enkele rayons ook vakmannen gaan wanen en zich daardoor gaan bezondigen aan de
aanschaf van allerhande volkomen overbodig materiaal. Wanneer ik ooit die zelfreinigende verstekzaag, die volautomatische
kolomboormachines of die haakse slijpmachine zal gebruiken is mij een raadsel, laat staan
dat ik weet wanneer ik ooit die verchroomde sifonkap zal installeren.
Maar
goed, mijn afwasbare satin (gebroken wit) van De Keyn (anno 1840) siert sedert gisterenavond wel mijn keukenmuren en deze
morgen heb ik koffie gedronken in een prachtige herschilderde keuken. Het probleem in deze is nu natuurlijk dat je nu veel
duidelijker ziet dat de living ook een likje zou kunnen gebruiken. En hoewel mijn vrouw ook wel beseft dat ze niet met een
superman is getrouwd voelde ik haar deze morgen smekend in mijn richting kijken. Morgen gaan wij die living te lijf. Misschien
kan ik dan ook in één moeite door met die zelfreinigende verstekzaak eindelijk eens dat verraderlijk uitsteeksel van ons TV
meubel uit ons leven zagen. Morgen weliswaar. Vandaag neem ik een rustdag.
Voor
ik het vergeet, mevrouw Arena, ik heb prachtige douchecabines zien staan. De prijzen varieerden van 500 tot 2500 euro (geplaatst
èn van stromend water voorzien). In die laatste kon zich, mijns inziens, een volledig kabinet tegelijkertijd volledig schoon
schrobben.
Op 17 april werd deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven
letter en de immer opkomende gedachte…
Ik ben een groot voorstander van de lente maar
het aanslepende slechte weer stemt mij zeer droevig. Regendruppels kletsen in formatie tegen het raam en de duiven schuilen
onder elkanders vleugels. Onze kat valt van de veranda en komt geheel tegen de heersende normen in op haar staart terecht.
Op de radio zingt een vrouw een vergeten lied waarvan ook ik mij de titel niet meer kan herinneren. Ze heeft een geschoolde
stem met een zeer welluidende galm. Een ochtendsirene of iets in die aard. Als de laatste noten van het lied zijn uitgestorven
volgt het weerbericht. Frank Deboosere wauwelt iets over aanhoudende neerslag met droge periodes in de Ardennen. Ze zullen
aan de Baraque Fraiture hun grote met stoversaus en dubbele mayonaise in een bain de soleil kunnen nuttigen, gaat het heel even
door mijn hoofd maar lang sta ik hier niet bij stil.
Onze
broodrooster maakt een klikgeluid maar de geroosterde boterhammen springen er niet uit. Wij hebben sinds drie jaar een technisch
mankement aan onze broodrooster. Een soort onoplosbaar euvel aan het uitwerpmechanisme. Je moet de boterhammen in kwestie
dus eigenhandig uit die gleuven pulken en dat is geen sinecure want het is ochtend en mijn handelingen verlopen nog niet optimaal.
Er gaat iets mis met het pulken en ik krijg een stroomstoot door mij heen. Geen dodelijk voltage maar toch flitst een fameuze
schok door mijn lijf en leden.
Er
volgt een ontbijt met toast, zacht gekookte eieren en koffie met een wolkje melk. Ik huiver bij de gedachte dat bepaalde mensen
hun koffie zwart drinken. Ik drink mijn koffie nooit zwart. Ik heb een gloeiende hekel aan mensen die geen melk in huis hebben
als je op hun koffie bent uitgenodigd. Iemand op de radio zegt dat het wel eens slecht zou kunnen aflopen met de metaalverwerkende
industrie in ons land. Dit bericht schokt mij geenszins. Ik heb met de metaalverwerkende industrie niks te maken en het maakt
mij dientengevolge dus ook niet uit of het nu slecht dan wel goed afloopt met deze tak van onze wonderbaarlijke industrie.
Ik
ruim de tafel op en daarna rook ik een eerste sigaret. Vroeger, toen men de burgers nog niet had verteld dat roken op de nuchtere
maar erg schadelijk is, durfde ik er wel eens eentje roken voor ik had ontbeten. Sinds dat bericht in kwestie dus nooit meer.
De berichten over schadelijke dingen zijn tegenwoordig schering en inslag. Zowat alles wat wij eten, drinken, snuiven, inhaleren
of aanraken blijkt uit niks dan kankerverwekkende stoffen te bestaan. Het leven zit met andere woorden vol gevaar. Sidderen
en beven doe ik niet echt maar ik ben er toch ook geen honderd procent gerust op. Dat mag u rustig weten. Ik ben geen held.
Plots
begint de hond uitzinnig te blaffen. Dat zal de postbode zijn. Ik haal mijn krant uit de bus en begin verwoed te lezen. Ik lees dat de voorzitter
van de Opec heeft aangekondigd dat het oliekartel de productie vanaf volgende maand met 500.000 vaten per dag zal opvoeren.
Het moge duidelijk zijn dat bij dergelijk heugelijk nieuws mijn dag niet meer stuk kan.
Of
toch? Vanuit het weerstation meldt men ons immers het volgende:
Om
de luchtdrukverdeling op aarde beter te kunnen begrijpen, verbindt men op de weerkaarten alle plaatsen met dezelfde luchtdruk
door lijnen, die men isobaren noemt. Als de isobaren dicht bij elkaar liggen, is er een groot drukverschil.
De te verwachten wind zal deze drukverschillen moeten opheffen en zal dus krachtig zijn. Liggen de isobaren ver uit elkaar,
dan is er weinig drukverschil (drukverval) en zal de wind zwak zijn.
Voorzichtigheid blijft mijns
inziens dus in elk geval geboden.
Laten we voor de gein maar
eens een opbeurend plaatje draaien.
Op 1 mei werd deze inleiding vervangen
door...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken
woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte…
Ik zou aanvankelijk begin deze week mijn site van een nieuw inleidend woord hebben
voorzien maar ik voelde mij niet helemaal lekker. Een soort buikgriep waarbij de slappe mij nader stond dan de harde. Een
karrenvracht Motilium gevreten en voor de rest wat op mijn voeding gelet.
’s Ochtends beschuiten met
veenbessenconfituur van Damhert, ’s middags magere platte kaas van Danone en ’s avonds een kom rijst met een lapje
kippenfilet. Behalve uiterst geschikt voor het vreemd functionerend darmkanaal is het ook een eetpatroon om vol op te schijten.
