Het heette een praatkroeg te zijn maar veel gesprekken werden er niet gevoerd. Hier en daar zaten mensen elkaar
aan te staren in de hoop dat er iemand een gespreksonderwerp te binnen zou schieten. Bij gebrek aan een gesprekspartner zat
ik aan de toog iets te drinken toen ze binnenkwam. Geen opvallende entree. Ze viel niet met de deur in huis, ze
kwam gewoon binnen en zette zich aan dezelfde toog waar ik aan zat omdat het etablissement in kwestie maar over één zo'n meubelstuk
beschikte. Ze begon heel spontaan tegen me te praten en zei dat ze niemand in de zaak kende. Dat kwam betrekkelijk
goed uit want ik kende er ook niemand en ik had weinig zin om de avond alleen door te brengen. Had ze me niet aangesproken,
ze zou me waarschijnlijk nooit zijn opgevallen. Mooi was ze niet. Lelijk eigenlijk ook niet. Ze had blauwe ogen die soms naar
grijs neigden maar dat kan ook door de drank zijn geweest. We zopen wat af. Ik had dorst en zij was alcoholist. Omdat ze 'pilsies'
in plaats van bier bestelde veronderstelde ik Nederlandse roots. Wat meer was, die tattoo op haar linker arm (een soort rozenkrans met
dwars er doorheen, in gothische letters : "I love Amsterdam"), daar kon een mens ook moeilijk naast kijken. Mede
doordat ze zo zat was als een kanon zat ze de hele tijd te dreigen dat ze iemand een oplawaai wilde verkopen. "Ik raak van
die pilsies altijd een beetje opgefokt!", lalde ze er verontschuldigend achteraan. Ze sprak met een palatale 'a' om een boer
mee van zijn paard te slaan. En toch nog iemand een oplawaai willen verkopen. Wij Belgen slaan iemand op zijn smoel terwijl
een Nederlander iemand eerder een oplawaai verkoopt. Het blijven gedreven handelaars, onze noorderburen. Leer mij Nederlanders
kennen! Ik ken het hele repertoire van de zangeres zonder naam uit mijn kop.
Mexico... Megeeeeeexiiiiiiicoooooooooooooo...
Ik vroeg haar hoe ze hier verzeild was. Ze antwoordde niet. Ze kende het woord verzeilen niet. Die troela had
verdimme mijn vraag niet begrepen. In plaats van me te vragen wat ik vroeg negeerde ze straal de vraag in kwestie. Erg snugger
leek ze me niet want ze zat de hele tijd met haar mond open. Wat te vrezen viel gebeurde. Ik begon haar steeds onsympathieker
te vinden. Op momenten dat haar lippen uit elkaar hingen ontwaarde ik een tongpiercing. Ik ben geen grote voorstander van
piercings. Ik heb ooit een hoektand ingeslikt na een onhandig seksueel manoever met een gepiercte navel. Vier dagen geen scheet
kunnen laten, laat staan dat mijn ontlasting om over naar huis te schrijven was. De vijfde dag knalde hij er plots uit. Die
tand dus. Een oerknal van hier tot ginder. Die hoektand van eigens onbruikbaar en een hele barst in het email van onze wc-pot.
Piercings, ik kan er boeken over schrijven. Thrillers met een spannende afloop. Pieter Aspe, begin al maar te beven!
Na een uur oeverloos lullen had ik het gehad. Het gesprek met die Hollandse liep van geen kanten en daarbij
was ze door de drank en die piercing zodanig beginnen lispelen dat ik een roedel cobra's in haar keelgat vermoedde. Als ze
niet lispelde dan boerde ze luid zonder zich te excuseren. Trutten heb je in alle maten maar dat was me er eentje van het
type XXL. Ik zei dat ik moest pissen en liep zonder omzien naar buiten. Het was donker en het regende. Ik ben een zeer angstig
type in het donker. Uit elk denkbeeldig gat loert gevaar. Ik zette mijn kraag recht om het gevaar te bezweren en liep met
gebogen hoofd de nacht in. Een gure wind geselde mijn voorhoofd en nostalgisch dacht ik terug aan de tijd dat ik nog mutsen
droeg die mijn moeder voor me breide. Iedere gedachte aan mijn moeder brengt veiligheid in mijn leven.
Urbain Alpain