Home | CV | Links | Madrugada | Adagio | Zakformaat XL | Muziek | Een rustig moment | James Brown R.I.P | Het incident en de perceptie | Fluweel | Toneel | Voor Mariette | 2006 | De auditie | Trut | Leonardo | Het haar van de hond | Confidenties | Aanklacht | Voorjaarsstorm | Het debuut | Scharrelkippen | Misselijk | Grand Cru | Willy | Mirakel | Zappa | 2005 | Engel | Cactusfestival 2004 | Gastheer | File | Zot | Graffiti | Agressie | Gastenboek | Amuse Gueules | Freundin | Gemis | Blankenberge | Dagboek | Schoon | Nostalgie | Protestbrief | Koot en Bie | Herfst | Jasper | 2004 | Voor haar | Topsport | Eerlijk | Slagveld | I.M. : Johnny Cash | Dood | Het proces | Wolfslam | Afscheid | Verkiezingen | Stilstand | Lieg | Jeugdliefdes | De fluit | Sprot | Dilemma | De plekke | Programmaboekjes | Regisseren | 2003 | Brugge 2002 | Vrouwen | Roest | Ongemakken | Piercing | Koe | Onmacht | Prettig gestoord | Huwelijk | De vrouw | Werk | Roken | Stadswandeling | Zij | Ma Beautée | Bezetting | Bezoek | Verjaardagsfeest | Valentijn | Schuldgevoel | Reünie | Stigmata | Rust | Musicals | Cactusfestival | Bejaardenhuis | Erotiek | Vernissage | Zomerliefde | Band | Afspraken | Angst | Brief | Nacht van het boek | Bejaardenbond | Poëzie | Poëzie 2 | Poëzie 3 | Poëzie 4 | Poëzie 5 | Poëzie 6 | Poëzie 7 | Inleidingen 2002 | Inleidingen 2003 | Inleidingen 2004 | Inleidingen 2005 | Inleidingen 2006

Die morgen op het web...

De vrouw

Een niet alledaags verhaal dat begint op 3 januari 2002 met een mededeling van een telefoonnummer en dat eindigt met een sterfgeval op 24 februari 1993. Mijn bedoelingen waren nochtans nobel en ik had het zelf ook graag wat chronologischer gehad. En toch, soms moet ge uw hand volgen als ge schrijft.

Naar ik heb horen zeggen is het jaar 2002 een uiterst interessant jaar voor de astrologie. Het zou iets te maken hebben met het omkeerbaar karakter van die 2002. Astrologie interesseert mij geen ene moer. Ik ken mijn sterrenbeeld maar daar houdt het ook mee op. Ik ben een weegschaal en ken niet eens mijn eigen gewicht, kun je het geloven? Voor mij liefst geen oeverloos geëmmer over data, sterren en standen. Ik wil me over tastbare dingen kunnen verwonderen.

Geef mij dus maar de tastbaarheid van een naakte vrouw. En net op zo'n momenten komer er doorgaans mannen mijn leven binnengewaggeld. 

Op 3 januari 2002 kwam een man mij opgewonden melden dat zijn telefoonnummer eindigde op 2002. Ik had de indruk dat hij dronken was want hij waggelde. Los daarvan raakte zijn melding mij diep. Was me dat even een tastbare mededeling! Mijn bewondering voor die man nam plotsklaps immense vormen aan en ik heb die mens daar ter plaatse uitgebreid gefeliciteerd.  Ge moet het godverdomme algelijk maar doen, zeg ik altijd. In 2002 in het bezit zijn van een telefoonnummer dat godbetert eindigt op 2002. Een mens zou zich voor minder uitverkoren voelen. Er zijn, wat aparte telefoonnummers betreft, maar weinig uitverkorenen op deze planeet. Ze zijn dun gezaaid, de gelukzaligen die een nummer met uitstraling kregen toegewezen.