Honger dat ik de hele dag door had. Zoiets is onbeschrijfelijk. En maar lonken naar al dat fraaie lekkers dat in onze opbergkasten
was opgeslagen. Gelukkig heb ik een karakter om kerken, kloosters, kathedralen en andere monumentale shit op te bouwen.
Vandaag is mijn toestand nog niet echt om over naar huis te schrijven maar daar ginds
toch niemand op een brief van mij zit te wachten hoort u mij ook in deze alsnog niet klagen. Ik ben geenszins een klager.
Klagen is iets voor zwakke mensen. Ik klaag nooit. Mijn gebit mag uit mijn muil waaien bij 9 beaufort, ik zal er hoogstens
eens luid om vloeken maar daarmee is de grens van mijn ongenoegen dan ook doorgaans bereikt. De ombudsvrouw zult u mij nooit
zien bellen. Ik ken niet eens dat mens haar nummer. Waarom zou ik mij met mijn
kleine klachtjes immers wenden tot zo’n officieel aangestelde functionaris op wie de burger beroep kan doen, als hij
door een beslissing van de overheid onbillijk meent te zijn behandeld en als een beroep op de rechter niet mogelijk of niet
gewenst is. Ik denk niet dat zo’n wijf ook de afhandeling van een kwalijke draai in het leven behandelt. Zo’n
rij tanden die uit je bek wapperen door een onvoorspelbare windhoos, daar kun je toch moeilijk de overheid mee opzadelen?
Maar goed, dit gezegd zijnde wil ik hier dus ook graag gewag maken van mijn nakende
genezing. Na ontlasting moet ik niet meer meteen met de Harpic het email van de pot te lijf en dat wijst op zijn minst
op één of andere ernstige beterschap. Straks kan ik weer Bourgondisch gaan leven en dat stemt mij vrolijk. Een echt vrolijke
Frans zal ik wellicht nooit worden maar toch stroomt momenteel enige blijdschap door mijn herstellende lijf. Mocht u mijn
opgewekte stem willen horen dan belt u mij maar eens. De kans is niet gering dat ik u de grap van het schaap en de welwillende
edelman vertel. Gieren en brullen en dat allemaal aan een telefoon. Een mens valt in dit harde bestaan dus ook soms van
de ene leuke verbazing in een ander kolderiek moment. Dat de pret bij manier van spreken dus heel even niet op kan.
Hoe deed men dat toch in de middeleeuwen toen men zich nog staande moest weten te
houden met het bont der velden, een bundel vers gesneden rapen en een roedel zelfgekweekte kwartels. Je houdt het anno 2005
niet meer voor mogelijk maar ooit was het leven een lijdensweg om calvarie tegen te schreeuwen. Waarom zouden wij dan moeten
zitten klagen?
Kop op dus, beste medemens. Bewaar uw waardigheid in daad en gedachten. Schenk aandacht
aan het kleine en laat het grote voor wat het is want het is toch schier ongrijpbaar. Reik mij uw hand en ik zal u over deze
of gene hindernis helpen met een menslievendheid die u ongetwijfeld van vreugde zal vervullen.
Volgende keer zal ik hier een giller van formaat plaatsen. Billen zullen worden gekletst
en slips zullen worden vol gezeikt tijdens het lezen. Er zal vreugde heersen en er zal geen plaats zijn voor artificiële gevoelens,
misplaatste angst of verlammende melancholie.
U hebt al bij al geluk dat ik u doodgraag zie. Wie zou anders die droefheid uit uw
ogen wrijven? Wie reikt u heden nog belangloos zijn schouder om op uit te huilen?
Vlijmscherp aan beide kanten
het schuurpapier vol zwarte woorden
de haat en het kwaad
er heerste nood aan verlossing.
Hij kwam onverwacht
zaaide vreugde en
werd ’s ochtends uitgewuifd.
Op 22 mei werd deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden en vriendinnen
van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...
Hoewel mijn BBQ al helemaal
staat opgeblonken voor een zomer vol aangebrand en kankerverwekkend vlees straalt hij nog steeds een zielige werkloosheid
uit. Het weder wil alsnog niet mee. Mei loopt ten einde en we hebben in dit land nog steeds een klimaat waarin pinguïns en
ijsberen zich ongetwijfeld te pletter zouden amuseren. En dan die klimatologen met hun pseudo-wetenschappelijke baardgroei
waar altijd wel wat aan scheelt maar blijven mekkeren en lullen dat de aarde aan het opwarmen is. Het is 20 mei en we zitten
midden de winter. Zo is dat en niet anders.
Het werkt allemaal vreselijk
op mijn gemoed hoor. Hoewel ik vorige keer een belofte had gedaan hoeft u hier alweer niet veel vrolijkheid te verwachten.
Een mens bereidt zich godverdomme voor op de zomer en dan blijkt die er niet te komen!
Zo kocht ik in april alvast
een prachtige zwembroek. Een soortement tangamodel met luipaardmotief. Daar zou ik wel even mijn buurvrouw mee imponeren.
Helaas, het sexy kleinood ligt nog steeds in de oorspronkelijke verpakking opgeborgen. Mijn vrouw waarschuwde nog dat de aanschaf
van dergelijk belachelijk model alleen maar voor oneindig veel klimatologische wraak zou zorgen en ze blijkt nog gelijk te
gaan krijgen ook.
Ik kocht ook een
Ray Ban zonnebril want ik wilde op mijn prachtig aangelegd terras in stijl de ene literaire klassieker na de andere lezen.
Omdat ik trendy en hip en speciaal wilde doen schafte ik mij het nodige leesvoer aan. ‘Ulysses’ van ‘James Joyce’, 'De verzamelde gedichten' van 'Leonard
Nolens', ‘The naked lunch’ van 'William S. Burroughs', 'On the road' van 'Jack Kerouac'... allemaal boekwerken die ongetwijfeld mijn buurvrouw
nog meer zouden imponeren dan mijn zwembroek dat al deed maar helaas, de vernoemde werken zullen moeten wachten op beter weder.
U
zult zich ongetwijfeld afvragen of het dan echt al kommer en kwel is wat mij treft heden ten dage. Awel, ’t scheelt
niet veel want benevens de bekakte klimatologische toestanden volg ik sinds kort ook een waterkuur om af te slanken. Mijn
lichaam bestaat al uit een oneindig percentage water en toch giet ik sinds een week elke dag drie liter Evian door mijn keelgat.
De grammen vliegen eraf maar ik snak wel naar Leffe, Duvel, Orval en Westmalle. Ondertussen ben ik wel de gezondste mens van
mijn parochie en ik kan u alleen maar aanraden om ook voldoende vocht tot u te nemen. Want wat las ik onlangs in een zeer
gerenommeerde gezondheidsbrochure die vakkundig in een sixpack Evian was geschoven?
