Losgelaten weelde
Vandaag
bij het begin van
de herfst
veeg ik behoedzaam
jouw gezicht uit het mijne
ontdoe ik me van
je stem en gedachten
het heeft geen
zin om daar nog langer mee te wachten
het maal is verorberd
en de tafel is geruimd
de vlekken gebleekt
en het brood verteerd.
Lieve kleine beer,
begrijp me niet
verkeerd
soms vegen mijn
handen nog kruimels
ruik ik nog de
geur van de kleur in je haar
herinner ik mij
de vlinders en de charme
van de warme dagen
van weleer.
Herfst in een warme
vriendschap
niet treuren om
gevallen bladeren
maar leven
onder de boom die is gebleven.
urbain
|