Het
gebeurt wel vaker dat ik tijdens een avond achter de computer mijn overvolle asbak moet vervangen door een leeg exemplaar.
Zoiets gaat altijd gepaard met een behoorlijke hoop zelfkritiek en een verwensing aan het adres van de mens die me mijn eerste
sigaret aanbood. Die mens ligt daar allang niet meer wakker van want hij stierf zeventien jaar geleden aan keelkanker. "Is
het nu eigenlijk de teer of de nicotine die het ons rokers lapt?", zit ik me wel eens luidop af te vragen. "Spreekt alzo niet
in uzelf, en pas op van uw as, ze gaat vallen!", repliceert mijn echtgenote dan steevast vanuit haar kalfslederen relax. En
in een poging om alsnog de asbak te bereiken valt de as ergens halverwege op en tussen de toetsen van mijn klavier.
Een
verstokte roker als ik blaast nogal wat de lucht in, als een mens dat zo allemaal eens op het gemak analyseert. Als je bedenkt
dat een pakje Bastos 10 mg teer bevat dan kun je rustig stellen dat je met de teer die ik tot hiertoe heb verbruikt makkelijk
de daken van de wereldwijde Hiltonketen had kunnen asfalteren. Wat? Of ik daar trots op ben? Mijn god, neen! Ontelbaar zijn
de momenten waarop ik luidkeels melding heb gemaakt van mijn voornemen om met ingang van deze of gene datum te stoppen met
roken. En dan verfrommel ik steevast heel ostentatief een (leeg) pakje Bastos om mijn voornemens kracht bij te zetten.
En je zult het bij de meeste verstokte rokers nooit anders zien maar als de datum in kwestie de kalender siert is er
wel altijd een raisonnabele reden om het goeie voornemen af te blazen.
Drukke stresserende dag, nicotinepleisters
vergeten te kopen en van die kauwgom gaat je maag toch maar protesteren, in een geanimeerde discussie verzeild geraakt, een
glas gedronken met vrienden, in een vervelende file gesukkeld of gewoon een onnoemelijke drang om toch maar weer zo'n verrukkelijke
geut nicotine door je hersenen te voelen stromen. Draai of keer het zoals je wilt, voor een roker blijft roken een heerlijke
aangelegenheid. Het is een soort ritueel waar niet rokers nooit de ingebeelde waarde zullen van vatten.
Het
openen van een nieuw pakje, het lichte tikken om die eerste sigaret uit zijn gespannen situatie te bevrijden, de reuk van
je eigen merk, de likkende vlam van een pas gevulde zippo die een beklemmende benzinegeur in je neus walmt, het schijnbaar
rustgevende gevoel na een fors geïnhaleerde trek, met half dichtgeknepen ogen en de peuk los tussen de lippen heel even lekker
stoer zitten wezen, de eerste afgetikte as in een cleane asbak en ondertussen zitten kijken naar zwartwitfotos uit de jaren
zestig toen iedereen nog rookte.
Onbedaarlijke
ochtendhoest en een mond die walmt als een asbak maken geen deel uit van het ritueel omdat zij niet als positief ervaren worden.
Aan longkanker durf ik al helemaal niet te denken. Daar ben ik alsnog te bang voor en vooraleer het zover is ben ik allang
gestopt met roken.
Urbain
Alpain.