Uitdrogingsverschijnselen
ingevolge watertekort spelen een belangrijke rol in nagenoeg alle chronische gezondheidsproblemen, van hernia en gewrichtstoestanden
over hoge bloeddruk en cholesterol tot en met dementie, depressie en astma.
Het
zijn duidelijk geen uilen daar op de PR afdeling van Evian. Met dergelijk onheilspellend gezeik jaag je de mensen de bomen
in en doe je ze vanop een tak onverwijld naar een fles water grijpen.
Tjonge,
water dat ik al gezopen heb de laatste tijd, je houdt het niet voor mogelijk. En zeiken dat een mens daarvan moet doen. Overal
waar ik kom loop ik het toilet plat en stroel ik brillen in de vernieling. Als ik straks dus ongelofelijk gezond oog dan weet
u alvast hoe dat komt. Als u mij een vraag stelt, en u blijkt voldoende vocht in uw lijf te hebben dan is de kans dat ik antwoord
niet gering. Als ik niks zeg dan zit ik in een waterdepressie, want dat bestaat ook. Dat je hele dagen water loopt te zuipen
terwijl je goed weet dat er honderden lucratievere dranken bestaan in het leven. En dat je van zo’n dingen van de weeromstuit
in een mentaal dal geraakt van heb je me daar.
Maar
niet getreurd, beste lezer, al bij al valt mijn toestand mee. Hier en daar wel een vermolmde rat tussen mijn getormenteerde
stoelgang maar mijn urine is helder en da’s ook al veel in omstandigheden als deze.
Op 28 mei werd deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken
woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...
Is me dat toch een miserie in dit klotenland. De ene dag meent
een mens nog de winter te ontwaren en de volgende dag is het koekenbak. Een niets en niemand ontziende hitte waarbij een mens
zich afvraagt of het niet allemaal wat gematigder zou kunnen want je weet op voorhand dat zo’n exhiberend tropisch weer
hier geen lang leven is beschoren.
Ik schrijf graag over het weder omdat ik een voorstander ben
van middelmatigheid binnen de schrijverij. Over het weer kun je lullen tot je toeter er blauw van ziet want het is elke dag
anders. ’t Probleem in deze is dat je eerder geschreven klimatologische novelles geen lang leven beschoren zijn. Op
20 mei schrijf je dat het winter is en precies acht dagen later lijkt zo’n uitspraak volledig achterhaald. Dames, mijne
heren, het is vandaag zomer!
Zo’n lekker weertje roept het kind in mij naar boven. Benevens
het zwembad daarstraks ook enkele verdwaalde kikkers opgeblazen. Ik heb mezelf te water gelaten – daar kwam net geen
industriële hijskraan aan te pas – en met een gekoeld glas Pinot Gris lig ik hier gelaten en goedgezind de hitte te
trotseren. Die toestanden aan zee zullen mij aan mijn toeter roesten, ik lig hier goed en comfortabel. Ik zal een beetje al
die debielen en mongolen op de dijk van Blankenberge trotseren als ik hier in mijn eigen biotoop gelukkig kan liggen wezen.
Nu dient u niet te gaan denken dat mijn huidige leven over rozen
gaat. Ik ben momenteel weliswaar niet geheel ongelukkig maar ook nu blijven de moeilijkheden mij koppig achtervolgen. Ik zou
vanuit mijn opblaasbaar bad ‘Het jaar 1901’ van ‘Louis Paul Boon’ lezen maar de felle zon speelt mij
parten. Enerzijds dien ik een zonnebril te gebruiken maar anderzijds ben ik sinds een jaar veroordeeld tot gebruik van een
leesbril. Zit ik hier dus met twee brillen boven elkaar en dat is geenszins een sinecure. Die brillen lijken met elkaar te
duelleren en donderen dientengevolge voortdurend van mijn neus en dan is het grabbelen geblazen in het bad en als zo’n
malheuren zich blijvend voordoen dan kan zulks op den duur vreselijk op de zenuwen gaan werken. Ik heb mij ook vandaag dus
tot enig gebruik van Valium moeten wenden teneinde in the mooth te blijven. Geen wonder blijft de farmaceutische industrie
ook tijdens zomerse dagen floreren.
Ondertussen neem ik hier het hele tafereel in mij op en zit ik
te denken wat hier nu eigenlijk het meest is opgeblazen, dat bad of mijn buik. En terwijl deugddoende zonnestralen mijn huid
verwennen vraag ik mij af of er op de hele wereld überhaupt één dieet zou bestaan dat mij naar een slanker postuur zou kunnen
leiden. Wil de meest gerenommeerde diëtiste van dit land mij alstublieft eens bellen? Mijn nummer kunt u vinden in de gele
gids onder de rubriek ‘doemdenkers’.
PS: 'Het jaar 1901' van L.P.Boon is een juweeltje van een schrijver
die als geen ander zijn stiel verstaat. Een hilarische, soms rauwe doch altijd beklijvende beschrijving van het alledaagse
wel en wee van het gewone volk van Aalst op de drempel van de twintigste eeuw.
Op 17 juni werd deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...
Soms vraag ik mij
af waarom ik de hele tijd op andermans weblog zit te leuteren in plaats van hier mijn talrijke woorden te dumpen. Achteraf
gezien had ik misschien ook beter zo’n druk interactief weblog uit de grond gestampt in plaats van zo’n ouderwetse
website waar waarschijnlijk geen mens iets aan heeft.
Aan de andere kant,
iemand met een weblog wordt geacht om elke dag iets te schrijven en ziet u mij al elke dag met een ander schrijfsel naderen.
U zou mij waarschijnlijk zien komen! Ik van mijn kant ga mij een beetje zitten uitsloven om u dagelijks een stuk leesvoer
te bezorgen. Tarara Farilde! Ik ben goed maar alsnog niet gek. Over die laatste stelling zou mijn dokter u ongetwijfeld een
heel ander verhaal kunnen vertellen.
Om de aanhoudende
leegte in mijn gastenboek wat op te vullen heb ik de laatste tijd het krankzinnige
idee opgevat om af en toe een brief aan mezelf te schrijven. U hoort het goed, beste lezer, ik schrijf in mijn eigen gastenboek.
Weliswaar onder allerhande schuilnamen maar toch. Ik ben een beleefde mens dus beantwoord ik ook braaf mijn eigen brieven.