In de wereld van telefoonnummers tref je doorgaans een ontelbare hoop losers. Kent u ze? Mensen zoals ik, bijvoorbeeld, wier telefoonnummer eindigt op 1216. Er bestonden geeneens telefoons in 1216. Alstublieft zeg. In 1216 werd de wereldbevolking nog bedreigd door de pest, cholera, malaria (vooral in de tropen), tyfus en andere ongemakken.  Maar denkt ge dat die mensen daar wakker van lagen? Mijn kloten, wakker van liggen. Ze hadden wel andere dingen aan hun hoofd. Hele dagen uitkijken dat ze niet in paardendrollen trapten bijvoorbeeld. Van die onmenselijk grote vijgen die her en der onoverzichtelijk langs Vlaamse wegen waren gedeponeerd door euh, door euh... godverdomme, hoe heten die beesten nu ook weer, van die beesten op vier benen met een staart... miljaar, ik zou ze anders duizend keren noemen... door paarden, juist! Die paarden zorgden dus niet zelden voor een onoverzichtelijke anale ravage in dien tijd. Vandaag de dag worden wij nog uiterst zelden geconfronteerd met paardenvijgen. Maar goed ook want de hedendaagse mens maakt zich tegenwoordig al druk als er per ongeluk eens een hond op zijn drempel schijt. Alsof die hond daar iets kan aan doen. We zouden wij me dunkt ook van de weeromstuit in het wild gaan schijten mochten wij hele dagen uit blik te vreten krijgen. Niet dat ik zelf sta te springen om een drol op mijn drempel gescheten te krijgen. De eerste hond die het aandurft om mijn drempel onder te schijten die krijgt gegarandeerd die drol, door mij eigenhandig, in z'n kerf teruggeduwd. Ik heb een ongelofelijk aimabel karakter maar er zijn natuurlijk grenzen. Natuurlijke grenzen heb je ook maar deze doen hier nu heel even niks ter zake. Dat er heden ten dage dus een hoop mensen rondlopen die werkelijk niets meer kunnen hebben. Nu, 't zullen ongetwijfeld de tijden zijn die veranderen. Of de mens zelf. Daar ben ik momenteel nog niet geheel uit. Maar goed, waar waren we gebleven? Astrologie en telefoonnummers hebben we gehad en er was ook even sprake over paarden, honden en vrouwen. Vrouwen! Hou me tegen of ik schrijf er een roman van meer dan vijfhonderd bladzijden over! Vrouwen kunnen alles verdragen. Zelfs dat ge 500 bladzijden over hen schrijft. Sterker nog, vrouwen zijn ongelofelijke ijdeltuiten die niks liever willen dan dat er hele boeken vol over hen worden geschreven. En ze hebben verdorie nog gelijk ook, die wijven! Een verhaal zonder vrouwen is immers als een boterham zonder zout. Ik weet dat er mensen zijn die uit  medische overwegingen geen zout eten maar daar kunnen die vrouwen niks aan doen, dat er mensen zijn die met een hoge bloeddruk hebben te kampen. Het is ook altijd wat met een mens zijn bloed. Van de ene stolt het niet en van een ander geneest de korst uiterst moeizaam. Ik persoonlijk heb bij gebeurlijke bloedonderzoeken steevast een tekort aan ijzer. Nooit kanker of AIDS maar altijd een tekort aan ijzer. Ik denk, mocht ik puur staal vreten, ik zou nog aan ijzergebrek in mijn bloed lijden. Het is aangeboren. Ik heb het van mijn vader. Met mijn moeder haar bloed was niks aan de hand. Die had bloed waar men tijdens inzamelingen van het rode kruis om smeekte. Desalnietemin kan ik de Triatlon in Hawaï dus wel vergeten. Een Iron Man met een tekort aan ijzer in zijn bloed. De gazetten zouden met moeite te houden zijn in hun commentaar!

Maar we zouden het over vrouwen hebben.   

 

HET VERHAAL VAN DE VROUW (chronologisch essay)

 

De zindelijkheidstraining van de hond verliep ook niet van een leien kakje (dichterlijke vrijheid). Dat mormel scheet de hele dag waar het hem uitkwam behalve in z'n met zand gevulde bakje. De vrouw had de hond gekregen van een buurman die zeeman was. De man riep dikwijls: "Wat zal het zijn, de buur of de zee ?", een ludieke woordspeling waar men in vismilieu's misschien vlot mee scoorde maar waarvoor men op het vasteland toch doorgaans niet plat ging. Bovendien wist de zee-annex-buurman zijn woordspelingen zelden boeiend te brengen.

Het was een wildbehaarde bouvier met gemengd bloed (die hond dus, niet die zeeman). Oorspronkelijk wou de vrouw eigenlijk een goudvis maar bij gebrek aan een euh... zo'n ding euh... zo'n ding met vijf glazen wanden en een hoop water erin... verdomme, hoe heten die dingen nu ook alweer... juist, een visbak. Bij gebrek aan een visbak, was de vrouw nooit durven overgaan tot de aanschaf van een goudvis.

 

De vrouw had ook een man. Ze vormden samen iets wat een doorsnee toeschouwer op z'n minst 'een apart koppel' zou noemen. Een niet alledaags koppel zoals wij hier zeggen. Hij was de hele dag ladderzat en zij had het aldoor aan haar zenuwen. De man had de onhebbelijke gewoonte om altijd in dubieuze cafés te zitten kaarten. Benevens het kaarten werd er ter plekke ook nogal wat afgezopen. Van die hele foute herbergen waar men affiches hangt van Nana Mouskouri als die in het dorp komt zingen. Zo'n cafés waarvan de uitbaters vroeger nog opticien zijn geweest en daardoor enorm dwepen met Mouskouri. Zo'n café's dus. Je kunt nagaan wat een ellende! De man was dan ook heel zelden voor rede vatbaar.