Mijn huisdokter, die tevens tot voor kort hoofdsponsor van deze site was, stelde onlangs een geheel nieuw medicament
tegen schizofrenie voor maar daar heb ik - via een keurig uitgevoerde uppercut tegen zijn tanden - voor bedankt. Die tanden
vlogen alle kanten uit want mijn dokter bleek eigenaar van een erg fragiel gebit. Ik heb dus, benevens behoorlijk wat last
van spoken in mijn hoofd, ook heel wat andere dringende zaken aan mijn kop. Op zoek gaan naar een nieuwe hoofdsponsor voor
deze site is één van die urgente bezigheden.
Ooit werd ik gesponsord
door een gekend merk van chocopasta tot die schlemielen in de gaten kregen dat ik eigenlijk eerder een diehard fan van smeerkazen
was. De bruine geldkranen werden terstond dichtgedraaid en bij navraag bleken die andere hufters - die losers van de lachende
koe dus - bleken die dus over geen budget te beschikken voor het sponsoren van websites. Nochtans, ze hebben al een fortuin
aan mij verdiend, die afgelebberde mongolen. Mocht u de dozen smeerkaas die ik in mijn leven al heb gevreten op een rij zetten,
u zou er internationale snelwegen mee kunnen plaveien. Maar goed, ik vermoed in u geen wegwerker dus laten we dat hele gedoe
met dat plaveien maar vergeten.
Tot ik de ware
mecenas heb gevonden leest u dus een ongesponsorde website. Dat heeft voordelen maar ook nadelen. Het voordeel is dat een
mens ongebonden is aan verplichtingen jegens zijn sponsor. Ik kan hier elke multinational zitten uitschijten tot er een mesthoop
ontstaat, het scheelt niks aan m’n inkomsten. Misschien krijg ik hier en daar een proces aan mijn broek wegens smaad
en laster en al van die vreemde dingen maar financieel maakt het dus geen enkel verschil. Tenzij ik een boete van 1000 euro
aan mijn broek krijg genaaid. Maar ach, wat is 1000 euro voor een man als ik? Juist, een enorme som geld die ik nooit zou
kunnen betalen. En zo zijn we pardoes ook bij de nadelen van een niet gesponsorde website. Dat je er niet zomaar zonder slag
of stoot Jan en alleman kunt op zitten uitschijten. Dat gerecht en mede zijn rechters vallen geenszins te onderschatten.
Ooit zal ik culinaire
studies volgen en na mijn diplomering als meesterkok zal dat hele gerecht wel weten waar het aan toe is. De moeilijkheid in
deze is dan natuurlijk weer dat ik op zoek moet naar een vijf sterren restaurant en of een mens zoiets bewerkstelligt zonder
sponsoring valt ten zeerste te betwijfelen.
En als u mij dan
nu wilt excuseren, er dient dringend een konijn geslacht en een gros pruimen getrokken want overmorgen is het zondag, en dan
sta ik achter het fornuis. Ik mag dan momenteel nog wel geen gediplomeerde kok zijn, mijn “konijn met pruimen op wijze
van de chef” is onovertroffen in een straal van duizend mijlen onder zee. En dan zou u mijn vispannetjes eens moeten
meemaken! Of mijn gefileerde orka in de room. Of in het groen. Zo’n Orka blijft al bij al een soepele materie. Dit in
schril kontrast met de Oost Indische Slijkforel maar dit is dan ook een geheel andere vissoort over dewelke ik u in de nabije toekomst nog wel eens een novelle ten geschenke zal doen.
Op 02 juli werd deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden
en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...
Doorgaans ben ik één en al somberheid maar vandaag voel ik een
vleugje blijheid. Helemaal vrij van lichamelijke ongemakken ben ik nooit maar die kunnen vandaag blijkbaar mijn voorzichtig
optimisme niet verhinderen . Het kan aan die scheut reggae en aan dat kleine geurende dingetje liggen waarop ik mezelf zojuist
trakteerde. Hoe dan ook, ik let wel op voor algehele vreugde en in mijn vrieskast bewaar ik angstvallig een pot chrysanten
voor het geval ik plots door het dolle heen zou raken qua blijdschap en zo. In diezelfde vrieskast zitten ook ijsblokjes.
Ik laat er twee van in een glas Ricard glijden, sluit mijn ogen, snuif de mix van geuren, laat de muziek tot me doordringen en
waan me op een tropisch eiland. U zult waarschijnlijk denken: “Makkelijk zat, in dit prachtige weer!”, maar vergist
u zich niet, beste lezer, want het is hier immers sinds twee dagen weer gaan regenen. U begrijpt dat de inleving mijnerzijds
van een optimisme getuigt waar menig cliniclown een punt zou kunnen aan zuigen.
Maar goed, TerZake! En in het bijzonder de opmerkelijke verschijning
van ene Phara de Aguirre
in dit actualiteitenmagazine. Daar ik nooit een grote fan van actualiteiten ben geweest gaat mijn aandacht tijdens het bekijken
van dit programma doorgaans uit naar Phara zelve. Sjonge, is me dat toch een stoot, die Phara! Daar gaat mijn toeter meteen
de allerhoogste tonen van fluiten. Of ze het nu over de politieke instabiliteit in Irak heeft, of ze snijdt één of ander kwalijk
gevolg van een hittegolf aan… altijd weer een fluitconcert in mijn broek waar Bobbejaan Schoepe alleen maar kon van
dromen gedurende zijn actieve carrière. En dan te bedenken dat de vrouwelijke
TerZake-kijkers het moeten stellen met Siegfried Bracke. Dat is op sensueel vlak toch de minst aangename vlag waar onze nationale
omroep in de laatste 250 jaar mee gezwaaid heeft? Als je bij die man niet over je toeren geraakt van zijn haarsnit dan brengt
zijn eeuwige strik je alsnog in shocktoestand! Ga daar als vrouw maar eens uit je sneetje van zitten zweten. De nood zou volgens
mij al erg groot moeten zijn. Neen, dan denk ik dat je als lesbische meerwaardezoeker beter af bent bij TerZake. Ik mag dan
al geen lid zijn van het roze legioen, ik denk dat Phara ook in die kringen in menig bovenste schuifje ligt. Leer mij lesbiennes
kennen, ik ben nog een tijd hulpkinesist van Martina Navratilova geweest.
Wabliefteru? Dat de nationale omroep nog zolang niet bestaat? Ja, van eigens dat de nationale omroep nog zolang
niet bestaat, België bestaat pas 175 jaar. Maar we gaan daar toch niet moeilijk over doen zeker? Dat was gewoon bij manier
van overdrijven, die 250 jaar. En los van het feit dat ik hier een bewuste fout maakte denkt u toch niet dat ik bij alles
wat ik hier schrijf data en feiten zal gaan uitpluizen. Alstublieft zeg, ik heb nog niet genoeg aan mijn hoofd!
Neem nu mijn rug. Daar huist momenteel sinds twee dagen een hernia, een lumbago of nog iets anders waar een
mens ook ontzettende kan van afzien. Een juiste diagnose werd nog niet gesteld omdat het weekend is. Er is met name niet één
gerenommeerd rugspecialist die werkt tijdens het weekend. Eén bende luie vlerken zijn het! Ik zal dus moeten wachten tot maandag
om de juiste schade aan mijn skeletmuskulatuur te laten opmeten. Ondertussen draai ik hier de ene Dorsilon na de ander in
mijn orgel omdat dit medicament het Mephenoxalone bevat. Dit is een originele werkzame stof die de specifieke eigenschap heeft
om spiercontracties en musculaire krampen op te heffen. Hoe ik dat allemaal weet? Ik vertelde u toch eerder dat ik nog een
tijd hulpkinesist van Martina Navratilova ben geweest?
Volgens de bijsluiter zijn secundaire nevenwerkingen zeldzaam maar behoren
misselijkheid, hoofdpijn, sidderingen, duizeligheid en allergische reacties tot de mogelijkheden. Reden te over dus om mij
enorm veel zorgen te maken want ik ben een beetje azzo… enorm gevoelig voor bijwerkingen allerhande. Ik vraag me trouwens
af of die plotse hardnekkige rode vlekken in mijn halsstreek normaal zouden zijn. Kwestie ben ik al niet één en al nevenwerking,
bedenk ik, en op slag begin ik te duizelen en slaat mijn hoofd open en toe.
Op 18 juli werd deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord,
de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...
Er zijn nogal wat klachten gekomen van mensen die deze site één grote warboel vinden. Vele
van die mensen liggen nu een beetje te bekomen in een ziekenhuis van die uppercut die ze na hun opmerking moesten incasseren.
Ja, die agressie in mij loopt een beetje hand in hand met mijn onvermogen om kritiek te aanvaarden. Ik wens die mensen van
hieruit ook veel beterschap en wil me vooral excuseren voor mijn wangedrag.
Het hele eieren vreten in deze is natuurlijk dat die mensen gelijk
hebben in hun kritiek. Als je maar om de zoveel tijd deze site betreedt dan blijft het inderdaad een raden naar welke geschriften
nieuw zijn en welke hier al jaren staan te blinken.
Bepaalde goede zielen (waarom dwalen mijn gedachten hier plots
naar Lode Zielens, waarom?) proberen mij al maanden via een zeer ingewikkeld
technisch jargon op het juiste spoor te zetten maar het probleem in deze is dat ik daar de ballen van snap en dat ik tijdens
hun prachtig discours dus wel vaker in mezelf zit te murmelen: "Weet ge wat ge doet, bende bargoense bavianen, steek
heel uw jargon in uw gat!”. Ik weet het wel, dit is niet erg netjes van mij maar ik ben een digibeet pur sang en tijdens
een al te veredelde, technische uitleg, gedraag ik mij bij vlagen erg rudimentair en derhalve ongemanierd.
Ik ben dus volledig overgeleverd aan de goodwill van mijn provider
in deze prangende materie en ik probeer er het beste uit te halen. De diensten van zo’n aanbieder vergelijk ik een beetje
met een gebruiksaanwijzing van een videorecorder. Ik haal uit alles maar 5% van wat erin zit. Zo heeft het zes maanden geduurd
eer ik een noot muziek op mijn site kreeg! Ik vermoed dat de techneut in mij zich ophield in mijn nageboorte. Vrouwen die
van een vleugje cosmetische crême van mijn placenta hebben genoten herken je dan ook aan hun uitstraling, hun attitude en
hun opmerkelijke intelligentie.
Ikzelf ben daar dus van verstoken gebleven. Ik moet het hebben
van pure logica en ga dus systematisch tewerk. In de navigatiebalk heb je de drie eerste items die nooit veranderen. “Home”
– “CV” – “Links”. Het vierde icoontje is altijd het nieuwste wat er te lezen staat. In
feite een zeer simpel systeem en dat een mens er algelijk maar moet opkomen. “Aanklacht” is dus de laatst geplaatste vertelling. Terwijl "Voorjaarsstorm" dan weer het op één na laatst geplaatste verhaal is. Een historie waarvoor mijn grootmoeder mij trouwens een proces
aandeed. Van je eigen familie moet je het hebben!
Het kan dus allemaal heus zo moeilijk niet zijn, zit ik dan te
denken!
Ik ben er me van bewust dat Tripod nog heel wat meer technische
mogelijkheden biedt maar die kan ik met mijn beperkt intellect dus niet vatten. Het ware goed dat kenners (van het vrouwelijke
geslacht uiteraard) zich hier achter de computer naast mij vleiden en mij die onbeperkte en verborgen mogelijkheden stap voor
stap uitlegden. De kans dat ik zo’n bereidwillige vrouw vind die ook nog van mijn placenta heeft genoten is uiterst
gering.
Ik vrees dus dat u het in deze nog een tijdje met de huidige
opmaak zult moeten stellen.
Het is momenteel zo’n 25°, een late, deugddoende zon streelt
mijn lijf, een glas champagne spuwt zijn bubbels, op de BBQ ligt een côte à l’os naar mij te lachen en de hond vraagt
mij kwispelend ten dans. Hij is dan ook verwekt door een Argentijnse reu en heeft de tango in zijn bloed. U zult
ongetwijfeld begrijpen dat ik hier geen moment langer achter dit klavier kan blijven zitten. La vie en rose en zo!!
Op 26 juli werd deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord,
de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...
Ik sta met de handen op de rug
door het raam te staren en droom weg naar exotische stranden waar de zon nooit stopt met schijnen. Helaas, this is Belgium.
Regen valt onophoudelijk vanuit een grijs wolkendek op mijn terras. Twijfelend tussen Nick Cave en Tom Waits schuif ik uiteindelijk
'Cemetery Shoes' van 'Johnny Dowd' in de CD en klik meteen door naar nummer tien. 'Dylan’s coat'. Ik ben een vat vol
verrassingen.
Wat een verademing, zo’n
luchtig muziekje tussen al die klimatologische ellende door. Om de vijf seconden tikt mijn voet speels een maatje mee. ’t
Lijkt wel een walsje om met iemand op te dansen die al zes maanden is overleden. Het juiste tempo proberen aan te houden met
een hoop verbleekte botten in je handen. Stijldansen op het plaatselijke kerkhof. Plaats zat want in de zomer sjokt er weinig
volk tussen de verpauperde zerken. Rond november kun je er op de koppen lopen maar tijdens de zomer is het er rustig. De grond
is wel oneffen en het lijkt me moeilijk om daar in stijl op te dansen.