"Neem verdomme wat je wilt, als je maar niet met een orka naar huis komt!", had hij geschreeuwd toen de vrouw hem vroeg naar welke vis zijn voorkeur uitging. De vrouw had eigenlijk niet het juiste moment gekozen om hem die vraag te stellen want toen ze het hem vroeg zat de man zoals gewoonlijk in een heel fout café te manillen en 't was zijn beurt om troef te maken en, ge zult het nooit anders zien maar de man had verdomme net geen kaart. Soms ging de vrouw mee op café en stelde dan af en toe op de meest ongepaste momenten de meest ongepaste vragen. Zo ook nu dus. Vandaar dat de man was uitgevlogen.

Van z'n eigens was de vrouw in tranen uitgebarsten. Ze verliet huilend het café en toen ze thuiskwam had de bouvier tot overmaat van ramp in haar zondagse pruik gescheten. Neen, het was niet echt haar dag.

 

Maar 't ging hier dus eigenlijk over Nana Mouskouri, dat verhaal van de vrouw of misschien juist niet. Geheel duidelijk is het momenteel allemaal niet. Sorry als het een beetje onduidelijk overkomt maar dat hebben mijn verhalen naast de inhoudelijke tristesse dus ook, dat ze doorgaans vreselijk onduidelijk zijn!

 

Als een doorsnee mens Mouskouri hoort kwelen (om dus even verder te gaan met het verhaal) dan voelt die mens zich op z'n minst onwel of gaat hij plots hevig zitten braken. Achiel ging echter nog een stuk verder in zijn reactie. Als Achiel Nana Mouskouri hoorde kwelen dan ging hij van de weeromstuit in een auditeive coma. Een soort heldhaftige verzetscoma tegen de stem van dat kalf (Mouskouri dus). De mensen in de buurt, die opticien waren geweest of die Mouskouri graag hoorden, noemden Achiel een dorpsgek, "Wat zal het zijn Achiel, het dorp of de gek?", riepen ze vaak om daarna in een collectief hysterisch gebulder uit te barsten. Dat collectief hysterisch gebulder galmde soms danig luid dat de koeien er raar van gingen doen. Het was een landelijke gemeente met 1.520.590 koeien en 590 inwoners waarvan de oudste net was gestorven en de jongste nog geboren moest worden, zo jong was die, die jongste.

"Dat is wel erg jong om de jongste te zijn!" merkten schrandere toeristen wel eens op. Een opmerking na dewelke een soort hoongelach aan de autochtonen ontsteeg om huhuhuhuhu tegen te zeggen.

Achiel droeg gelaten zijn lot. Het stemde hem triestig dat het dorp hem als dorpsgek had uitgeroepen. Zoals het dorpsgekken betaamt was ook hij tot een soort toeristische trekpleister verworden, en daar leed hij onder. Maar iets hield Achiel recht. Hij was immers dichter (poëet). Hij schreef prachtige gedichten die de bewoners van het dorp niet begrepen, of niet wilden begrijpen, of niet konden begrijpen. Op dit moment althans nog niet. "Ooit zullen ze inzien hoe verfijnd mijn woorden waren..." mijmerde Achiel vaak als hij weer eens in een Mouskouri coma was geraakt. Achiel schreef prachtige dingen over eenzaamheid.

 

 

Alle wegen die we nemen

monden uit in eenzaamheid

alle geluk, alle ellende

verbleekt tot één verschijnsel

wat ons blij maakt,

wat ons kwelt verdwijnt

en laat ons met onszelf alleen

daar waar ik wil wonen

wil niemand met mij gaan

één inzicht slechts

wil mij erheen geleiden

dat ook vroeger om mij

- ik zag ze niet -

slechts eenzaamheden waren.

-achiel- 

 

 

Achiel stierf op 24 februari 1993 op achtentachtig jarige leeftijd ten gevolge van een duimkramp. De vrouw raakte steeds erger aan de zenuwen en pleegde eind vorig jaar zelfmoord. Mouskouri pleegde contractbreuk en trad nooit in het dorp op. De hond wou maar geen manieren Ieren en de man zoop zich onlangs een stuk in zijn kraag en liep zich te pletter onder een aanstormende vrachtwagen. Daar is toen nog vluchtmisdrijf van gekomen.

 

Er hangen hele slierten drama over het dorp. Geen mens die er iets van merkt. Men denkt er veel aan elkaar te hebben maar feitelijk hebben ze niks aan elkaar. Ja, één iets hebben ze gemeen, ze houden allen van Mouskouri en dichten dat mens een prachtige stem toe.

 

Wij, Achiel en ik, wij weten wel beter. Mouskouri heeft een stem om na de eerste noot vol in haar keelgat te worden gescheten. 

 

Urbain Alpain.

Enter supporting content here