Laat ik me nu maar niet meeslepen
door sombere gedachten aan de dood en de verrotting. Laat ik mij maar eens concentreren op dat stijldansen zelf.
Het meest prangende probleem
in deze kwestie is wellicht dat ik het stijldansen niet machtig ben. Ik weet trouwens niet of het iets voor mij zou zijn,
dat zwierig zwaaiend schuiven op een blinkende parketvloer. Ik heb simpelweg geen gevoel voor gedeelde ritmes. Het juiste
tempo bepalen, de juiste snelheid inschatten, de gewenste beweeglijkheid bereiken… het lijkt technisch allerminst simpel,
zo’n stijldans. Daarnaast is er natuurlijk ook de vestimentaire kant van de zaak. Ziet u mij al in zo’n lachwekkende
maillot met een vrouwelijke medemens statig door een danszaal schuifelen? Neen, dat dacht ik ook niet.
‘Dylan’s Coat’
rolt over in ‘Rip Off’, een vrolijk instrumentaal ketelmuziekje waar ik wel pap van lust. Alsof Dowd plots in
een obscure tweedehands platenzaak een LP van The Shadows heeft ontdekt. (Als u nu nog even geduld oefent dan kunt u straks
dat nummer horen... komt meteen aansluitend op deze 'Dylans Coat'!) Bij zoiets hoort een sigaretje en een glaasje porto. Van
het ene glaasje komt het andere en na een halfuur en vier glaasjes port kan het mij geen fuck meer schelen of het nu
regent of hagelt of sneeuwt.
Plots krijg ik zin om iets heel banaals te schrijven. Zo’n
tekst waarin iemand door zijn venster staat te kijken terwijl het regent bijvoorbeeld. En dan wordt dat personage onder invloed
van porto plots volledig onverschilig voor het klimaat. Dat soort 'schrijvelingetje' dus.
Niet getreurd, beste lezer, morgen schijnt de zon ongetwijfeld
weer volop en kunnen wij als vanouds grillige melanomen en andere huidaandoeningen kweken. Voor de kweek van echte champignons
is een kelder aangewezen.
Op 13 augustus werd
deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer
opkomende gedachte...
Weinig mensen weten dat, want het is mij ook niet aan te zien
maar ik heb behoorlijk de pest in omdat de zomer dit jaar kwakkelt dat het niet mooi meer is. Ik ben een ecologist pur sang
en in mijn drang om het milieu van alle kwaad te vrijwaren leef ik al mijn hele leven op zonne-energie. Met zo'n zomer kan
een mens het dan wel schudden. Mijn tred is dramatisch, mijn blik vertroebeld, mijn mond verkrampt en mijn gevoel voor humor
sijpelt grap na grap in een diepe duistere spelonk, een soort afgrond waar zelfs een Tiroler zijn hoed met pluim zou voor
afnemen. Sjonge, sjonge, is me dat eventjes een afgrond. Wie over de rand in die diepte loert krijgt het op slag benauwd of
gaat hyperventileren van 't vaderland weg. Laat aanrukken, die plastieken zakken en die yogadocenten!
Soms, als het tegen de avond opklaart en de zon schuchter door
het wolkendek tuurt kan ik mijn vreugde niet op. Dan ga ik op een stoel op mijn terras zitten en schenk ik mezelf een glas
vocht. Dat kan vanalles zijn. Als er ook maar een greintje percentage alcohol in zit dan zult u mijn keel nooit weten refuseren.
Een simpele Jupiler, een kuip Duvel, een teil Bruine Leffe, een vat rode wijn... enfin, als het maar vloeit. Terwijl ik drink
bekijk ik de hond die het mos van tussen de klinkers wroet. Mochten er truffels tussen mijn klinkers groeien dan zou ik ongetwijfeld
erg veel aan dat diertje hebben. Nu bezorgt hij me alleen een hoop werk. Ik dien immers dat mos samen te vegen na zijn strapatsen.
Dit is helaas niet alles. Als hij een vierkante meter heeft omgewoeld dat gaat hij voldaan en met een tevreden grijns op de
bek een bolus zitten draaien. En wie mag die kunstzinnig gedraaide bruine hoopjes opruimen? Juist, bibi dus.
De strontschep van dienst is een soort plastieken lepelklem die
wij ooit gratis kregen bij de aankoop van een slakom. Die slakom zelf is ook al een hele tijd geen slakom meer maar doet nu
dienst als vergaarbak van onuitgespoelde verfborstels. Ik weet niet of u dat ook heeft maar elke keer als ik mij met fel gekleurde
acrylverf uitleef dan blijkt er achteraf nooit een druppel white spirit in huis te zijn. De kleine huis- tuin- en keukenprobleempjes,
zeg maar.
Maar goed, we hadden het over de zomer of het gebrek daaraan.
Dat ik dus maar niet opgeladen raak en dat zoiets natuurlijk nefast is voor mijn dagelijks functioneren. Mijn wankele tred zorgde er zelfs voor dat ik onlangs op de festivalweide van Dranouter onderuit ging. Door een eerdere stortbui
was de weide verworden tot een spekgladde modderpoel waardoor ik plots met mijn 95 kilo vol tegen de grond smakte. Mijn rijstschoteltje
dat ik net gekocht had kwakte uit mijn handen en spetterde alle kanten op. Het gedaver van mijn val sloeg zelfs Lou Reed uit
zijn muzikale lood waardoor diens optreden in een neerwaartse spiraal belandde. 't Ging van kwaad naar erger met Ome Lou.
Wat een draak van een optreden was dat! Pseudo-musicologen gewaagden achteraf van een sterk intimistisch optreden. En zo hebben
die lullen altijd wel wat te lullen.
Wie ook wat te lullen had was die man die mijn rijstschoteltje
over zich heen had gekregen. Die bleek helemaal niet gediend met de gratis Indische douche en terwijl hij de pikante saus
van zijn bril stond te wrijven begon hij mij te confronteren met mijn verantwoordelijkheid in die zaak. Of ik al eens goed naar zijn das had gekeken? Ja, dat had ik. Dat iemand met een das door het leven stapt
kan mij niet schelen maar wie op een folkfestival ronddwaalt met een plastron met embleem van Lacoste om zijn veel te dikke
nek die vraagt er mijns inziens toch een beetje om. Ik had geen zin in een discussie. Ik keek hem diep in de ogen, haalde
langzaam adem en zei: “Ik geef uw krokodil te eten en u bent mij niet eens dankbaar, barbaar die ge zijt!” Er
moet iets dreigends van mijn blik zijn uitgegaan want zijn vrouw zei: “Kom, Jean-Louis, laten we terug naar de VIP ruimte
gaan, het is daar veiliger.” Terwijl ze zich uit de voeten maakten zwaaide ik hen uit en murmelde: “Take a walk
on the wild side, klaplopers!”
Van ’t één kwam ’t ander en na een wijle raakte ik dronken. Wat is dat toch
met mij!
Op 09 september werd
deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord, de geschreven letter en de immer
opkomende gedachte...
Overdag worden wrede veldslagen uitgevochten met de demonen en 's avonds ontmoeten
wij onze engelen. Gevleugelde momenten van schoonheid waar warmte en tederheid vanaf stralen. Tegen de ochtend nemen
wij hen zachtjes bij de lenden, openen het raam en geven hen een zetje. Met knipperende oogleden vanwege het felle zonlicht
vliegen zij weg van ons en laten ons achter in staat van verwarring. Het bloed sijpelt uit onze wonden en wij likken
elkanders schade.
Geruisloos daal ik de trap af op weg naar nergens. Zij blijft achter. Dit mag geen bitter
afscheid worden. Ge moogt niet huilen. Dit is geen drama. Dit is wat er later zal van resten.
En dan, een wijle later, komt zij zich langzaam nestelen. Wees welkom, gij zoetste herinnering.
Ge smaakt naar gesuikerd deeg. Ge maakt het geluid van duizend kleine woorden. Ge geurt naar de dauw in het poldergras die
daartsraks nog mijn voeten likte.
Later zal de bel gaan. Er zal mij een man komen melden dat de aarde zal vergaan. Het einde
van de wereld zal verkondigd worden. Het is immers niet voor niets zondag.
En ik, ik zal zeggen dat ik er bijna klaar voor ben. En ondertussen zal ik gewoon blijven
leven met diep in mij de verborgen gedachte dat ik weer een stuk rijker ben geworden.
Op 06 oktober werd deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord,
de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...
Teneinde onze dienstverlening te verbeteren hebben wij
heden besloten om u via deze de juiste lottocijfers voor zaterdag 8 oktober te laten geworden. Zullen derhalve uit de majestueuze
trommel rollen, en wij sommen ze hier gemakshalve even in juiste volgorde voor u op:
7 – 11 – 18 – 23 – 33 – 40
Aangaande het reservegetal was er enige onduidelijkheid
maar het kwam vervaarlijk dicht in de buurt van een negen.
Het spreekt natuurlijk voor zich dat de redactie niet verantwoordelijk
kan worden gesteld voor eventuele inschattingsfouten vanwege Omer Scholzwier, onze lotto analyticus. Die mens is ondertussen
drieënnegentig jaar, hij is stekeblind en af en toe vertoont hij licht dementerende trekjes. Als hij zich ten kantore ontlast
dan kun je er drie van de vier keer gif op innemen dat hij na het schijten gladweg vergeet om z’n gat af te vegen. Omer
stinkt een uur in de wind maar hij is vrijwilliger en dient derhalve niet betaald te worden. Dat scheelt de spreekwoordelijke
slok op een borrel en zolang hier niemand een neusbreuk oploopt vanwege de reuk nemen wij dit ongemak er gewoon bij. Echt
enthousiast zin wij niet over deze gang van zaken maar à la guerre comme à la querre.
Jezus Christus nog aan toe, wat een mist deze morgen. Het
zicht werd danig beperkt dat ik zelfs Irma Vlierschoot niet had opgemerkt. Irma rijdt in een vaal roodbruine wagen waaraan
ik tot op heden nog steeds geen merknaam kan koppelen. Het voertuig neigt naar een prototype van de eerste Lada en is
duidelijk vervaardigd in Altynkul, een achterlijk gehucht in Oesbekistan, maar zekerheid hieromtrent is er allerminst.
Elke ochtend zwaait zij mij welgemutst een goedendag aan de brug van Steenbrugge. Ik zwaai lang niet altijd terug. Er zijn
dagen waarop mijn bezwaard gemoed mij verhindert om zomaar naar andere mensen te zwaaien. Soms ben ik één en al jolijt en
dan kan een zwaai voor mijn medemens er vanaf. Meer nog, ik moet mij op zo’n momenten een beetje inhouden of voor ’t
zelfde geld zwaai ik in dergelijke euforische gemoedstoestanden mijn arm uit de kom. Van die uitersten, weet u wel!
Wabliefteru? Waarom wildvreemde vrouwen naar mij zwaaien
en waarom ik soms ook terugzwaai? In feite gaat dat u niks aan maar ik zal het toch maar even duiden. Er is immers al achterklap
genoeg in de wereld. U moet weten: Irma is niet zomaar een vreemde voor mij. Wij hebben jaren samen met de trein naar Torhout
gespoord. Irma wilde altijd kaarten en tijdens de vele opwindende spelletjes "Broek van 't gat" gebruikten we haar
schotse rok als bijzettafeltje. Irma neigde lichamelijk een beetje naar Omer (onze lotto-analyst) want ze stonk ook behoorlijk
indringend. Elke dag opnieuw de wilde geur van ongedweilde slachthuisgangen rond dat hele lijf van haar. Vooral vanonder de
rok woei af en toe een kadaverlucht om "konijn-in-verre-staat-van-ontbinding" tegen te zeggen. Daar kon Irma echter niks aan
doen, dat scheen iets medisch te zijn. Benevens een lijfgeur had Irma ook een wrat op haar neus die bij winst tijdens het
kaarten naar frivool roze neigde. Als ze verloor werd die wrat paars en stond hij wat gespannen zodat je als toeschouwer
dikwijls bangelijk dacht dat er elk moment anderhalve kilo jus uit dat geval kon spuiten. Dat was geenszins een wrat om grappen
rond te verzinnen. Het was een soort tijdbom die ons behoorlijk beangstigde.
En toen mocht Irma op een dag deelnemen aan Beautiful op
VT4 en als ze op heden naar me zwaait denk ik telkens dat Miss Oostkamp naar me wuift. ’t Is een echt konijn in
staat van opwinding geworden. Er zijn mannen, ja zelfs vrouwen, die een arm zouden willen afstaan om gewoon eventjes naast
Irma te mogen zitten. Niet doen! Sta liever uw neus af, beste mensen. Want die reuk hebben ze er nooit uitgekregen. Vijfentwintig
wereldvermaarde olfactorische specialisten ten spijt. Als Irma bijgevolg op heden de brug van Steenbrugge over rijdt dan hebben
de bladeren van de bomen in het Lappersfortbos de neiging om massaal te vallen, ook al is het hartje zomer.
Benevens die hardnekkige mist
en de wuivende Irma gebeurde er vandaag geen bal. Er zijn nu eenmaal van die dagen.
Op 20 oktober werd deze inleiding vervangen door...
Beste vrienden en vriendinnen van het gesproken woord,
de geschreven letter en de immer opkomende gedachte...
Wie onze hier neergeschreven belevenissen ten kantore een beetje volgt (zie inleidingen 2005) zal hebben gemerkt dat Omer Scholzwier, onze lotto analyticus, er vorige keer in slaagde om geen enkel juist lottocijfer
te voorspellen. Dat leverde een resem boze lezersbrieven op van bezoekers die gebruik hadden gemaakt van onze gepubliceerde
cijfers om hun lottoformulier in te vullen. Ge moet enerzijds goed zot zijn om uw lottogeheimen van deze site te willen plukken
maar de protesten waren dermate talrijk dat wij ons anderzijds toch verplicht zagen om Omer de deur te wijzen.
Toen ik Omer meldde dat hij zijn C4 op het bureau in ontvangst mocht komen nemen dacht die minkukel nog even dat het
de sleutels van een bedrijfswagen van het merk Citroën betrof. Toen hij de ware toedracht had vernomen vloekte Omer binnensmonds,
mompelde dat zijn ontslag hem verdroot, liet een laatste kwaad geurende edoch krakende wind, sloeg nog een beetje woedend
met enkele deuren en verliet toen wijselijk maar weliswaar met veel misbaar het kantoor. Hij dreigde schreeuwend dat hij veel
connecties had bij de vakbond en toen ik vroeg welke vakbond zei hij me dat het me geen kloten aanging. Ging die eikel een
beetje onbeleefd gaan doen tegen zijn ex werkgever.
“Je zou zo’n crapuul toch meteen een peer tegen zijn
smoel verkopen”, zei Debbie Vandrachten, onze typiste klasse D, onderwijl hevig met haar pas gelakte nagels wapperend.
“Zet hier liever een raam open in plaats van u met het naakte
ontslag van een niet naar behoren presterende werknemer te moeien!” zei ik haar zakelijk.
Als die achterlijke geit meende zich met de interne keuken te
kunnen bemoeien dan was ze aan het verkeerde adres. Ze haastte zich om mijn bevel uit te voeren en enkele tellen later was
de hinderlijke geur van Omers wind uit het kantoor gedwarreld. Het kwam me voor dat op het balkon een duif onwel werd van
de stank. Een duif is lang niet altijd dat onverwoestbaar gevogelte waarvoor hij in menig duivenmelkermilieu wordt versleten.
Dit laatste natuurlijk geheel terzijde, wij zullen ons hier een beetje de duivensport ter harte nemen. Tarara!
Bon! Waar waren we gebleven? Eigenlijk nog nergens, merk ik nu
ook net. Ik heb u tot hier enkel gewezen op het ontslag van Omer en verder was ik me dunkt nog niet gekomen. Ik belde Debbie en vroeg haar mij het dossier “Inleidende Woorden” te laten geworden. Debbie kijkt altijd
weer vreemd op als ze mijn stem aan de telefoon hoort. Daar zij recht tegenover mij aan het bureau zit ontgaat mij niks van
haar “doening”.
Omdat ik weet dat hier soms ook Nederlanders meelezen moet
ik nu natuurlijk het woord “doening” uitleggen. Je zou soms denken dat het een zegen is om buitenlanders onder
je lezers te hebben maar dat is lang niet altijd een lolletje, dat zuiders geteisem.
“Doening” is een West Vlaams woord voor “gedrag”.
Dat ik dus ten kantore uitstekend geplaatst zit om Debbie’s gedrag na te gaan. Veel bezoekers van ons kantoor vragen
mij tijdens de obligate open bedrijvendag waarom ik mijn typiste bel als ze vlak voor me zit. Ik
antwoord dan doorgaans dat het van meer klasse getuigt te bellen dan de te contacteren ondergeschikte gewoon aan te spreken.
Een telefonische oproep behoedt de nodige afstand tussen werkgever en werkneemster.
Als je zomaar tegen elkaar aan gaat zitten lullen op kantoor dat
kun je evengoed de kroeg induiken. Dan vervagen de normen als het ware. Ik ben een behoorlijk conservatieve mens en mijn denken
verloopt doorgaans archaïsch.
Debbie is eigenlijk niet bepaald de juiste typiste om hele dagen
recht tegenover te zitten als overste. Als ik langer dan één minuut naar haar kijk dan zit ik met een knoert van een erectie
in mijn broek. Sjonge, wat heeft dat kind me daar een koppel tieten onder die bloes! Die bloes staat altijd drie à vier knopen
open en dat draagt van eigens geen soutien. Mocht ik zo conservatief niet zijn, ik vroeg haar over de middag mee naar een
bruine kroeg alwaar ik haar zou tongzoenen tot ze er het noorden en haar fatsoen bij verloor. Enfin, een mens mag al eens
dromen.
Dromen mogen dan al bedrog zijn, ondertussen zit ik hier dus wel
de hele dag door met een stijve toeter van jewelste in mijn ribfluwelen pantalon. Ik hoef u waarschijnlijk geen konde te doen
van het feit dat zulke hormonale frivoliteiten het zware redactionele werk er niet makkelijker op maken.
En toch zijn er nog steeds mensen die mij menen te moeten vragen
waarom er zo weinig literaire beweging in mijn site zit. U moet zelf eens proberen om een vrolijke vertelling uit uw pols
te schudden terwijl er in uw broek een soort vlezige vulkaan zijn hitsige lava vanuit uw lenden naar de toppen van uw tenen
stuwt! Hoe denkt u dat zoiets voelt? Alsof een Spaanse gitana u wild en dierlijk gepassioneerd trakteert op een auditieve
blow job, zo voelt dat en niet anders!
Ik zou u willen vragen, gun mij eerst dat bord passionele Paella
en daarna ga ik als vanouds aan het werk!
En op den duur geraakt een mens die Spaanse muzikale gestes moe
en belicht hij de liefde vanuit een andere auditieve hoek. En hij stottert: "Es ist schon lange her dat ik haar liefde voelde… haar warme lust die als een geut trip hop tergend
traag langs mijn benen naar boven kruipt en mij doet verdwalen in haar wirwar van beweging en klank."